![](/img/placeholders/archief.png)
Archief van het heilige geesthuis
Oprichting <br/>In 1307 bepaalden heer Erembrecht en zijn vrouw Sophie in hun testament, dat zij een huis en hoeve, stukken land binnen en buiten de stad en alles wat er na hun dood over zou blijven, ter beschikking stelden van een te stichten huis, dat ter ere van de Heilige Geest het Heilige Geesthuis zou heten. <br/>Doel <br/>De bezittingen van het Heilige Geesthuis moesten worden aangewend om de 'huiszittende armen' (aan huis gebonden armen die niet konden werken of bedelen) op zon- en feestdagen van voedsel te voorzien. Vanaf 1417 hielden de beheerders zich uitsluitend bezig met het doen van uitdelingen (preuves) en dat is zo gebleven. In de loop van de tijd werden de preuves slechts één keer per jaar verstrekt, omstreeks 10 oktober. <br/>Beheer <br/>Eerst moesten bepaalde familieleden op het beheer toezien en na hun overlijden de Domdeken en twee burgemeesters van Utrecht. Deze drie personen wezen een persoon aan die belast werd met de administratie, de uitdelingen e.d. Deze f unctionaris werd onderprocurator genoemd, vanaf 1920/21 rentmeester. In 1811 werden de kapittels opgeheven. De Domdeken had in 1818 voor het laatst zitting als beheerder. Nadien stelde de burgemeester als superintendent de rekeningen vast en hij kende de preuves toe Archief van het heilige geesthuis
- dossier
- MF2561262
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer