Rooms-katholieke parochie van Sint Willibrordus te Utrecht
Woord vooraf In deze bundel zijn de inventarissen opgenomen van de archieven van de Utrechtse parochies zoals deze in 1855 werden gevormd na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie: H. Dominicus, H. Augustinus, H. Willibrordus, H. Catharina, H. Martinus en OLV Tenhemelopneming. De parochies van de H. Dominicus en de H. Willibrordus zijn opgeheven. Het kerkgebouw van de H. Martinus is gesloten. De archieven van deze parochies kunnen dus als afgesloten worden beschouwd. Met uitzondering van de kerk van OLV Tenhemelopneming waren de kerkgebouwen gelegen in het gebied binnen de singels. De territoria strekten zich echter uit tot en soms voorbij de palen van de stad. Aan het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw leidden de groei van de bevolking en de uitbreiding van de stad tot de bouw van nieuwe kerken en werden de parochiegrenzen dienovereenkomstig aangepast. De archieven van deze latere parochies zijn niet in deze inventaris opgenomen. Dit geldt uiteraard wel voor de archivalia van de bonte reeks staties die op de een of andere wijze voorgangers van de in 1855 gevormde parochies kunnen worden genoemd. Hoe dit ingewikkelde proces is verlopen, wordt in de deelinleidingen tot de verschillende archieven vermeld. De algemene inleiding geeft een beeld van de ontwikkeling van de rooms-katholieke parochiële organisatie in de stad Utrecht na de reformatie. De inventarissen zijn samengesteld door J.A.C. Mathijssen (H. Martinus, 1984; H. Dominicus, 1988) en A. Pietersma (OLV Tenhemelopneming, 1991; H. Willibrordus, 1992; H. Augustinus, 1992). De algemene en de deelinleidingen zijn voor het overgrote deel geschreven door D.J. Wijmer. Bij de eindredactie, waaraan ook mevrouw J.N. van der Meulen een onmisbare bijdrage heeft geleverd, hebben de twee eerstgenoemde inventarissen een grondige bewerking ondergaan. Dit geldt ook voor de inventaris van het archief van de H. Catharina, waarvoor gebruik kon worden gemaakt van de voorlopige inventaris die mevrouw E.J.A.M. Grijpink, inmiddels Fischer-Grijpink, in 1984 als stagiaire vervaardigde. De hier beschreven archieven bevatten een unieke schat aan gegevens over rooms-katholiek Utrecht na de reformatie, een periode waarin de rooms-katholieken zo'n 30-40% van de totale bevolking van de stad uitmaakten. Dank gaat uit naar het aartsbisdom, de verschillende kerkbesturen, het bestuur van de Broederschap van OLV van Kevelaer en de provinciale orden van de dominicanen en de augustijnen voor de bereidwilligheid hun stukken aan de zorgen van de Gemeentelijke Archiefdienst Utrecht toe te vertrouwen. december 1992, A. Pietersma
- Archieven Utrecht
- Archief
- 822-3
- Religie en Levensbeschouwing
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer