Cadier en Keer, Belgisch monument
Het Belgische monument in Cadier en Keer (gemeente Eijsden-Margraten) is opgericht ter nagedachtenis aan de elf Belgische verzetsmensen en een jonge Rus die op 12 september 1944 in het bosje bij Huize Sint-Joseph tussen Heer en Keer door de bezetter werden gefusilleerd. De namen van de slachtoffers luiden: Gustaaf Beazar, Willem Conen, Pierre H. Driessens, Jozef Eerdekens, Pieter Jaeken, Guillaume L. Langers, Matieu J. Lenders, Alfons Leroy, Jacques Teelen, Jean M. Wolfs en Jules L. Wolfs. De identiteit van de Rus is onbekend gebleven. De gefusilleerde Belgen maakten deel uit van een groep van in totaal 26 verzetsmensen. Zij waren begin september 1944 als lid van het Belgische geheime leger bijeengeroepen omdat er wapens en munitie in de bossen van Reken zouden worden gedropt. Terwijl de verzetsmensen (tevergeefs) in de bossen lagen te wachten, moesten zij daarbij ook nog eens 26 ontwapende Duitse soldaten bewaken. Op 9 september werd de groep door een Duitse eenheid aangevallen. Na een verwoed vuurgevecht sloegen de Duitse militairen op de vlucht. Een dag later kwam de bezetter terug, maar nu met zoveel manschappen dat de Belgen van alle kanten werden bestormd. Ze misten de wapens die de geallieerden zouden droppen. De verzetsmensen werden gearresteerd en samen met onschuldige omwonenden in een kelder gevangen gezet. Vandaar werden ze naar As gebracht. In een groot huis volgde een verhoor. De Duitse militair die de vragen stelde bleek goed op de hoogte te zijn van deze verzetsgroep: hij had de administratieve gegevens over de groep in zijn bezit. In de dagen na het verhoor werden de verzetsmensen in gesloten vrachtwagens via Lanaken naar Maastricht vervoerd. Onderweg lieten de Duitse militairen enkele gevangenen vrij, nadat de gewonde verzetscommandant Gustave Beazar had verteld dat er mensen gevangen waren genomen die absoluut niets met het geheime leger te maken hadden. Ergens in een park volgde een nieuw verhoor. Daarna werden de 26 gevangenen in een Maastrichtse villa een trap opgedreven, waar ze wat brood en tomaten kregen. Ten slotte begon een zware voettocht naar Heer. Daar kwamen ze terecht in de kelder van een huis aan de Akersteenweg in de bocht van Heer naar Cadier en Keer. In de verte klonken daverende kanonschoten, wat betekende dat de Amerikanen heel dichtbij waren. Boven in het huis klonken opgewonden Duitse stemmen. 'Als wij moeten sterven, laat ons dan hopen dat het samen is', zei commandant Beazar. De volgende morgen werd hij uit de kelder gehaald. Daarna werden nog elf man een voor een (met een tussentijd van twintig minuten tot een half uur) uit de kelder naar boven geroepen. Pater Piet Denis (rector en directeur van Huize Sint-Joseph) heeft de elf gevangenen de laatste zegen gegeven. De Rus probeerde nog te ontsnappen, maar werd doodgeschoten. Van de overige gevangen Belgen werden er zeven in Mindergangelt gefusilleerd. Zeven leden van het geheime leger verdwenen in Duitse concentratiekampen. Drie keerden terug: Ciska Vliexs, Helène van Laer en Gaspar Caris. Onthulling Het monument is onthuld op 12 september 1948 door de Commissaris van de Koningin in de provincie Limburg, dr. F.J.M.A.H. Houben, en de gouveneur van Belgisch Limburg, de heer Verwilghen.
- Jean Weerts
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 1746
- Verzet Nederland
- Beeld
- Sculptuur
- Geallieerde militairen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer