Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Driel, monument voor generaal-majoor Sosabowski

Het monument in Driel (gemeente Overbetuwe) is opgericht ter nagedachtenis aan generaal-majoor Stanislaw Sosabowski, de Poolse bevelhebber die met zijn manschappen streed in de Slag om Arnhem. Met een grootscheeps offensief ('Market Garden') van 17 tot 26 september 1944 wilden de geallieerden een bruggenhoofd over de grote rivieren in Nederland veroveren door met luchtlandingstroepen in een bliksemsnelle aanval bruggen in Noord-Brabant en Gelderland veilig te stellen. Er werden drie complete divisies gedropt: de 101ste US Airborne Divisie bij Eindhoven en Veghel, de 82ste US Airborne Divisie bij Graven en de 1ste Britse Airborne Divisie bij Arnhem en Oosterbeek. Vanuit België moest het Britse 30e corps over de veroverde bruggen oprukken naar het IJsselmeer. Tijdens de Slag om Arnhem vond op 24 september 1944 bij Driel de landing plaats van de 1ste Onafhankelijke Poolse Parachutisten Brigade, onder bevel van generaal-majoor Stanislaw Sosabowski. De Polen werden ingezet om de in moeilijkheden geraakte geallieerde legers te helpen. Onder hevig Duits vuur probeerden zij in rubberbootjes de Rijn over te steken. Het doel was versterking van het Britse bruggenhoofd rond villa 'Hartenstein', dat dienst deed als hoofdkwartier van generaal Urquhart van de 1ste Britse Airborne Divisie. In de nacht van 25 op 26 september dekten zij met de 'Dorsets' de aftocht van de Britse parachutisten. Tijdens deze operatie zijn veel doden en gewonden gevallen. Het is generaal-majoor Sosabowski en zijn mannen gelukt de zuidelijke Rijnoever bij Heteren en Driel van 21 tot 26 september 1944 bezet te houden. Toen ze uiteindelijk zelf terug moesten, waren er nauwelijks nog boten beschikbaar. Kleine groepjes bereikten nog de Betuwekant, maar een groot aantal sneuvelde of verdronk. Bij de Amerikaanse luchtlandingstroepen verliep alles vrij goed. De bruggen over de Maas en het Maas-Waalkanaal bij Heumen vielen in hun handen en na harde strijd ook de Waalbrug bij Nijmegen. Ook rondom Eindhoven vielen de bruggen grotendeels in handen van de Amerikaanse para’s. Maar de Rijnbrug bij Arnhem bleek een brug te ver. Onder leiding van luitenant-kolonel John D. Frost slaagde het 2de bataljon van de 1ste Parachutisten Brigade van de 1ste Airborne Divisie erin om de noordelijke oprit van de oude Rijnbrug te bezetten en deze oprit tijdens de daaropvolgende strijd dagenlang onder controle te houden. De Engelse para's bij de Rijnbrug en rondom Oosterbeek werden echter verrast door Duitse pantsertroepen en moesten zich met zware verliezen overgeven. De landing van de Poolse 1e Onafhankelijke Parachutistenbrigade bij Driel was te laat om nog van enige hulp te kunnen zijn aan de belegerde Engelse luchtlandingstroepen. Ook de opmars van het 30e corps liep ernstige vertraging op door onder andere aanvallen van in de haast samengestelde Duitse eenheden. Nadat de Slag om Arnhem werd verloren, is de aanval gestokt. Wel was dankzij de samenwerking van Amerikaanse en Engelse soldaten een deel van Noord-Brabant en Gelderland in geallieerde handen terechtgekomen. Vanuit deze strook vrij gebied van Eindhoven naar Arnhem ('de Corridor' genoemd) werd in de maanden daarna de rest van Brabant bevrijd. Tijdens operatie 'Market Garden' zijn boven Nederland 35.000 parachutisten gedropt, waarvan circa 11.000 bij Arnhem zijn geland. Slechts 2400 man is het gelukt om na gevechten in Oosterbeek en Arnhem de Rijn terug over te steken naar de Betuwe. De overige soldaten raakten gewond, werden gedood of zijn krijgsgevangen gemaakt. In totaal zijn meer dan 17.000 militairen van de luchtlandings- en grondtroepen gesneuveld, gewond geraakt of vermist. Dit verliescijfer was hoger dan tijdens de invasie in Normandië (D-Day). Schuld Na de Slag om Arnhem krijgt de Poolse parachutistenbrigade onder leiding van generaal-majoor Sosabowski de schuld van het mislukken van operatie Market Garden. De Britse bevelhebbers Montgomery en Browning stellen dat de Polen ‘slecht gevochten hebben’ en ‘niet goed voorbereid waren’. Generaal-majoor Sosabowski werd na de oorlog oneervol ontslagen en werkte tot aan zijn dood op 25 september 1967 in Engeland als magazijnmedewerker en nachtportier. Generaal-majoor Sosabowski werd 75 jaar. De urn met zijn as werd overgebracht naar Polen en is op 14 oktober 1967 met militaire eer bijgezet op de militaire begraafplaats Powazk in Warschau. Oprichting In de jaren die hierop volgen klonken er geluiden dat dit een onterechte gang van zaken was. De Nederlandse Rode Kruis verpleegster Cora Baltussen was ooggetuige van de strijd die de Poolse Parachutisten Brigade leverde. Zij zette zich in voor (postuum) eerherstel van generaal-majoor Sosabowski en zijn manschappen. De strijd van Cora Baltussen bleef niet onopgemerkt. In 2004 reconstrueerde de heer Geertjan Lassche voor het televisieprogramma Netwerk het aandeel van de Polen in de operatie 'Market Garden'. Hij ontdekte documenten waaruit bleek dat koningin Wilhelmina al in 1946 had verzocht de Poolse strijdkrachten te onderscheiden voor hun getoonde moed. Dit verzoek werd echter tot twee maal toe door het ministerie van Defensie afgewezen. In de documentaire van Netwerk werd ook Prins Bernhard om een reactie gevraagd. Deze liet in een interview met de heer Geertjan Lassche weten dat hij 'niets dan bewondering voor de houding van de generaal-majoor heeft' en vond het 'ongelofelijk nalatig van Nederlandse kant om Sosabowski niet uiterlijk te belonen'. Prins Bernhard liet later in een brief aan Netwerk weten dat het zijn laatste wens was dat generaal-majoor Sosabowski postuum eerherstel zou krijgen. Kort daarop stierf Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard. In 2004 werd ook door Britse veteranen het initiatief genomen om generaal-majoor Sosabowski postuum te eren. Sir Brian Urquhart, een Britse majoor die vlak voor operatie Market Garden zijn twijfels over het plan uitte en hierdoor werd weggestuurd door generaal Browning, richtte het Major General Stanislaw Sosabowski Memorial Appeal op. Zestig jaar na dato was het eerherstel van generaal-majoor Sosabowski en zijn manschappen een feit. Op 31 mei 2006 reikte Hare Majesteit Koningin Beatrix de Militaire Willemsorde, de hoogste Nederlandse Koninklijke onderscheiding, uit aan de Poolse parachutisten die tijdens de Slag om Arnhem hebben meegevochten. Ook reikte zij aan de familie van generaal-majoor Sosabowski de Bronzen Leeuw uit voor de getoonde moed van de Poolse generaal. Deze werd door zijn familie in bruikleen gegeven aan het Airborne museum ‘Hartenstein’ in Oosterbeek. In navolging van het eerherstel van generaal-majoor Sosabowski werd door het Major General Stanislaw Sosabowski Memorial Appeal onder leiding van Sir Brian Urquhart een monument voor de Poolse bevelhebber opgericht. Onthulling Op 17 september 2006 werd het monument voor generaal-majoor Stanislaw Sosabowski in Driel (gemeente Overbetuwe) onthuld door de achterkleinzoon van de Poolse generaal. Op deze dag werd ook aan een uiterwaard aan de overkant van de Rijn bij Doorwerth de naam van de Poolse generaal gegeven.

Vervaardiger
  • Vivian Mallock
Collectie
  • Oorlogsmonumenten
Type
  • monument
Identificatienummer van Nationaal Comité 4 en 5 mei
  • 2847
Trefwoorden
  • Gedenksteen
  • Geallieerde militairen
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards