Wilhelminapolder (Walcheren), 1932-1965

Inleiding Ligging: Gemeente Arnemuiden Kadastrale grootte: 16 ha. Belastbare oppervlakte: 12.87 ha. Bedijkt: 1792. In 1792 werd het Arnemuidse Gat op kosten van de stad Middelburg uitgediept. Met de vrijgekomen grond werden de opgeslibde schorren aan de zuidkant van de Oranjepolder, langs de noordkant van het Gat, bedijkt. De polder is waarschijnlijk genoemd naar de echtgenote van stadhouder Willem V. De kosten voor onderhoud van de zeewering en de oververdediging waren hoog. Door het uitstekende oostelijke dijkvak in het Sloe heeft de polder veel te lijden gehad van stormvloeden. Door de stormvloed van 30 september 1911 werd de zeedijk op de hoek bij het Arnemuidse Gat zwaar beschadigd. Als gevolg van de doorbraak van de verbindingsdijk met de Oranjepolder, door toedoen van de stormramp van 1 februari 1953, liep de polder onderwater. Het grootste gedeelte van het water stroomde via de in het achterliggende deel van de polder gelegen verbindingsduiker weer terug naar de Oranjepolder. Op 4 maart daaraanvolgend was de polder weer watervrij. In het bedijkingsjaar van de polder werd er een overeenkomst met de Staten en Brede Geerfden van Walcheren gesloten het water van de polder af te mogen voeren op het eiland Walcheren. Na de ingebruikname van het gemaal Kleverskerke in 1938 wordt het polderwater daar naar toe afgevoerd. De polder behoorde toe aan één eigenaar. Van het archief is alleen het gedeelte bewaard gebleven, dat werd beheerd door dijkgraaf-ontvanger-griffier M.I. de Vos. Het archief dat destijds door dijkgraaf A.J. Klompé werd bewaard is door brand verloren gegaan. Voor de inventarisatie besloeg het archief een lengte van 0,15 meter. Na inventarisatie en selectie tot vernietiging bleef er 0,10 meter over. Walraven en Buijs, Oranjepolder, blz. 71-78. Wilderom, Tussen Afsluitdammen en Deltadijken III, blz. 95.