Groningen, 'Sint-Joris en de draak'
Het monument 'Sint-Joris en de draak' in Groningen is een provinciaal monument ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Groningen werd in de avond van 10 mei 1940 zonder verzet ingenomen door Duitse troepen. Vanaf 1 september 1941 functioneerde de gemeenteraad niet meer en in september 1942 werd de burgemeester uit zijn functie ontheven. In de loop van de bezetting telde de stad circa 1.400 verzetsmensen. Ongeveer 4.200 jongens en mannen zijn gedurende de oorlogsjaren ondergedoken, onder meer om aan tewerkstelling in Duitsland te ontkomen. Overigens waren ook 1.400 Groningers aangesloten bij de Nationaal-socialistische Beweging (N.S.B.) en ettelijke tientallen namen dienst in Duitse militaire formaties. Op Oudejaarsavond 1943 vonden bij wijze van represaille voor verzetsdaden de zogenaamde 'Silbertannemoorden' plaats. Een zestal bekende Groningers werd in eigen huis neergeschoten. Bij een overval op drukkerij Hoitsema in de Tuinbouwdwarsstraat op 17 mei 1944 maakte het verzet 135.000 bonkaarten buit. In het Scholtenshuis aan de Grote Markt was vanaf september 1944 het hoofdkantoor (voor de noordelijke provincies) van de Sicherheitsdienst gevestigd. Verzetsmensen werden hier door de bezetter verhoord en gemarteld. Hierdoor kreeg het pand een zeer slechte reputatie ('voorportaal van de hel'). Bij de bevrijding van de stad is het gebouw afgebrand. Doordat Groningen in agrarisch gebied is gevestigd, hebben de inwoners van de stad tijdens de oorlog geen honger geleden. Wel werd vanaf 9 december 1944 gestopt met het verstrekken van aardappelen via de reguliere distributie, terwijl het broodrantsoen vanaf 30 maart 1945 nog slechts een half brood per 14 dagen omvatte. Het openbare leven kwam in 1944 en begin 1945 vrijwel tot stilstand als gevolg van de afsluiting van de telefoon (1-4-1944), de spoorwegstaking (17-9-1944), de afsluiting van elektriciteit (3-12-1944), het stilleggen van het openbaar vervoer (23-12-1944), het niet meer ophalen van huisvuil (24-1-1945), het staken van de gaslevering (30-3-1945) en het veelvuldige luchtalarm. Tussen 13 en 16 april 1945 heeft de 2de Canadese Infanteriedivisie (onder leiding van generaal A.B. Matthews) de stad bevrijd. Tijdens deze operatie sneuvelden 42 Canadezen. Ook kwamen bij de gevechten 106 burgers om het leven. Een deel van het Groningse centrum (met name rond de Grote Markt) werd in de as gelegd. Dit was vooral het gevolg van de snelle opmars van de geallieerden, waardoor de bezetter (in totaal ± 6.500 man) zich niet tijdig kon terugtrekken op de Rabenhauptkazerne aan de Hereweg. Deze kazerne had als belangrijkste weerstandsbastion moeten dienen. Het laatste verzet werd geboden vanuit het (voormalige) Rijksarchief aan de Sint-Jansstraat/Singelstraat. Hier vond de Duitse overgave plaats. Onthulling Het monument is onthuld op 23 maart 1959 door de minister van Staat, dr. W. Drees. Het monument is het eindpunt van de stille tocht die jaarlijks op 4 mei in Groningen wordt gehouden.
- Prof. Ludwig Oswald Wenckebach (1895-1962)
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 1600
- Beeld
- Sculptuur
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer