Woudenberg, verzetsmonument
Het verzetsmonument in Woudenberg (gemeente Woudenberg) is opgericht ter nagedachtenis aan negen Woudenbergse verzetsmensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen en aan twee dorpsgenoten die in het voormalige Nederlands-Indië zijn gesneuveld. De namen van de elf slachtoffers luiden: W. van Beek, N.H. Bergsteyn, J. van Ginkel, T. Heine, W.H. Heine, J. van Ingen, C. ter Maaten, A. van Steenbergen, C. van Steenbergen, J. van Steenbergen en W. Wielders. Jan van Ginkel werd geboren op 10 november 1882. Met zijn gezin woonde hij in boerderij 'Klein Sniddelaar' aan de Voskuilerdijk. Tijdens de oorlog was de boerderij een schuilplaats voor onderduikers en evacués. Ook kwamen hier geregeld verzetsmensen, zoals marconist Herman Leus (schuilnaam 'Sjaak'), die met zijn zender berichten doorgaf aan Engeland. Berichten over troepenverplaatsingen van de bezetter of over militaire versterkingen die overal in de omgeving werden aangelegd. Soms verzoeken om wapens of plaatsen waar droppings konden worden uitgevoerd. Nadat Herman Leus in Garderen was opgepakt, werd hij door de bezetter gemarteld. Hij bezweek onder de druk en noemde de namen van enkele mensen bij wie hij geseind had. Daarop deed de bezetter op 29 december 1944 een inval in de boerderij van Van Ginkel. Hij werd gearresteerd en op transport gesteld naar Neuengamme, waar hij is overleden. Mevrouw Van Ginkel bleef achter met tien kinderen. Cornelis ter Maaten werd geboren op 16 april 1899. Hij verschafte samen met zijn vrouw onderdak aan joden en andere onderduikers. Vanuit hun boerderij aan de Voskuilerweg werden door marconist Herman Leus berichten doorgeseind naar Engeland. Nadat deze verzetsman was gearresteerd, stond er op 29 december 1944 opeens een overvalwagen op het erf en werd Kees ter Maaten weggevoerd naar de Willem III-kazerne. Op 8 januari 1945 werd zijn vrouw Klaasje ter Maaten-Meerveld ook opgepakt en naar de kazerne gebracht. Daar werd het echtpaar aan een zwaar verhoor onderworpen, maar ze bleven zwijgen. Op 24 februari 1945 werd mevrouw Ter Maaten weer vrijgelaten en kwam ze lopend vanuit Apeldoorn naar Barneveld, vanwaar ze met een fiets naar huis werd gebracht. Kees ter Maaten stierf in maart 1945 door ontbering en uitputting in Neuengamme. Wim van Beek werd geboren op 11 augustus 1915. Onder schuilnaam 'Nol' nam hij deel aan het landelijk verzet tegen de bezetter. In de zomer van 1944 wilde het verzet voorkomen dat de graanoogst in handen van de bezetter kwam. Vanuit Engeland kwam het bericht dat de dorsmachines tijdelijk onklaar gemaakt moesten worden. In de nacht van 24 op 25 augustus 1944 fietste Van Beek samen met zijn vriend en medeverzetsstrijder Karel van Ginkel met een vracht dorsriemen, gehaald bij Jan Willem van de Brink op de Glindhorst, door het duister naar huis. Maar op de hoek Kolfschoten/Kolfschoterdijk werden zij door twee Nederlanders die in dienst van de bezetter waren (waaronder de Woudenbergse burgemeester De Monyé) aangehouden. Er ontstond een vuurgevecht, waarbij Van Beek om het leven kwam. Van Ginkel raakte gewond, maar wist te ontkomen. Wim van Beek werd begraven op de begraafplaats aan de Glashorst. De familie Van Steenbergen was heel bekend in de omgeving door de maatschappelijke en kerkelijke functies die vader Jan van Steenbergen bekleedde. De kinderen traden in het voetspoor van hun ouders en bekleedden bestuursfuncties in jeugdverenigingen. De oudste zoon, Cornelis, werd geboren op 23 oktober 1918, Aart op 22 november 1919 en Joachem op 28 december 1923. Hun boerderij 'Davelaar' lag ver in het achterland van Woudenberg aan een oud modderig karrenspoor en werd daarom gezien als een relatief veilige plaats voor verzetsactiviteiten. Van hieruit werden via een illegale zender berichten naar Engeland doorgegeven. Nadat de marconist Herman Leus was opgepakt, noemde hij, na te zijn gemarteld, ook de naam van Van Steenbergen. De bezetter verscheen op woensdag 3 januari 1945 op het erf en arresteerde de broers Cornelis, Aart en Joachem en hun zwager Florus Oskam. Vader Van Steenbergen was niet thuis. De vier mannen werden afgevoerd naar de Willem III-kazerne in Apeldoorn. Via Amersfoort kwamen zij terecht in Neuengamme, waar Cornelis op 12 maart 1945 om het leven kwam. Aart, Joachem en Florus werden op transport gezet naar Kamp Wöbbelin, een subkamp van Neuengamme. Daar kwamen ook zij om het leven. Aart stierf op 8 maart 1945, Joachem op 19 maart 1945 en Florus op 27 maart 1945. Nicolaas Hermanus Bergsteyn werd geboren op 4 november 1919. Vanaf zijn 15e jaar werkte hij op het gemeentehuis van Woudenberg. Als ambtenaar van de secretarie kreeg hij tijdens de bezetting te maken met allerlei mensen die onder moesten duiken. Bergsteyn hielp joden en verzetsmensen aan valse persoonsbewijzen, zodat ze onder een andere naam verder konden leven. Uiteindelijk heeft hij het volledige bevolkingsregister meegenomen en is hij ondergedoken. Met andere plaatsgenoten, zoals G. Kleinveld en E. van Voorthuizen, pleegde hij daarna overvallen op distributiekantoren. Kort voor de bevrijding werd hij aangehouden en in kamp Amersfoort opgesloten. Op 8 maart 1945 werd Nico Bergsteyn samen met 117 andere Nederlanders bij de 'Woeste Hoeve' op de Veluwe gefusilleerd als vergelding voor een mislukte aanslag op Rauter. Hij werd begraven op begraafplaats 'Rusthof' in Leusden. Theodorus Heine werd geboren op 13 april 1889. Hij was niet in Woudenberg geboren. Hij vervulde een administratieve taak op het 'Schoutenhuis'. Zijn zoon, Willem Hendrik Heine, werd geboren op 12 januari 1923. Wim werkte in het hoenderpark aan de Maarsbergseweg. Tijdens de oorlog bood vader Heine hulp aan onderduikers en zorgde hij voor persoonsbewijzen. Op 24 augustus 1944 gaf hij voor het laatst berichten door van Radio Oranje. Diezelfde dag stond de bezetter samen met burgemeester De Monyé aan de deur. Vader en zoon werden gearresteerd en meegenomen naar Utrecht, waar de eerste verhoren plaatsvonden. Later kwamen zij terecht in kamp Amersfoort. Tevergeefs is geprobeerd hen uit het kamp te bevrijden. In oktober zijn vader en zoon naar Noord-Duitsland gedeporteerd. Het zware werk in een van de kampen van Neuengamme verwoestte het lichaam van Wim. Wekenlang heeft zijn vader hem verpleegd, maar Wim's weerstand brak. Op 29 november 1944 stierf hij op 21-jarige leeftijd. Zijn lotgenoten hebben hem in het kerkje van Engerhafen begraven. Vader Heine mocht er niet bij zijn. Een van de terugkerende kampgenoten heeft zijn familie er later over verteld. Theodorus Heine overleed na de bevrijding op 31 mei 1945 in Bergen-Belsen. Onthulling Het monument is onthuld op 4 mei 1947 door burgemeester J.A. Hosang.
- Dhr. G. Kleinveld (ontwerp)
- Firma G. Wolfswinkel (uitvoering)
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 1949
- Gedenkmuur
- Verzet Nederland
- Militairen in dienst van het Ned. Kon. na 1945
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer