Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Doopsgezinde Gemeente te Goes, 1679-1980

1679 - 1980

Inleiding Nummer 1, het oudste bewaard gebleven actaboek, is niet het eerste geweest. Afgezien nog van het feit, dat de eerste Protestant te Goes omstreeks 1560 een Doopsgezinde was en sedert dien een sterk gegroeid getal Mennisten daar heeft gewoond (Piccardt, 159), wijst een aanteekening in nummer 1 der volgende inventaris er op, dat een ouder actaboek vernietigd is, 'omdat het zaken in sig begreep, die nu voor den kerckelijken vrede ten hoogste nadelig gekeurt is geworden'. Onder deze zaken zal ook behoord hebben een resolutie van burgemeesters en schepenen van Goes de dato 7 september 1665, welke volgens uitdrukkelijke last in het Mennonieten-gemeenteboek moest worden geregistreerd. Het betrof het onderteekenen door leeraren, voorzanger en kerkeraad van 12 artikelen, die gericht waren tegen sociniaansche dwalingen (Van Dale, 127). Ook deze 12 artikelen (Blaupot ten Cate, passim) moesten in het boek worden afgeschreven. De leeraar Joos Baroen en de voorlezer Jan Baroen weigerden die onderteekening. In verband hiermee was de kerkelijke vrede ernstig gestoord geweest. Het is thans te betreuren, dat om de herstelde vrede te bewaren het oude actaboek vernietigd moest worden. Gelukkig werden vele opteekeningen uit het oude overgebracht in het nieuwe, de oudste van 1641 november 21. Onder die opteekeningen zijn er ook van huwelijksbevestigingen, de oudste van 1663 maart 11. Geheel in overeenstemming met de toenmalige opvattingen geschiedden de drie huwelijksafkondigingen ('gingen de 3 geboden') op een publieke plaats, hetzij van de pui van het stadhuis, hetzij in de publieke kerk. Met het derde gebod was het huwelijk gesloten. Er was geen bezwaar tegen, dat het huwelijk in een besloten kerk nog eens bevestigd werd (Mulder, XIII). Bij resolutie van burgemeesters en schepenen de dato 14 november 1703, kregen de Doopsgezinden te Goes ook het recht van ondertrouw (Mulder, XX). Daar echter de gemeente in de 18de eeuw snel verminderde (in 1684 waren er 242 leden, in 1721 nog 47, in 1796 slechts 3), is het aantal van de op dergelijke wijze gesloten huwelijken zeer gering. Men vindt ze verspreid in inv.nrs 2 en 3. In inv.nrs 1 en 2 vindt men ook ledenlijsten, waarin vaak de geboortedatum is opgegeven. Onder de Retroacta van den Burgerlijken Stand van Goes bevindt zich een geboorteboek, afkomstig van deze gemeente, van 1689 december 21-1809 augustus 11 (nummer 7). In inv.nr 1 komt voor een 'Order en Reglement voor de Opsienders en Bedienaars' de dato 15 januari 1681. Wij leeren daaruit, dat elk hunner bij toerbeurt gedurende een maand als praeses, en gedurende een jaar als boekhouder fungeerde. Hoeveel dienaren er waren is niet duidelijk. Zooals gewoonlijk in de Doopsgezinde gemeenten was er geen gescheiden beheer, noch voor de gebouwen, noch voor de armen. De oudste vorm van rekeningen vindt men in het collecteboek (1677-1751); slechts van 1772-1800 is er op de gebruikelijke wijze rekening gedaan door de boekhouders. Een rekening over 1800-1803 is verloren gegaan. Wie in dien tijd de goederen en fondsen beheerde, is niet duidelijk, waarschijnlijk Jacobus de Jongh Wz. Over1803-1806 is de rekening gedaan door de weduwe van genoemden De Jongh. Nadien is de administratie gekomen in handen van notaris Adriaan de Jongh, welke niet (meer?) tot de Doopsgezinde gemeente behoorde. Er had geregeld ondersteuning plaats van één arm lid, de gebouwen (kerk, consistorie en pastorie) werden onderhouden en de geëischte belasting betaald. In 1828 deden de erven van Adriaan de Jongh rekening over het beheer van 1806-1828. Intusschen had het oudste lid der gemeente Jan Hemerijk Tak, die in januari 1806 met attestatie van Zierikzee was gekomen en 'zich verpligt achte de administratie der kerk voorloopig op zich te nemen', ook het beheer gevoerd, van 1811-1816. Hij inde de rente van 2 obligatiën en deed mee aan betaling van belasting en alimentatie. Het is bij dezen gang van zaken niet te verwonderen, dat de eenige gealimenteerde gedurende geruimen tijd van de beide walletjes at. Een derde administrateur was François Kleeuwens, die in januari 1811 eveneens met attestatie van Zierikzee gekomen, van 1815 af alle betalingen deed. In 1817 werd de achterstand met Jan Hemerijk Tak verrekend, terwijl de erven De Jongh tot 1828 de rente van de Grootboekinschrijvingen bleven ontvangen om hun vordering te liquideeren. Tot 1852 is het beheer gebleven aan F. Kleeuwens en zijn weduwe. Helaas zijn hiervan alleen de quitantiën bewaard. Van 1852-1870 trad S. Hemerijk Tak als beheerder op. Van Kleeuwens en S.H. Tak zijn ook afkomstig de zorgvuldig bewaarde reeksen van ingekomen en minuten van uitgaande stukken. Nadat in de negentiende eeuw van tijd tot tijd een Doopsgezinde predikbeurt van Ouddorp, Middelburg en Vlissingen uit had plaats gehad, werd in 1868 het beheer over de Goessche zaken en de verzorging eener regelmatige predikdienst overgenomen door de Middelburgsche gemeente. Men raadplege daarvoor inv.nr 3 en uit het archief der Doopsgezinde Gemeente te Middelburg inv.nr 36 (register van notulen voor Goessche zaken, 1868-1890). S. Hemerijk Tak behield de fondsen nog tot 1871 onder zich. Het waren waarschijnlijk de stukken, die op zijn beheer betrekking hadden, die in de vereenigde vergadering der Middelburgsche en Goessche kerkeraden op 28 october 1883 aan de Goessche werden ter hand gesteld om te vernietigen. Deze stukken waren genummerd 7, 8, 9 en 10; nummer 8 ontsprong den dans (inv.nrs 33 en 53). Toen in november 1889 de gemeente herleefde, kreeg zij niet aanstonds het beheer over haar fondsen terug; waarschijnlijk werd dit belet door de Haarlemsche gemeente, die met subsidies steunde. In 1905 kreeg Goes haar effecten terug en werd ook in dit opzicht weer zelfstandig. De dubbele administratie tot 1905 (feitelijk: ontvangsten door Middelburg, uitgaven door Goes) komt in inv.nrs 34-39 aan den dag, zie hiervoor echter ook archief Doopsgezinde Gemeente Middelburg, inv.nr 214. Het Aanhangsel bevat drie nummers, waarvan inv.nrs 51-52 volkomen terecht bij dit archief zijn gevoegd, omdat zij daar eigenaardig toe behooren. Van nummer 50 berust de toevoeging waarschijnlijk op een vergissing, tenzij dan als verontschuldiging voor het verdwijnen van geleend geld. Uit het merk 'A' blijkt, dat het reeds door S. Hemerijk Tak tot het archief is gerekend. Bij verwijzing naar dit archief zou bij voorkeur de volgende bronvermelding gebruikt moeten worden: Zeeuws Archief (ZA), archief Doopsgezinde Gemeente Goes (DG Goes), inv.nr(s) ..., daarna verkort als: ZA, DG Goes, inv.nr(s) ... Literatuur R.A.S. Piccardt, Bijzonderheden uit de Geschiedenis der stad Goes (Goes 1864) J.H. van Dale, 'Bijdrage tot de geschiedenis der Doopsgezinde Gemeente te Goes', in: Cadsandria (1858) S. Blaupot ten Cate, Geschiedenis der Doopsgezinden in Holland, Zeeland, Utrecht en Gelderland ... I (Amsterdam 1847) [ online versie ] A. Mulder, Retroacta van den Burgerlijken Stand in Zeeland ('s-Gravenhage 1925)

Organisatie
Collectie
  • Archieven Zeeuws Archief
Type
  • Archief
Identificatienummer van Zeeuws Archief
  • 37
Trefwoorden
  • Religie en Levensbeschouwing
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards