Briefkaart van Antoon Jeuken aan de familie Aarnink, 11 april 1940

Briefkaart van Antoon Jeuken aan de familie Aarnink, 11 april 1940 geschreven te Berlicum tijdens mobilisatie Antoon Jeuken (12 januari 1916 geboren te Nijmegen) was dienstplichtig soldaat in het 17e Regiment Infanterie en was vanaf 27 augustus 1939 tot de capitulatie gemobiliseerd. Tijdens zijn mobilisatie schreef hij brieven aan zijn familie. Na de capitulatie was hij werkzaam als onderwijzer. 20 juni 1943 verloofde hij zich met Tiny Middendorp. 10 juli 1943 werden oud-gemobiliseerden opgeroepen voor krijgsgevangenschap en door Antoon Jeuken onder. In die tijd schreef hij 2 brieven die zogenaamd uit Duitsland kwamen om mensen te overtuigen dat hij in krijgsgevangenschap was gegaan. In december 1943 wist hij zo in Bergen legaal benoemd te worden tot distributieambtenaar. In die tijd schreef hij vele brieven aan zijn verloofde. In augustus 1944 door hij opnieuw onder, deze maal in Castenray onder de valse naam Piet Jansen. Vanuit hier kwam hij in contact met Amerikanen bij de luchtlandingen te Son en 24 augustus 1944 trad hij in dienst bij de Stoottroepen reg nr 0100037. 26 juli 1945 huwde hij Tiny Middendorp en 5 augustus 1945 ontving hij eervol ontslag uit de Stoottroepen op eigen verzoek. Inhoud Te Velde, 11April’40 Lieve Tantes, Ooms, neefjes en nichtjes, Tijd om brief te schrijven ontbreekt me geheel. Toch ben ik het feest van Tante Mietje niet vergeten. Van harte kom ik de Tantes en verdere Ooms, Tantes, neefjes en nichtjes gelukwensen met Uw verjaardag. Dat God U nog vele jaren mag sparen in voorspoed en gezondheid. 9 april ’s nachts zijn wij plotseling vertrokken, weer naar ergens in Nederland - op de stempel zie je wel, waar naar toe. Iets ten Z.O van ’s Bosch. Hoe lang we hier blijven mag God weten, ik hoop maar dat het spoedig afgelopen is. De toestand lijkt me voor ons land gelukkig niet zo ernstig meer als eergisterenavond. Verder maak ik het nog goed - alleen erg druk op bureau - maar het heeft ook z’n voordelen. Daar zal ik U hoop ik dezer dagen wel per brief over schrijven. Ik meen dat Oom Willem nog familie in ’s Bosch heeft wonen. Geeft U mij a.u.b. spoedig de adressen op - voor het geval dat wij langer mogen en bewegingsvrijheid genieten. Bij voorbaat mijn hart. dank. Lieve Familie, bid voor ons soldaten en voor Rie. Verder mijn zeer hartelijke groeten en Gods beste zegen van uw liefhebbende neef, Antoon