Het Leven kon zo mooi zijn : Dagboek van een Joods Meisje 1933-1942

Ruth Maier wordt geboren in Wenen en groeit op in een gegoed Joods milieu. Ze houdt van literatuur, van theater, is nieuwsgierig en spitsvondig, en een scherp observator van haar omgeving. Wanneer de nationaal-socialistische regering in Oostenrijk aan het bewind komt en Duitse troepen in 1938 Wenen binnentrekken moet haar familie vluchten. Begin 1939 emigreert Ruth in haar eentje naar Noorwegen, een land dat als relatief veilig wordt beschouwd. Daar sluit ze vriendschap met de Noorse dichteres Gunvor Hofmo. Ondanks hun hechte vriendschap voelt Ruth zich, zo ver weg van haar familie en vertrouwde geboortestad, vaak eenzaam. In 1942 stoppen haar dagboeknotities abrupt, als ze gedeporteerd wordt naar Auschwitz.