Inventaris van het archief van het Katholiek Meisjesgilde “Jeanne D’Arcgroep” van de parochie St. Anna te Tilburg
Inventaris van het archief van het Katholiek Meisjesgilde “Jeanne D’Arcgroep” van de parochie St. Anna te Tilburg, 1940-1945. Bereik en inhoud: Inleiding De Jeanne D’Arcgroep kan uit historisch oogpunt voor Tilburg als uniek worden beschouwd. De oprichting vond plaats op 10 mei 1940, de dag waarop Nederland door de Duitsers werd bezet. Alhoewel het Nederlands Meisjesgilde (later het Nederlands Padvindsters Gilde) al in 1916 werd opgericht, treffen wij in Tilburg nog geen meisjesgilden aan. Vanuit het Bisdom werd dit verboden. Pas na de bevrijding in 1945 ontstaan er in Tilburg Meisjesgilden, o.m. Gidsenbeweging Nederland, afd. Tilburg, Marie Adelheid van Nassaugroep par. Theresia. Francoise van Roessel was vanaf het begin nauw betrokken bij de Jeanne D’Arcgroep: Onder het episcopaat van de bisschop van ’s Hertogenbosch werd rond de jaren ’30 een instituut van vrouwen opgericht. Evenals in een klooster leefden zij in een gemeenschap, droegen echter geen uniform. Zij startten vanuit de Orthensestraat in Den Bosch en kregen als naam de diocesane leidsters met als opdracht zich in te zetten voor de vrouw en het meisje. Voor de jongens kende men al de padvinderij en ook voor de niet-rk meisjes. Voor de katholieken werd deze groep ‘verkenners’ genoemd, werd echter verboden voor de meisjes. Toch bleek er een behoefte om ook voor meisjes een beweging in het leven te roepen. Bovengeneodm instituut nam hiertoe het initiatief en zo ontstond het KMG, Katholiek Meisjes Gilde. Op 10 mei 1940 zou de eerste groep van start gaan in Tilburg. In verband met het uitbreken van de oorlog werd dit uitgesteld tot half juni van dat jaar. Kapelaan P. Kleijn, werkzaam in de parochie St. Anna, kreeg daartoe de opdracht. Als leidsters werden aangezocht Francoise van Roessel, Liesbeth Prince en Maria Zalm. De benamingen werden cheftaine en guido. Begonnen werd met 12 deelneemsters van ca. 16 jaar oud, allen afkomstig uit de parochie St. Anna. Al snel kwamen er aanvragen van elders uit de stad, zodat de groep uitgroeide tot 32 deelneemsters in 1942. De huisvesting, het hoofdkwartier, was in een huis op de Bredaseweg tegenover het kerkhof. Het uniform was bruin en bestond uit blouse, rok, riem (als verkenners), hoed en das. Midden 1942 werd het dragen van het uniform door de Duitsers verboden, ook dat vn de padvinders. De opzet, het programma, had veel gelijkenis met de verkennerij. Toch ging de groep door met haar activiteiten, o.a. handenarbeid en zang. In de periode van juni 1940 t/m 1942 werd in de zomeer gebivakkeerd. (kamperen mochten de meisjes niet) In 1940 één dag op proef (8september), in 1941 van 12 tot 15 juli in Middelbeers in de schuur bij boer Basten. Uit deze periode zijn ook de verslagboeken en van de wekelijkse bijeenkomsten. In 1942 ging de groep een volle week naar Lage Mierde. Gebivakkeerd werd bij boer Schots op het Vloeieind. De maaltijden werden verzorgd door Tante Trees van Loon, die naast boer Schots een groot huis bewoonde. (bakkerij, café, winkel) Buiten op het erf werden de maaltijden gebruikt. Toen de oorlog ten einde liep was ook de groep “op”. Verschillende leden kregen een baan buiten de stad of kregen een vriend. Ook meerderen onder hen werden gevraagd als leidster bij de meisjesverkennerij, waarvoor inmiddels wel toestemming was verkregen vanuit het Bisdom. Deze beweging die na de oorlog in 1945 landelijk werd opgezet kreeg de naam van Meisjesgidsen. Op donderdag 13 juni werd de eerste bijeenkomst gehouden van de 12 deelneemsters. Twee secties werden gevormd, sectie geel en sectie wit. In januari 1942 bestond de groep uit 4 secties met totaal 30 leden. (zie verder bijlage 1) Archiefvormers: Katholiek Meisjesgilde Jeanne D'Arc groep van de parochie St. Anna te Tilburg. ( Stelling F14)
- Katholiek Meisjesgilde Jeanne D'Arc groep van de parochie St. Anna te Tilburg.
- Archieven Regionaal Archief tilburg
- archief
- NL-TbRAT-1095
- 12.14 Diverse verenigingen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer