Notitie

Dergelijke uitkeringen voor nabestaanden van een gevallen illegale strijder werden vanaf juni-juli 1945 overgenomen door de Stichting '40-'45. Henk Rodenburg (14-02-1919 – 11-08-1944) was voor de oorlog werkzaam bij de Leidse Arbeidsbeurs. In 1941 werd hij aangesteld bij het nieuwe Gewestelijk Arbeidsbureau, waar hij opklom tot chef Jeugdregistratie. In 1943 raakte hij betrokken bij illegale activiteiten. Vermoedelijk kon hij er voor zorgen dat jongeren niet naar Duitsland hoefden. In februari 1944 werd hij met vier anderen aangewezen om controles te gaan verrichten bij bedrijven, die gegevens hadden moeten insturen voor het Zurückstellungsverfahren. In overleg met de ontslagen directeur H. Hazelhoff dook hij met vier andere ambtenaren onder. In april 1944 was hij al medewerker van de illegale organisatie de TD-groep. Deze was genoemd naar de hoofdactiviteit, het zorgen van valse Tweede Distributiestamkaarten voor onderduikers. Voor de TD-groep werd hij een reizende instructeur. Op 20 juni 1944 werd hij toevallig gearresteerd met belastend materiaal in zijn tas. Op 11 augustus 1944 werd hij gefusilleerd in Kamp Vught. Niemand wist precies wie hij was. Hij had namelijk een compleet nieuwe en waterdichte identiteit. Onder zijn nieuwe naam werd hij gecremeerd. Na de oorlog heeft Lex Bernard hem steeds genoemd als medewerker van zijn Nederlandse Verzetsorganisatie. Dit is niet helemaal correct. De NVO bestond pas onder die naam vanaf september 1944. Tot die tijd was Bernard zelf direct betrokken bij de LO. Ook Rodenburg heeft zaken geregeld voor kennissen, die bij de LO waren betrokken. En tussen maart of april en juni 1944 was hij medewerker van de TD-groep. Rodenburg was kostwinner voor zijn vader. Notitie van de Vertrouwensraad der Illegaliteit over de steunuitkering aan G. Rodenburg, vader van Hendrikus Rodenburg.