Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Zwolle, monument in het Carolus Clusius College

Het monument in het Carolus Clusius College te Zwolle is opgericht ter nagedachtenis aan de leerlingen van het college die door oorlogshandelingen om het leven zijn gekomen. Het Carolus Clusius College heette ten tijde van de Tweede Wereldoorlog het Christelijk Lyceum, daarvoor het Rijks HBS. De namen van de negen slachtoffers luiden: Adrianus van Apeldoorn, Gerrit J. van Apeldoorn, Gezinus M. de Bruin, Wicher Dam, Coenraad Dijkstra, Herman J. Fernhout, Hendrikus Hulst, Almita Kaan en Jan W. Mobach. Adrianus van Apeldoorn is geboren op 13 oktober 1921 te Heerde. Hij was de jongste uit een gezin van vier kinderen. Hij had nog een zus en twee broers. Adrianus was sportief, speelde onder andere als eerste trommelslager bij de muziekvereniging in Heerde, hij had een vrolijk en open karakter. Zijn familie ervoer hem als een eerlijk en rechtvaardig persoon, die weigerde onrecht te aanvaarden. Ad ging na de lagere school in Heerde en Apeldoorn naar het Christelijk Lyceum in Zwolle. Hier werd hij voorzitter van de Zwolse Lyceïsten Bond en speelde mee in toneelstukken. Toen Ad in de examenklas zat, vroeg de wiskundedocent, een NSB’er, of hij een pakje sigaretten voor hem wilde halen. Dit weigerde Ad en vervolgens werd hij van school gestuurd. Na veel moeite, mede door bemiddeling van enkele docenten, werd hij weer toegelaten op school. Na zijn examen in 1941 ging Adriaan naar Utrecht om daar tandheelkunde te gaan studeren. Daar hield hij zich al gauw bezig met verzetswerk, zoals het stelen van persoonsbewijzen, het verzorgen van onderduikers en bonnen- en lectuurverspreiding. Na de weigering van de oproep om in Duitsland te werken en het niet ondertekenen van de loyaliteitsverklaring in 1943, besloot Ad om onder te duiken. Dit deed hij ondermeer in Hollandscheveld, in Sleen, bij zijn zwager en zus, en in Wapenveld. In de zomer van 1944 kwam hij terug in Heerde en verrichte meteen diensten in Binnenlandse Strijdkrachten-verband onder leiding van zijn broer H.A. van Apeldoorn. Ook hier dook hij onder, vanwege veiligheidsredenen. Ad bleef zich ferm inzetten voor het verzet. Als hij vermoedde dat er een klusje te klaren viel, dan fietste hij daar naartoe, desnoods door de afzettingen van de landwachters heen. Zo ook op de 13e van april. Hij werd bij een inval van Duitse parachutisten neergeschoten. Volgens ooggetuigen leefde hij nog toen een aantal burgers als represaille werden gefusilleerd. Omstanders moesten hem bij de neergeschoten mensen in een kuil leggen. Door een salvo is hij alsnog doodgeschoten. Vier dagen later, Heerde was die dag bevrijd door de geallieerden, werden de twaalf gevallenen opgegraven en geïdentificeerd aan hun kleding. Gerrit Jan Herman van Apeldoorn is geboren op 25 november 1922 te Heerde. Hij was de tweede uit een gezin van vier kinderen. Hij had verder alleen nog drie zussen. Herman was een sportieve jongen en volgde muzieklessen in Zwolle, mondharmonica en piano. Herman zat op de lagere school in Heerde. Vervolgens ging Herman naar het Christelijk Lyceum in Zwolle. Nadat hij in 1942 examen gedaan had, ging hij naar de M.T.S. in Dordrecht. Dit vond hij een stuk minder leuk dan verwacht en in 1943 ging Herman weer terug naar Heerde. Hij ging als laborant voor zeepfabriek ‘De Klok’ werken, een bedrijf waarvan zijn vader deels eigenaar was. Doordat hij een Ausweis kreeg van de fabriek, hoefde hij niet onder te duiken voor de arbeitseinsatz. Herman was lid van de Ordedienst, later van de Raad van Verzet en de Binnenlandse Strijdkrachten te Heerde. Op 11 april werd hij ingedeeld bij een droppingploeg die opereerde in de omgeving van Barneveld. Hij had de taak Engelse militairen en hun voertuigen te gidsen naar Heerde en Epe, ter verdediging van de Klementbrug en Vemderbrug. Deze dropping ging niet goed. De voertuigen kwamen goed aan de grond, maar helaas hadden zich Duitsers verzameld bij de droppingszone. Hierom zijn de manschappen niet afgeworpen. Herman wist, samen met Johan Middelbeek uit Apeldoorn te ontsnappen uit het droppinggebied in de omgeving van Barneveld. Samen zijn zij door de bossen, die zwaar bewaakt werden door de Duitsers, naar Apeldoorn gegaan. Dicht bij Amersfoort werden zij aangehouden door Duitsers, die hen overbrachten naar een villa om ze daar te ondervragen. Herman werd na verloop van tijd vrijgelaten, maar Johan Middelbeek moest blijven, omdat hij geen persoonsbewijs kon laten zien. Een uur later werd ook Johan Middelbeek vrijgelaten. Nadat hij hiervan was teruggekeerd, is hij de avond van 12 april naar de Klementbrug gegaan, om samen met zijn vrienden de brug te bewaken. Hij vond dat het zijn plicht was om nogmaals actief te zijn bij zijn verzetsgroep. Tijdens een vuurgevecht met de Duitsers is hij vrijwel meteen doodgeschoten. Herman van Apeldoorn en Ad van Apeldoorn werd samen met hun commandant Bé van Dijk herbegraven op de begraafplaats aan de Mr. Nijhoffstraat te Heerde. Hendrikus Hulst is geboren op 22 februari 1925 te Elburg. Henk legde in 1942 op het Christelijk Lyceum examen af in HBS-A. Op het moment van overlijden was zijn beroep boekhouder. Henk zat bij Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO) Elburg/Doornspijk en was actief verspreider van Strijdend Nederland. Zijn uitgangspunt was: 'Ik strijd voor een heilige zaak waarvoor God mij geroepen heeft. Moest ik dat vroeger zonder wapens doen, thans heeft God mij die wapens gegeven en ik moet gaan’. Henk vond al snel dat er gestreden moest worden tegen het Nationaalsocialisme. Ondanks het verbod van thuis hield hij zich al gauw bezig met gevaarlijke verzetswerken. Hij was voor geen enkel gevaar bang, het enige doel dat hij zag was: ‘Strijden voor de goede zaak voor God, Nederland, en Oranje’. Niemand heeft hier ooit wat van gemerkt, aangezien hij het met ernstige voorzichtigheid deed. Zo is hij bezorger geweest van Strijdend Nederland en heeft tijden lang het illegale krantje vanuit Kampen naar Elburg gebracht. Deze dingen werden altijd geheim gehouden voor zijn eigen familie. Binnen de LO-ploeg stond Henk bekend om zijn kundigheid en later ook op het gebied van wapens. Ook bestudeerde hij al maanden de Engelse taal, om hiermee als verbindingsofficier van dienst te zijn. Mede hierom werd hij met de NSB’ers uitgenodigd voor belangrijke opdrachten. Zo ook voor de actie bij de Klementbrug, waar ook hij is doodgeschoten door de Duitsers. Jan Willem Mobach is geboren op 22 oktober 1924 te Keboemen, Nederlands-Indië. Hij is door zijn ouders, Tjebbe en Klasina Mobach, evangelisch opgevoed. Jan Willem deed in 1942 eindexamen en is daarna medicijnen gaan studeren bij de Vrij Universiteit in Amsterdam. Dat deed hij samen met zijn broer. Ze raakten daar allebei betrokken bij verzetsactiviteiten. Er wordt gesuggereerd dat beiden gearresteerd zijn tijdens een studentenfeest en in smoking zijn afgevoerd naar het politiebureau. Op 25 mei 1944 kwamen zij in kamp Amersfoort. Door hun studie waren zij daar als arts en ziekenverzorger, om het lijden van hun medekampbewoners te verlichten. Op 10 oktober 1944 zijn zij op transport gezet richting kamp Neuengamme. Jan Willem is overleden aan darmontsteking, op 9 december 1944 om 00.30 uur. Zijn broer heeft kamp Neuengamme overleefd. Gezinus Marie de Bruin (roepnaam Boy) is geboren op 4 september 1921 te Zwolle. Boy deed in 1939 eindexamen op het Christelijk Lyceum voor HBS-A. Daarna is hij naar Amsterdam gegaan om daar te gaan studeren. Hij kwam al snel in contact met het studentenverzet daar. Hij was lid van de studentencontactgroep ‘De Geus’. Dit was een illegaal blaadje, gemaakt door en voor studenten. Verder hielp Boy vooral joden onder te duiken en hielp hij, samen met anderen, gearresteerde verzetsstrijders te ontsnappen. Waarschijnlijk is hij gearresteerd, nadat hij door iemand uit eigen kring hem verraden had. Hij werd op 26 augustus 1944 gearresteerd in Amsterdam. Hij wordt eerst gevangen gezet in het Huis van Bewaring in Amsterdam. Vervolgens wordt Boy op 29 augustus 1944 geregistreerd in kamp Amersfoort. De opgegeven reden van zijn arrestatie is het ontduiken van de Arbeitseinsatz. Hij vertrekt samen met 1150 andere gevangenen op 8 september 1944 met een transport naar kamp Neuengamme Waarschijnlijk is Boy al snel op transport gezet naar het buitencommando Dalum. Op 25-03-1945 wordt het kamp geëvacueerd en wordt hij weer naar kamp Neuengamme getransporteerd. Van daaruit is Boy opnieuw op transport gesteld, nu naar het buitenkamp Sandbostel. Hij is waarschijnlijk op 08-04-1945 daar naartoe vertrokken. Hij staat op een lijst van de aanwezige gevangenen in kamp Sandbostel, die dateert van 24-04-1945. Omdat Boy de Bruin nooit is teruggekeerd en er geen gegevens op het Informatiebureau aanwezig zijn die in strijd zijn met de verklaringen van de representanten heeft men aangenomen dat G.M. de Bruin is overleden tijdens of vlak na het transport van Neuengamme naar Sandbostel en op zijn vroegst op 08-04-1945 en op zijn laatst 24-04-1945. Als overlijdensdatum wordt dan ook 24-04-1945 als juist aangenomen. Coenraad Dijkstra is geboren op 1 juni 1924. Hij volgde op het Christelijk Lyceum het gymnasium, maar werd in de vierde klas niet bevorderd en is van school gegaan. Hij is gaan werken als administrateur bij Van Gend en Loos, maar toen hij door dat bedrijf naar Duitsland gezonden dreigde te worden, dook hij in 1943 onder. In november van dat jaar is hij actief geworden bij de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers uit godsdienstige en vaderlandslievende principes. Coenraad werkte onder de schuilnaam Dick ten Klooster. Waarschijnlijk was hij betrokken bij pilotenhulp en maakte hij deel uit van de van de groep van Johannes Post. Ook was hij medewerker van rayonleider Noord-Westhoek. Uiteindelijk zat Coenraad ondergedoken in Nijverdal en bezocht van hieruit af en toe zijn ouders in Zwolle. Op 11 juli 1944 is hij gearresteerd, toen hij samen met andere verzetslieden in een auto richting Zwolle reed. Hij werd vastgezet in het Huis van Bewaring te Arnhem, waarschijnlijk heeft hij hier gezeten totdat hij naar kamp Amersfoort werd gestuurd. Op 29 augustus 1944 is hij in kamp Amersfoort geregistreerd. De opgegeven reden van arrestatie is het ontduiken van de Arbeitseinsatz. Op 8 september 1944 is hij op transport gezet naar kamp Neuengamme. Waarschijnlijk is Coenraad met een van de eerste transporten naar Husum-Schwesing gebracht. In dit kamp is hij op 10 november 1944, om 07.25 ’s ochtends aan de gevolgen van bloedvergiftiging overleden. Op 12 november 1944 is hij begraven op het Ostfriedhof van Husum. Herman Jacob Fernhout is geboren op 17 maart 1925 te Zeist. Hij was de zoon van de toenmalige rector van het Christelijk Lyceum. Het was een in zichzelf gekeerde en gevoelige jongen, met grote muzikale, creatieve en kunstzinnige aanleg. Hij organiseerde als scholier al huisconcerten, waar hij zelf Chopin vertolkte. In 1944 doet Herman examen in Gymnasium. In eerste instantie wordt hij afgekeurd om voor de Duitsers te werken in de Arbeitseinsatz. Uiteindelijk is hij door een landwachter alsnog opgepakt. Deze landwachter vond hem wel geschikt voor de tewerkstelling in Duitsland. Op 26 augustus 1944 komt Herman aan in kamp Amersfoort.De opgegeven reden van zijn gevangenschap is het weigeren te werken in Duitsland. Op 8 september wordt Herman op transport gesteld naar kamp Neuengamme, Duitsland. Daar komt hij midden september aan. Hij is waarschijnlijk met een van de eerste transporten naar het buitenkamp Hamburg-Hammerbrook/Spaldingstrae vervoerd. Volgens de officiële overlijdensakte is Herman hier op 3 februari 1945 om 9 uur ’s ochtends overleden aan de gevolgen van darmontsteking, Hij is begraven op de begraafplaats Hamburg-Ohlsdorf in Hamburg. Wicher Dam is geboren op 8 december 1919 te (ambt) Hardenberg. Hij had een broer Klaas Dam. De familie Dam is protestants opgevoed. Wicher ging naar het Christelijk Lyceum en volgde de opleiding HBS-A. In 1940 deed hij met goed gevolg eindexamen. Daarna ging hij theologie studeren. Naast zijn studie was hij ook plaatsvervangend leider van het distributiekantoor van Den Ham. In 1943 werd hij lid van de Twentse knokploegen. Op 29 november 1943 heeft Wicher deelgenomen aan een overval op het arbeidsbureau van Ommen. In januari 1944 heeft hij de auto van de burgemeester van Den Ham overvallen. Er hebben meerdere overvallen plaatsgevonden, maar daarvan is onbekend of Wicher Dam daarbij een rol heeft gespeeld. Daarna besluit hij onder te duiken in Lemele. Jan Seigers neemt Wicher Dam op in zijn woning. In juni 1944 sluit de Twentse knokploeg zich aan bij de landelijke organisatie. Op 28 juni 1944 overvalt Jan Seigers samen met Wicher Dam, Dick Ruiter, Jan Ekkel en Kees Metz het Nederlandse Arbeidsdienst-kamp bij Heemse-Hardenberg. Wat het hun oplevert is een Philips radiotoestel, aanwezige sleutels, 20 colbertkostuums, 20 paar burgerschoenen, overhemden, onderkleding, vorken en messen, partij dienstsokken, enkele dekens en uniformstukken van de Nederlandse Arbeidsdienst en een zak met trompetten. ‘Op 29 juni 1944 zijn er veel geallieerde bommenwerpers in de lucht. Bij Vroomshoop maakt een grote Amerikaanse bommenwerper, een Boeing Fortress (vliegende vesting) een noodlanding. De “Pride of Chekalis”. De bemanning heeft het vliegtuig al voor deze landing verlaten met parachutes. Mogelijk hebben Jan Seigers, Wicher Dam en Ge Jansen deze parachutes zien zweven. Vlakbij het kamp Junne worden ze gearresteerd door Duitse mariniers. De 3 “illegalen” worden overgebracht naar kamp Junne, waar ze de nacht doorbrengen.’ Ze worden in Ommen verhoord. Daarna belandden ze in de Koepelgevangenis van Arnhem en van daar in het concentratiekamp Vught. Op 22 juli 1944 zit Wicher in de ziekenboeg. Hij wordt hier behandel voor schurft. Rond Dolle Dinsdag, 5 september 1944, gaan ze op weg naar hun voorlopige eindbestemming, het concentratiekamp Sachsenhausen. Gerard Jansen, “de Lange Hollander”, overleed hier. Jan Seigers is nog in verscheidene kampen geweest, in totaal 13, maar is als laatste in kamp Sachsenhausen. Hier overleeft hij de dodenmarsen van Sachsenhausen naar Lübeck, waar hij door het Russische leger wordt bevrijdt. Wicher Dam blijft achter in Sachsenhausen. Hij maakt de bevrijding van Sachsenhausen nog mee, maar hij was ziek. Hij had tuberculose. En overleed hieraan op 29 mei 1945. Almita Kaan is op 10-05-1921 in Tampice, Mexico geboren. In 1940 heeft ze haar eindexamen op het Christelijk Lyceum gehaald. Hierna is ze waarschijnlijk de opleiding tot verpleegkundige gaan volgen. Haar vader zat zonder beroep en haar moeder was hoofdonderwijzeres. In 1941 is ze naar Zwitserland gevlucht en heeft hier een tijd vastgezeten. Tegen het einde van 1943 is ze weer in Nederland opgedoken. Wat er in die tussentijd is gebeurd en waar ze gezeten heeft kan niet met zekerheid gezegd worden. Op 26 januari 1944 neemt Almita waarschijnlijk een overdosis van het slaapmiddel feronal in, waar ze op 27 januari 1944 aan overlijdt. Oprichting De gedenksteen was een initiatief van de Zwolsche Lyceïsten Bond. ‘Alles gaat practisch weer zijn gewone gang op het Zwolse Lyceum’, schreef de Bond in de eerste schoolkrant na de bevrijding, ‘Het lijkt alles weer gewoon en we denken er bijna niet meer aan, dat er jaren zijn geweest, waarin we niet zomaar onze eigen school konden binnengaan, jaren, waarin de jongens van de hogere klassen niet het huis uit konden.’ Sterker nog, ‘wij vergeten zelfs maar al te gauw, dat er leerlingen van ons Lyceum zijn geweest, die door de Duitsers ter dood zijn gebracht, die hun leven gaven voor onze vrijheid.’ Leerlingen en oud-leerlingen brachten het geld bijeen voor de plaquette, die nu al zestig jaar herinnert aan de gesneuvelde lyceïsten. Onthulling Het monument in het Carolus Clucius College in Zwolle werd onthuld in november 1945.

Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards