Nijmegen, plaquette in het Waterkwartier

De plaquette in het Waterkwartier te Nijmegen herinnert aan de ontploffing van een V1-bom op 18 februari 1945. Bij dit bombardement kwamen zeker vier mensen om het leven. De namen van de slachtoffers luiden: Gerard van den Broek (53 jaar), Fransje Dams (5 weken oud), Truus van Emmerik (22 jaar) en An Migchielsen-Brouwer (33 jaar). Vanaf de bevrijding van Nijmegen in september 1944 lag de stad in de frontlinie. In het Waterkwartier werden vele geallieerden soldaten gelegerd. Vanuit onder andere dit deel van de stad werden Duitse stellingen in de Betuwe en Kleve onder vuur genomen. Duitse troepen reageerden door terug te vuren. Veel huizen werden getroffen en er vielen slachtoffers. Over de stad vlogen ook V1-bommen. Deze bommen werden door middel van straalmotoren voortgedreven en konden over grote afstanden doelen treffen. De bijnaam was 'de vliegende bom'. De hoeveelheid springstof in de bommen was groter dan gemiddeld en bij ontploffing brachten ze grote schade aan. De bommen maakten deel uit de zogenaamde geheime wapens van het Duitse leger die de overwinning moesten brengen. In de ochtend van 18 februari 1945 om 05:28 viel één zo'n vliegende bom op de hoek van de Waterstraat en de Biezenstraat neer. De huizen op de hoek werden vernietigd. Er waren zeker vier doden te betreuren en vele gewonden. Ook veel huizen in de omgeving werden verwoest en onbewoonbaar verklaard. Oprichting De oprichting van het monument was een initiatief van Anton Ruijters. Hij woonde als 15-jarige jongen in het Waterkwartier en werd wakker van de enorme klap van de ontploffende V1-bom. Op straat zag hij de rokende puinhopen op de hoek van de Waterstraat en de Biezenstraat. Het initiatief is mede mogelijk gemaakt door de Zusters Clarissen van kloostergemeenschap “De Bron”, Jo Janssen, oud-bewoner van het Waterkwartier en natuursteenbedrijf/steenhouwerij van Leeuwe. Verder heeft de gemeente Nijmegen haar sympathie betuigd aan dit initiatief. Onthulling De plaquette werd op 18 februari 2010 onthuld door de heer J. van den Broek en mevrouw B. Plönes, nabestaanden van de slachtoffers.