Bescheinigung

Zaterdag 21 oktober 1944 verspreidde zich het gerucht dat de Duitse autoriteiten dekens en kleiding zouden gaan vorderen. Voor de ingeleverde goederen zou een vergoeding worden betaald. Op 6 november verscheen een Bekendmaking en werden strooibiljetten verspreid, dat per gezin of adres met een mannelijke inwoner de volgende dag voor in totaal f. 72,50 aan dekens en kleding moest worden ingeleverd bij een van de 10 daarvoor aangewezen posten. Wegens dreigementen met huiszoeking en bestraffing gaf een deel van de bevolking gehoor aan het bevel. Inderdaad werden gedurende enkele dagen door militairen straten afgewerkt en huiszoekingen verricht. Waarschijnlijk is dat slechts in een deel van de stad gebeurd. De textiel was al jaren zeer schaars verkrijgbaar, zodat vooral het minder draagkrachtig deel van de bevolking alleen nog maar lijfgoed had. Daar viel dus niets te halen. De aangekondigde vergoeding is niet uitbetaald. Door een of meerdere illegale organisaties zijn valse inleveringsbewijzen verspreid, waarmee bij huiszoeking kon worden aangetoond, dat aan de verplichting was voldaan. Verklaring van de Beauftragte des Reichskommissars für die Provinz Süd-Holland Schwebel, dat J. Buurman aan zijn inleveringsplicht voor textiel heeft voldaan.