Nieuwerkerk aan den IJssel, monument bij de Algemene begraafplaats
Het monument bij de Algemene begraafplaats te Nieuwerkerk aan den IJssel is opgericht ter nagedachtenis aan alle medeburgers die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. De namen van de slachtoffers zijn niet op het monument weergegeven, daar is door het Oranjecomité bewust voor gekozen. Men kon het niet eens worden over de te vermelden namen op het monument. Waren dit alleen de medeburgers die omkwamen bij het bombardement door de Royal Air Force op 19 maart 1945 en de gefusilleerde verzetsstrijder D.F. van den Dool of mogelijk ook anderen waaronder een marechaussee die omkwam in een vuurgevecht met het verzet en de drie in concentratiekampen omgekomen joodse medeburgers? Het Oranjecomité besloot een naamloos monument op te richten. Bombardement op 19 maart 1945 Het oude station in Nieuwerkerk aan den IJssel was aan het einde van de oorlog een overlaadstation van V-2 raketten, die de Duitsers afvuurden op Engeland. Er was voor de geallieerden veel aangelegen die overlaadstations buiten werking te stellen. Op 19 maart 1945 was het station van Nieuwerkerk aan den IJssel het strategisch doelwit. Vanuit Gouda kwamen de vliegtuigen van de Royal Air Force aanvliegen. De spoorlijn diende als oriëntatie. Kort voor Nieuwerkerk maakte de spoorlijn een flauwe bocht. De bommen vielen daardoor niet op het spoorwegemplacement, maar op de parallel aan de spoorlijn gelegen woningen aan de 's Gravenweg. Het kostte tien inwoners van Nieuwerkerk aan den IJssel het leven. Bart de Groot, een getuige, vertelt daarover: `Het was die dag mooi weer. Wij speelden op het erf bij ons huis aan de ´s Gravenweg. De eerste bommen vielen bij de Eerste en Tweede Tochtweg in het talud van de spoordijk, waar de schade beperkt bleef. Een derde bom viel naast het huis van Arie de Groot. Marie de Groot was in de schuur bezig met de was. Ze werd door scherven in haar arm en borst getroffen. Opgeschrikt door de ontploffing rende een paar meter verder haar tante, mevrouw de Groot, naar buiten om haar kinderen Bart en Maria binnen te halen. Op dat moment sloeg een vierde bom in. Het was bij het huis van de familie Steenbergen. Mevrouw De Groot en haar dochtertje werden op slag gedood. Het huis van de familie Steenbergen werd geheel verwoest. Het echtpaar Steenbergen en twee kinderen kwamen om het leven. Bart de Groot herinnert zich alles nog zeer goed, al was hij toen slechts 9 jaar oud. “Ik werd door mijn buurjongen Leen van Herk in de schuur getrokken. We bleven ongedeerd, ondanks het feit dat de schuur gedeeltelijk instortte. Nellie Zanen had minder geluk. Zij volgde het advies van haar vader op en drukte zich plat tegen de muur. Dit was de muur van het huis van de familie Steenbergen. Maarten Dijksman vertelt hoe een bom voor de smederij van zijn vader insloeg. “Een gat zo groot dat er wel een vrachtwagen door kon. Alle ramen en deuren lagen er uit. Het dak en het plafond waren beschadigd. Ik lag onder mijn vader op het erf. Hoe we daar kwamen wist ik niet. Door de scherven werd A. Stuijt die naar de vliegtuigen stond te kijken dodelijk getroffen. De kracht van de explosies was enorm. Bas Pols, een Ouderkerkse schipper, was op zijn schuit aan de overkant van de rivier de Hollandsche IJssel aan het werk. Een afstand, hemelsbreed, van nog geen twee kilometer. Hij werd op die grote afstand dodelijk getroffen door een scherf. Verzetsstrijder D.F. Van den Dool Dirk van den Dool, geboren op 8 juli 1903 was in het dagelijks leven tuinder en in Nieuwerkerk aan den IJssel in de Tweede Wereldoorlog het erkend hoofd van het lokale verzet. Al in 1942 verzorgde hij met zijn gezin onderduikers. “Talloos vele jongens zijn door hem geholpen”, schrijft Frans Vink jr. in 1948 in een brief aan de stichting 1940 – 1945. Door Van den Dool werd contact onderhouden met de Landelijk Organisatie voor onderduikers (L.O.) in Rotterdam. Deze gebruikte het contact regelmatig voor doorzending van verschillende personen uit Rotterdam. Nadat de jongens enkele dagen bij hem in huis waren geweest, werden zij over verschillende contacten weggeholpen. Soms waren dit personen die gezocht werden door de Sicherheitsdienst (S.D.) en ook Franse krijgsgevangenen. Ook voor de illegale pers heeft Van den Dool veel werk verricht. De zogeheten Trouw-lijn liep van Rotterdam naar Van den Dool in Nieuwerkerk aan den IJssel, via het adres van Frans Vink Jr. in Moordrecht naar Gouda. Daarvoor waren Van den Dool en zijn oudste kinderen bijna dagelijks in touw. Door het verraad van een onderduiker (oom Piet) kwamen de Duitsers erachter wat Van den Dool allemaal deed. Op zondag 31 december 1944 vielen de Duitsers zijn huis binnen. Vóór hij werd meegenomen werd hij eerst nog twee uur verhoord in de voorkamer van zijn woning. Dat verhoor ging er hardhandig aan toe. Hij werd bont en blauw geslagen en vervolgens overgebracht naar een gevangenis in Utrecht. Op 5 februari 1945 werd hij als vergelding voor het doodschieten van twee SS-ers met nog 19 anderen personen te Amersfoort gefusilleerd. Marechaussee R.P. Fonkert Op 7 februari 1945 werd marechaussee Fonkert en zijn collega's Spinhoven en Buuler gealarmeerd door de zoon van een boer aan de Hoofdweg te Nieuwerkerk aan den IJssel. De betreffende zoon die laat thuis kwam constateerde onheilspellende geluiden in de woning, die er op wezen dat er sprake was van een overval. De overvallers waren mensen van het verzet die er lucht van hadden gekregen dat er bij die boer wat te halen viel en het verzet had geld nodig. De gewapende dienders beslopen de woning en gaven de overvallers het bevel om naar buiten te komen. De overvallers realiseerden zich wat hun te wachten stond bij arrestatie en schoten op de deur waar Fonkert achter stond. Hij werd vol getroffen en overleed ter plekke. De overvallers ontkwamen met een niet onaanzienlijk geldbedrag.De eigenaar van de boerderij bleek niet 'fout' te zijn. De wiskundeleraar en Rotterdamse OD-stoottroepcommandant Jo Mager werd ervoor uit de BS gezet. Aan liquidatie door de LKP Rotterdam ontkwam hij ternauwernood. Verzetsstrijder Arie den Toom Arie den Toom was tijdens de bezettingsjaren beheerder van het feestgebouw Courzand op de Heyplaat, dat door personeel van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij als lunch- en vergaderruimte werd gebruikt. Den Toom kreeg in het begin van de oorlog al spoedig contact met de Landelijke Organisatie en het gebouw Courzand werd een ontmoetingsplaats voor verzetsmensen. Ook werden in dit pand wapens opgeslagen. Door verraad werd op 13 maart 1945 door de Sicherheitspolizei een inval in Courzand gedaan. Daarbij werden dertien verzetsstrijders gearresteerd, waaronder Arie den Toom. Hij werd als 'Todeskandidaat' opgesloten in een cel van het Haagsche Veer. Op 3 april werd hij samen met nog negen anderen naar de Lage Oostzeedijk gebracht en gefusilleerd.Het monument bij de Algemene begraafplaats te Nieuwerkerk aan den IJssel is opgericht ter nagedachtenis aan alle medeburgers die tijdens de bezettingsjaren door oorlogshandelingen zijn omgekomen. De namen van de slachtoffers zijn niet op het monument weergegeven, daar is door het Oranjecomité bewust voor gekozen. Men kon het niet eens worden over de te vermelden namen op het monument. Waren dit alleen de medeburgers die omkwamen bij het bombardement door de Royal Air Force op 19 maart 1945 en de gefusilleerde verzetsstrijder D.F. van den Dool of mogelijk ook anderen waaronder een marechaussee die omkwam in een vuurgevecht met het verzet en de drie in concentratiekampen omgekomen joodse medeburgers? Het Oranjecomité besloot een naamloos monument op te richten. Bombardement op 19 maart 1945 Het oude station in Nieuwerkerk aan den IJssel was aan het einde van de oorlog een overlaadstation van V-2 raketten, die de Duitsers afvuurden op Engeland. Er was voor de geallieerden veel aangelegen die overlaadstations buiten werking te stellen. Op 19 maart 1945 was het station van Nieuwerkerk aan den IJssel het strategisch doelwit. Vanuit Gouda kwamen de vliegtuigen van de Royal Air Force aanvliegen. De spoorlijn diende als oriëntatie. Kort voor Nieuwerkerk maakte de spoorlijn een flauwe bocht. De bommen vielen daardoor niet op het spoorwegemplacement, maar op de parallel aan de spoorlijn gelegen woningen aan de 's Gravenweg. Het kostte tien inwoners van Nieuwerkerk aan den IJssel het leven. Bart de Groot, een getuige, vertelt daarover: `Het was die dag mooi weer. Wij speelden op het erf bij ons huis aan de ´s Gravenweg. De eerste bommen vielen bij de Eerste en Tweede Tochtweg in het talud van de spoordijk, waar de schade beperkt bleef. Een derde bom viel naast het huis van Arie de Groot. Marie de Groot was in de schuur bezig met de was. Ze werd door scherven in haar arm en borst getroffen. Opgeschrikt door de ontploffing rende een paar meter verder haar tante, mevrouw de Groot, naar buiten om haar kinderen Bart en Maria binnen te halen. Op dat moment sloeg een vierde bom in. Het was bij het huis van de familie Steenbergen. Mevrouw De Groot en haar dochtertje werden op slag gedood. Het huis van de familie Steenbergen werd geheel verwoest. Het echtpaar Steenbergen en twee kinderen kwamen om het leven. Bart de Groot herinnert zich alles nog zeer goed, al was hij toen slechts 9 jaar oud. “Ik werd door mijn buurjongen Leen van Herk in de schuur getrokken. We bleven ongedeerd, ondanks het feit dat de schuur gedeeltelijk instortte. Nellie Zanen had minder geluk. Zij volgde het advies van haar vader op en drukte zich plat tegen de muur. Dit was de muur van het huis van de familie Steenbergen. Maarten Dijksman vertelt hoe een bom voor de smederij van zijn vader insloeg. “Een gat zo groot dat er wel een vrachtwagen door kon. Alle ramen en deuren lagen er uit. Het dak en het plafond waren beschadigd. Ik lag onder mijn vader op het erf. Hoe we daar kwamen wist ik niet. Door de scherven werd A. Stuijt die naar de vliegtuigen stond te kijken dodelijk getroffen. De kracht van de explosies was enorm. Bas Pols, een Ouderkerkse schipper, was op zijn schuit aan de overkant van de rivier de Hollandsche IJssel aan het werk. Een afstand, hemelsbreed, van nog geen twee kilometer. Hij werd op die grote afstand dodelijk getroffen door een scherf. Verzetsstrijder D.F. Van den Dool Dirk van den Dool, geboren op 8 juli 1903 was in het dagelijks leven tuinder en in Nieuwerkerk aan den IJssel in de Tweede Wereldoorlog het erkend hoofd van het lokale verzet. Al in 1942 verzorgde hij met zijn gezin onderduikers. “Talloos vele jongens zijn door hem geholpen”, schrijft Frans Vink jr. in 1948 in een brief aan de stichting 1940 – 1945. Door Van den Dool werd contact onderhouden met de Landelijk Organisatie voor onderduikers (L.O.) in Rotterdam. Deze gebruikte het contact regelmatig voor doorzending van verschillende personen uit Rotterdam. Nadat de jongens enkele dagen bij hem in huis waren geweest, werden zij over verschillende contacten weggeholpen. Soms waren dit personen die gezocht werden door de Sicherheitsdienst (S.D.) en ook Franse krijgsgevangenen. Ook voor de illegale pers heeft Van den Dool veel werk verricht. De zogeheten Trouw-lijn liep van Rotterdam naar Van den Dool in Nieuwerkerk aan den IJssel, via het adres van Frans Vink Jr. in Moordrecht naar Gouda. Daarvoor waren Van den Dool en zijn oudste kinderen bijna dagelijks in touw. Door het verraad van een onderduiker (oom Piet) kwamen de Duitsers erachter wat Van den Dool allemaal deed. Op zondag 31 december 1944 vielen de Duitsers zijn huis binnen. Vóór hij werd meegenomen werd hij eerst nog twee uur verhoord in de voorkamer van zijn woning. Dat verhoor ging er hardhandig aan toe. Hij werd bont en blauw geslagen en vervolgens overgebracht naar een gevangenis in Utrecht. Op 5 februari 1945 werd hij als vergelding voor het doodschieten van twee SS-ers met nog 19 anderen personen te Amersfoort gefusilleerd. Marechaussee R.P. Fonkert Op 7 februari 1945 werd marechaussee Fonkert en zijn collega's Spinhoven en Buuler gealarmeerd door de zoon van een boer aan de Hoofdweg te Nieuwerkerk aan den IJssel. De betreffende zoon die laat thuis kwam constateerde onheilspellende geluiden in de woning, die er op wezen dat er sprake was van een overval. De overvallers waren mensen van het verzet die er lucht van hadden gekregen dat er bij die boer wat te halen viel en het verzet had geld nodig. De gewapende dienders beslopen de woning en gaven de overvallers het bevel om naar buiten te komen. De overvallers realiseerden zich wat hun te wachten stond bij arrestatie en schoten op de deur waar Fonkert achter stond. Hij werd vol getroffen en overleed ter plekke. De overvallers ontkwamen met een niet onaanzienlijk geldbedrag.De eigenaar van de boerderij bleek niet 'fout' te zijn. De wiskundeleraar en Rotterdamse OD-stoottroepcommandant Jo Mager werd ervoor uit de BS gezet. Aan liquidatie door de LKP Rotterdam ontkwam hij ternauwernood. Verzetsstrijder Arie den Toom Arie den Toom was tijdens de bezettingsjaren beheerder van het feestgebouw Courzand op de Heyplaat, dat door personeel van de Rotterdamse Droogdok Maatschappij als lunch- en vergaderruimte werd gebruikt. Den Toom kreeg in het begin van de oorlog al spoedig contact met de Landelijke Organisatie en het gebouw Courzand werd een ontmoetingsplaats voor verzetsmensen. Ook werden in dit pand wapens opgeslagen. Door verraad werd op 13 maart 1945 door de Sicherheitspolizei een inval in Courzand gedaan. Daarbij werden dertien verzetsstrijders gearresteerd, waaronder Arie den Toom. Hij werd als 'Todeskandidaat' opgesloten in een cel van het Haagsche Veer. Op 3 april werd hij samen met nog negen anderen naar de Lage Oostzeedijk gebracht en gefusilleerd. Deze gefusilleerde verzetsman was geboren in Nieuwerkerk aan den IJssel en is daar in augustus 1945 herbegraven. Joodse medeburgers In april 1942 telde Nieuwerkerk aan den IJssel drie joodse inwoners Het ging om Maurits Polak, reiziger in hoeden en mutsen, geboren te Rotterdam op 5 januari 1912 en overleden te Auschwitz op 28 februari 1943, Barend Koning, geboren te Rotterdam op 21 april 1914 en overleden in Midden-Europa op 31 maart 1944 en Sientje Koning-de Jong, geboren te Rotterdam op 9 november 1916 en overleden in Auschwitz op 19 oktober 1942 Onthulling Op zaterdagmiddag 20 oktober 1945 werd het monument onthuld door de burgemeester van Nieuwerkerk aan den IJssel. Het monument was een schenking door het Oranjecomité aangeboden aan de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel.
- Firma P.J.M. van Stokkum
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 1731
- Vervolgden Nederland
- Zuil
- Verzet Nederland
- Militairen in dienst van het Ned. Kon. na 1945
- Burgerslachtoffers
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer