Escharen, plaquette voor Gerard Beuvink
De plaquette voor Gerard Beuvink herinnert de inwoners van Escharen (gemeente Grave) aan de verzetsdaden van de politieman. Gerhardus (Gerard) Johannes Beuvink was werkzaam als veldwachter in de gemeente Escharen, en later in gemeente Grave. Hij was vanaf het eerste uur actief in het verzet. Op 11 mei 1940 plunderde Beuvink samen met zijn vrouw Truus een aantal vrachtwagens, die tijdens de mobilisatie door het Nederlandse leger waren gevorderd. De wagens gaf hij terug aan de rechtmatige eigenaar, de inhoud sloeg hij op in de schuur achter zijn huis. Ook militaire goederen, die opgeslagen lagen in het fanfaregebouw achter het gemeentehuis, werden door Beuvink meegenomen. Hoewel de goederen, waaronder dekens, schoenen, kachels en lampen, formeel aan de bezetter opgegeven moesten worden zijn ze later door Beuvink aan burgemeester De Bourbon overgedragen, die ze verdeelde over de bevolking van Escharen. De veldwachter zorgde voor wapentuig voor het verzet, voorzag veel dorpsgenoten van levensmiddelen en hielp onderduikers aan een schuilplaats. In 1943 speelde Gerard Beuvink een belangrijke rol als contactpersoon voor een aantal geheim agenten die in de omgeving van Grave gedropt waren om de zendgroep ‘Barbara’ op te zetten. Deze had ten doel om door middel van radiozendapparatuur berichten door te geven aan de Nederlandse regering in Londen. Op 1 maart 1943 werd de veldwachter overgeplaatst naar Langenboom, waar hij de functie van postcommandant van de Marechaussee bekleedde. Later dat jaar werd Beuvink wegens verraad gedwongen onder te duiken. Zijn echtgenote Truus werd hierop gearresteerd en verhoord in Vught en Haaren. Zij liet echter niets los en werd weer vrijgelaten. Ook hun zoon Herman moest onderduiken. Gerard Beuvink verbleef tot aan de bevrijding op 17 september 1944 achtereenvolgens op het landgoed Tongelaar en op het landgoed Ossenbroek. Na de Tweede Wereldoorlog ontving hij uit handen van Z.K.H. Prins Bernhard het Bronzen Verzetskruis voor al zijn verzetsactiviteiten. Gerard Beuvink overleed op 14 februari 1970 in Nijmegen. Ondanks zijn onderscheiding heeft er jaren lang een smet gerust op de naam Beuvink. Sinds de oorlogsjaren ging het gerucht dat de veldwachter Duitse soldaten naar het onderduikadres van een Nederlandse geheim agent zou hebben geleid. De recente inspanningen van Gravenaar Jan Timmermans hebben geleid tot ontkrachting van dit gerucht. Na het horen van verschillende getuigen en gedegen literatuuronderzoek is Timmermans tot de conclusie gekomen dat niet Beuvink, maar zijn collega en een pro-Duitse jachtopziener de geheim agent verraden hebben. Deze inspanningen van Jan Timmermans hebben ervoor gezorgd dat Gerard Beuvink 65 jaar na dato is gerehabiliteerd. Oprichting De oprichting van het monument was een initiatief van de heer Jan Timmermans. Onthulling De plaquette is onthuld op 18 september 2005 door Bram Grisnigt, de enige nog levende Nederlandse geheim agent tijdens de bezettingsjaren.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 3075
- Verzet Nederland
- Plaquette
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer