Katwijk, 'Monument voor Nederlandse Militairen'

Het 'Monument voor Nederlandse Militairen' in Katwijk (gemeente Land van Cuijk) is opgericht ter nagedachtenis aan de 25 Nederlandse militairen van het Bataljon II-26 R.I. en het Korps P.T. die op 10 mei 1940 bij de strijd tegen de bezetter op de Maaslinie (die van Katwijk tot de Gennepse spoorbrug liep) zijn gesneuveld. De namen van de 25 slachtoffers luiden: P. Bannenberg, J. Bavinck, D. Beers, P.J.J. Clevis, D.J. Compier, M. van 't Geloof, J.J. Groenenberg, G.T. van Grunsven, A.S. Hendriks, F.G.H. van Hoogenhuize, A.J. Jacobs, H. Janssen, P.M. Jaspers, P.J. Litjens, J.F. Mallens, F. Nefs, J.H. Pels, J. Poppeliers, M. Roos, J. van de Rijt, A. Stoets, J. Tromp, P.L. Verplak, K. Verwey en J.H.A. ter Laak. Johannes Hermanus Arnoldus Maria ter Laak behoorde tot het detachement politietroepen dat in Katwijk was gelegerd. Hij kreeg de opdracht de gevangengenomen NSB'ers op 10 mei 1940 naar Frankrijk te brengen en hen te executeren. In Marseille werd dit besluit herroepen en werden de NSB'ers vrijgelaten. De groep militaire politie vertrok met het schip 'de Beatrix' naar Engeland. Op 1 oktober 1941 is Ter Laak boven Nederland gedropt. Door verraad werd hij op 13 februari 1942 in Den Haag gearresteerd door de bezetter. Om 7 september 1944 is Ter Laak in het concentratiekamp Mauthausen om het leven gekomen. De militairen D.J. Compier, A. Stoets en P.L. Verplak liggen gezamenlijk begraven op de Bijzondere begraafplaats aan de Mariagaarde in Katwijk. Oprichting Een van de initiatiefnemers voor de oprichting van het monument was kapitein B. Hueting, oud-commandant van de compagnie die in 1940 gelegerd was in Cuijk. Onthulling Het monument is onthuld op 12 juli 1947 door baron Van Voorst tot Voorst.