Eerste harlekijn wedstrijdpakje van Sjoukje Dijkstra, 1951

Eerste wedstrijdpakje van Sjoukje Dijkstra 1951. Dit Harlekijnpakje droeg ze bij haar optreden op 24 januari 1951 op negenjarige leeftijd. Eind 1950 ontwerpt de schaatslerares Annie Verlee een ijsballet, waaraan alle kinderen van de club deel mogen nemen. Er wordt ijverig geoefend en op 24 januari 1951 wordt het opgevoerd. Ook Sjoukje heeft er een rol in. Zij mag als een Harlekijntje over het ijs dartelen en in zorgvuldig voorgeschreven bewegingen, leuke maar niet te moeilijke oefeningen laten zien. De opvoering wordt een groot succes. Het resultaat is dat er een paar maanden later een uitnodiging aan de club komt met het verzoek een aantal rijdsters deel te laten nemen aan demonstraties in de Duitse stad Krefeld. “Misschien ga jij ook wel mee”, vertelt instructrice Annie, “maar je moet eerst aan een paar heren uit Krefeld laten zien, wat je kunt. Durf je?” “Natuurlijk. Daar is toch niks aan. Ik doe gewoon mijn eigen kür.” (fragment uit 'Met vallen en opstaan : Sjoukje Dijkstra zonder franje' / Jan Hof 1981). Ze ging vervolgens met de tienjarige Joan Haanappel en Annie Verlee met een vrachtvliegtuig naar Londen om zes weken te trainen bij Arnold Gerschwiler uit Zwitserland. Het harlekijnpakje (rose/paars) bestaat uit 7 delen, nl.C 1148-1a rokje, C 1148-1b rokversiersel met 12 bellen, C 1148-1c lijfje, C 1148-1d muts met 5 bellen, C 1148-1e halsding met 8 punten en 7 bellen, C1148-1f en C1148-1g manchet-mouwtjes met bellen.