Verzorgingsraad voor Leiden
Geschiedenis van het archief: Inleiding 1. Oprichting Op initiatief van J. Bosma, directeur van de NV Leidsche Broodfabriek, werd op 20 november 1944 een vergadering belegd in het kantoor Breestraat 125. Tijdens die vergadering werd schriftelijk vastgelegd dat de heren Bosma, Kasteleijn (directeur van Van der Reijdens Meel- en Graanhandel en plaatselijk leider van het bureau Massavoeding), A.N. Mank (Plaatselijk Bureauhouder en later ook gemachtigde van de Provinciaal Voedselcommissaris) en J.A. Valk (administrateur van het gesticht Endegeest), ieder f 10,- hadden betaald om daarmee de Stichting Verzorgingsraad voor Leiden op te richten. De bedoeling was om de stichting ´de voedselvoorziening van de ingezetenen van de gemeente Leiden in alle geledingen te laten verzorgen´. Bij het vaststellen van de statuten is het doel omschreven als ´het welzijn van de ingezetenen der gemeente Leiden in alle geledingen te verzorgen´. Vanwege de slechte voedselsituatie zijn de werkzaamheden van de Verzorgingsraad uiteindelijk toch alleen op de voedselvoorziening gericht geweest. Het kenmerkende van de Verzorgingsraad was dat zij zich op de hele Leidse bevolking richtte, in plaats van de noden van een bepaalde groep tot haar uitgangspunt te nemen (1). Het dagelijks bestuur van de raad bestond uit Bosma (voorzitter), Kasteleijn (secretaris), D.C. Kok, apotheker (penningmeester) en H. van der Horst (tweede secretaris en algemeen assistent van het dagelijks bestuur). De overige aanwezigen op de eerste vergadering waren M.A. Diehl, leider van de Crisis Controle Dienst in Leiden, J. ter Haar, firmant van de textielfabriek Van Wijk en Co., C. van Vliet, voorzitter van de Leidsche groentenveiling en Jac. Wilbrink, ex-wethouder van Fabricage (hij had zich ziek gemeld). Het bestuur van de raad werd binnen twee weken uitgebreid met A. van der Neut (schoolhoofd openbare lagere school) en G.P.E. Weijer (hoofd afd. algemene zaken gemeentesecretarie)(2). Financiën De inkomsten van de stichting mochten bestaan uit subsidies, giften en toevallige baten. Op de eerste vergadering werd, op voorstel van Kok, een commissie ingesteld om te bezien hoe en bij wie geld ingezameld zou worden. De commissie bestond uit Wilbrink, Kok, Diehl en Van der Horst. De commissie maakte met opzet geen werkplan. Men stelde voor dat de leden van de raad zelf fondsen wierven, maar wel onderscheid zouden maken in de manier van fondsenwerving bij verschillende groepen particulieren. Er werd geen begroting opgesteld omdat de behoefte aan fondsen ongelimiteerd was. De raad opende een rekening bij de Amsterdamsche Bank, waar Weijer de contactpersoon was. Al snel kwamen enige grote giften binnen die het beginkapitaal van de raad vormden: f 50.000 van de Firma J.J. Krantz en Zn. (textiel), f 50.000 van J. Splinter (fabrikant van cementwerken en aannemer), f 5.000 van de Firma D. Kaay en Zn. (aannemers) en f 1.000 van een onbekende gever. Daarna stokten de giften echter, zodat begin februari ´45 werd voorgesteld een garantiefonds te vormen, waarin de toegezegde gelden eigendom zouden blijven van de garanten totdat de raad hen nodig had. Uiteindelijk kwamen nog twee anonieme giften binnen, één van f 5.548 en één van f 2.236 (3). Werkzaamheden In de hongerwinter van 1944-1945 werd meer dan 4.000 ton voedsel naar Leiden gehaald waar de Verzorgingsraad op enigerlei wijze iets mee te maken had. De bemoeienis van de Verzorgingsraad kon bestaan uit het opsporen van schepen en brandstof, het verstrekken van premies, het verstrekken van molestverzekeringen of garanties zodat bedrijven het risico van vervoer konden nemen, het lospraten van toewijzingen, het aankopen van voedsel en het in de normale distributie brengen van door de illegaliteit gestolen voedsel. Na de oorlog liet Kasteleijn weten dat het bureau Massavoeding een financiële reserve had kunnen kweken voor als de oorlog langer geduurd had, die te danken was aan het feit dat het bureau dankzij de Verzorgingsraad goedkoop had kunnen inkopen. Dit financiële overschot werd in het Burgerijfonds gestort. Er werd ruim 400 ton brandstof gekocht door de raad, waardoor de centrale keuken en de bakkerijen een maand konden draaien. Veertig zieken werden verzorgd. De extra kaart maakte vijftien maal de distributie van een extra verstrekking mogelijk. De verzameling van de ´air-dropping´-goederen verliep soepel. Deze resultaten werden vooral bereikt door het met veel geduld schipperen tussen de Nederlandse en Duitse autoriteiten, het bedrijven en de illegaliteit (4). Archief Het archief werd in 1995 in bewaring gegeven bij het Gemeentearchief Leiden door prof. dr. P.W. Kasteleyn, zoon van de secretaris van de Verzorgingsraad. Bij inventarisatie bleken zich in het archief ook stukken te bevinden die W.A. Kasteleijn uit hoofde van zijn andere functies ontvangen of opgemaakt had.
- W.A. Kasteleijn , 1944-1951
- Archieven Erfgoed Leiden en Omstreken
- archief
- NL-LdnRAL-0257
- welzijnszorg
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer