Waterkering Borsselepolder, 1906-1977 (1978)
Inleiding In 1870 is "de Wet van den 19den Julij, 1870, houdende vaststelling der voorwaarden, waarop aan calamiteuse polders in Zeeland tegemoetkoming uit 's Rijks schatkist kan worden verleend" tot stand gekomen. Deze wet hield in dat een polder (of een waterschap) die zichzelf te zwaar belast vond door de kosten van oeververdediging en zeewering, op zijn verzoek door Provinciale Staten met goedkeuring van de Kroon calamiteus kon worden verklaard. Er werd dan een afzonderlijk waterschap-de Waterkering In deze inventaris wordt de term "waterkering" gebruikt als uniforme aanduiding van dijken, zeeweringen enz. Met "Waterkering" wordt de bestuurlijke eenheid bedoeld. -werd opgericht, dat werd belast met de zorg (besturen, beheren en bekostigen) voor de zeewering en de vooroever (het "buitenbeheer"). Daarnaast bleef de zorg voor het waterbeheer en de polderwegen (het "binnenbeheer") berusten bij de polder die calamiteus was verklaard. Het hoogste bestuursorgaan van elke Waterkering was de dijkraad, bestaande uit vertegenwoordigers van de calamiteus verklaarde polder en van de daaraan grenzende polders. Daarnaast had iedere Waterkering het dijksbestuur, bestaande uit de voorzitter en enkele leden, die door de Kroon werden benoemd. Het Reglement voor de calamiteuze polders of waterschappen in Zeeland bevatte algemene bepalingen ten aanzien van de samenstelling en de bevoegdheden van de beide bestuursorganen. In het bijzonder reglement van de desbetreffende Waterkering was de samenstelling van de dijkraad en het dijksbestuur nader geregeld. De financiële middelen van de Waterkeringen waren het dijkgeschot, opgebracht door de ingelanden van de calamiteus verklaarde polder, en bijdragen van de aangrenzende (in de dijkraad vertegenwoordigde) polders. Indien deze inkomsten ontoereikend waren, kwam het tekort ten laste van het Rijk (tweederde gedeelte) en de provincie (éénderde gedeelte). De polder Borssele Het bijzonder reglement noemt de polder "Borsselen". Overeenkomstig de latere terminologie wordt in de inventaris gesproken over "Borssele". en het waterschap Ellewoutsdijk zijn in 1871 calamiteus verklaard. De dijkraad was samengesteld uit vertegenwoordigers van de waterschappen Ellewoutsdijk (zeven personen) en Ovezande (één persoon) en de polders Baarland (twee personen), Borssele (zes personen), Konings en Van Citters (samen één persoon), Nieuwe Kraaijert (twee personen), Nieuwe West-Kraaijert en West-Kraaijert (ieder één persoon) Het dijksbestuur bestond uit de voorzitter en drie leden. De dijkraad en het dijksbestuur werden bijgestaan door een secretaris-ontvanger, benoemd door de dijkraad. De Waterkering is opgeheven in 1906 als gevolg van het besluit van Provinciale Staten het calamiteuze waterschap Ellewoutsdijk vrij te verklaren. De polder Borssele is toen calamiteus gebleven. Daardoor is voor deze polder de Waterkering van de calamiteuze polder Borssele tot stand gekomen. De dijkraad was geformeerd uit vertegenwoordigers van de waterschappen Ellewoutsdijk (twee personen) en Ovezande (één persoon) en de polders Borssele (negen personen), Konings en Van Citters (samen één persoon), Nieuwe Kraaijert (twee personen), Nieuwe West-Kraaijert en West-Kraaijert (ieder één persoon). Het dijksbestuur bestond uit de voorzitter en twee leden. Ook hier beschikten de beide bestuursorganen over een secretaris-ontvanger, benoemd door de dijkraad. Deze Waterkering is opgeheven in 1977. Dit was een uitvloeisel van het intrekken van de Wet van 19 juli 1870 en het Reglement voor de calamiteuze polders of waterschappen in Zeeland Het reglement bleef van kracht ten aanzien van het afwikkelen van administratieve en financiële aangelegenheden van voorgaande dienstjaren. in hetzelfde jaar. Lotgevallen van de archieven Het archief van de Waterkering van het calamiteuze waterschap Ellewoutsdijk en de calamiteuze polder Borssele is na opheffing van de Waterkering in bewaring gegeven aan de Waterkering van de calamiteuze polder Borssele. Nadat ook de laatstgenoemde Waterkering is opgeheven, zijn de beide archieven overgedragen aan het waterschap De brede watering van Zuid-Beveland c.q. het waterschap Noord-en Zuid-Beveland. Thans berusten de archieven in de archiefbewaarplaats van het waterschap Zeeuwse Eilanden. Verantwoording van de inventarisatie Er bestaat geen volledige duidelijkheid over de wijze waarop de archiefvorming heeft plaatsgevonden. Aangenomen mag worden dat de archiefbescheiden oorspronkelijk grotendeels in series ingekomen en uitgaande stukken waren geordend. Later zijn de stukken zaaksgewijs her- en geordend. Voor de inventarisatie is gebruik gemaakt van het ordeningsschema van J.L. van der Gouw. Bij de selectie is uitgegaan van de Lijst voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden uit de archieven van de organen van waterschappen dagtekenende van ná 1850. Van de 9 m¹ die de archieven oorspronkelijk besloegen, is 4 m¹ te bewaren archiefbescheiden overgebleven. Aanwijzingen voor de onderzoekers De archieven zijn openbaar. Wijze van citeren Waterschap Zeeuwse Eilanden, archieven Waterkering calamiteus waterschap Ellewoutsdijk en calamiteuze polder Borssele en Waterkering calamiteuze polder Borssele, inv. nr. 4.
- Archieven Zeeuws Archief
- Archief
- 3115
- Verkeer en Waterstaat
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer