Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Zeeuwse Gasmaatschappij (ZEGAM), (1853) 1887-1969 (1971)

1853 - 1971

Inleiding In de inleiding komen de bedrijven aan de orde welke als archiefvormer zijn aangemerkt in de inventaris. Om praktische redenen is gekozen de volgorde waarin deze behandeld worden, te laten lopen van jong naar oud: ZEGAM, GMZ, PGZ en Gemeentelijk Gasbedrijf Goes. Geschiedenis van de instellingen Vanaf de tweede helft van de vorige eeuw werden in Zeeland gasfabrieken opgericht welke hun gas voornamelijk betrokken uit steenkool of petroleum. Veelal werd door gemeenten aan bedrijven een concessie verleend voor de plaatselijke gasverzorging. De voornaamste toepassing van gas was voor de straat- en huisverlichting. De meeste gasfabrieken stopten in 1953 hun eigen gasproduktie. Vanaf dat jaar kreeg een deel van Zeeland cokesovengas vanuit Sluiskil. Dit 'afstandsgas' kwam vrij uit de cokesfabricage. Cokes is steenkool dat van gas, zwavel en teer ontdaan is. Het kon alleen daar gebruikt worden waar gasleidingen aangelegd waren. Walcheren, Zuid-Beveland, Terneuzen, Axel, Hulst, Sint Jansteen en Sluiskil-Oost gebruikten Sluiskilgas. Tholen kreeg gas van de Staatsmijnen en West-Zeeuws-Vlaanderen ontving gas uit Zeebrugge. Zierikzee had een eigen propaanluchtmenginstallatie. De gemeenten welke niet op het gasnet waren aangesloten en geen pijpgasvoorziening hadden, konden flessengas, zoals propaan- en butaangas gebruiken. Deze 'gasloze' gebieden werden ook wel witte gebieden genoemd. Als gevolg van de ontdekking van de 'gasbel' in Slochteren begon de provincie Zeeland in 1964 met de voorbereiding op de komst van deze nieuwe energiebron. De voordelen van aardgas ten opzichte van het 'Sluiskilgas' waren de lagere prijs en het hogere rendement door de hogere calorische waarde. NV Zeeuwse Gasmaatschappij (ZEGAM) Overschakeling op aardgas Op initiatief van de provincie Zeeland wilden vertegenwoordigers van de provincie en de gemeenten Axel, Goes en Zierikzee de aansluiting op het aardgasnet regionaal regelen. Hierdoor waren fusies tussen de, voornamelijk gemeentelijke, gasbedrijven noodzakelijk (zie de bijlage voor een overzicht van de voorgangers van de ZEGAM). Hierna kwam men in de provincie Zeeland, met uitzondering van de gemeente Middelburg, op 16 maart 1965 tot één gasmaatschappij, de NV Zeeuwse Gasmaatschappij (ZEGAM). Het statutaire doel van de ZEGAM was het door middel van buisleidingen transporteren van gas en het oprichten, in stand houden en beheren van installaties daartoe. Hiertoe moest men onderhandelingen voeren met de NV Gasunie te Groningen, gasinkooppunten bouwen, transportleidingen aanleggen, distributie- en dienstleidingen aanpassen of vervangen en huishoudelijke apparatuur ombouwen. De Gasunie legde de hoofdtransportleidingen naar Sluiskil en Vlissingen. Er werden ook transportleidingen naar Tholen, West-Zeeuws-Vlaanderen en later naar Schouwen-Duiveland gelegd. Compressoren zorgden in deze leidingen voor het op druk houden en voor de voortstuwing van het aardgas (oorspronkelijk gebruikte de Gasunie geen compressorstations; de druk in de grond in Slochteren was voldoende voor het transport van aardgas door heel Nederland). Bij de ontvangstations, waar de druk gereduceerd werd, werd het gas in het distributiesysteem van de ZEGAM gebracht. Er waren 19 gasontvangstations: Tholen, Goes, Rilland, Kruiningen, Vlissingen, Souburg, Nieuwland, Oostburg, IJzendijke, Hoek, Terneuzen, Axel, Sas van Gent, Sint Jansteen, Schouwen, Sint Laurens, Aagtekerke, Schoondijke en Terhole. Deze stations werden gebouwd door de ZEGAM, de Gasunie leverde de installatie. De ZEGAM legde vanaf de leidingen van de Gasunie leidingen aan naar haar verzorgingsgebieden. Verder plaatste zij regelstations voor reductie van de druk naar distributiedruk, paste zij het hoofdleidingennet aan en saneerde zij dienstleidingen. Het voor aardgas geschikt maken van huishoudelijke gasverbruikstoestellen, zoals fornuizen en kachels, werd verricht door NV Gascon te Utrecht. De planning en materiaallevering hiervoor verzorgde de ZEGAM. Door de NV Zeeuwse Gas Montage (ZEGAMO) werd de plaatsing en aansluiting van nieuwe gasverbruikstoestellen verzorgd welke in de plaats van niet om te bouwen apparaten waren gekocht. Verder saneerde zij ook de binnenleidingen. De overgang op aardgas vond wijk- of dorpsgewijs plaats en voltrok zich binnen een week. De overgang op aardgas had ook voor de gashouders gevolgen. De bestaande lagedrukgashouders moesten worden gesloopt, omdat aardgas alleen onder hoge druk kan worden opgeslagen (inv.nr 51; Grote Winkler Prins Encyclopedie , 1980, 8ste druk). De ZEGAM moest maandelijks aan het Gasinstituut VEG (Vereniging van Exploitanten van Gasbedrijven) doorgeven hoeveel ongevallen met gas waren voorgevallen (inv.nr 93). Eén van de maatregelen welke genomen werden om het risico van gasverbruik te verkleinen, was dat het gas voorzien werd van een geur. Zodoende zou een openstaande gaskraan opgemerkt worden (inv.nr 92). Voortgang overschakeling op aardgas In 1966 werd een aanvang gemaakt met de overschakeling op aardgas. Per 31 december van dat jaar waren 8.064 aansluitingen omgebouwd in de gemeenten Terneuzen, Axel, Hulst en Sint Jansteen. In een gasloos deel van Sas van Gent kwamen 647 nieuwe aansluitingen. In 1967 werden 27.895 aansluitingen omgebouwd in Sluiskil en in niet nader gespecificeerde gemeenten in Zuid-Beveland, West-Zeeuws-Vlaanderen, Tholen en Walcheren. De witte gebieden welke aardgas kregen, waren Zaamslag en het overige deel van Sas van Gent dat in 1966 nog niet aangesloten was, met in totaal 429 aansluitingen. Over 1968 en 1969 zijn geen aantallen aansluitingen bekend, wel worden in de jaarverslagen de gasloze gemeenten vermeld welke aardgas kregen. In 1968 waren dat Clinge, Hoek, Sluiskil-West, Stroodorpe, Philippine, Biervliet, Driewegen, Hoofdplaat, IJzendijke, Westkapelle, Aagtekerke, Zoutelande, 's-Gravenpolder, 's-Heer Arendskerke, Sint Maartensdijk, Scherpenisse en Poortvliet. In 1969 werden de volgende gasloze gebieden ontsloten: Cadzand, Westdorpe, Heikant, Koewacht, Retranchement, Schoondijke, Westdorpe, Zuiddorpe, Vrouwenpolder, Meliskerke, Wolphaartsdijk, Oud-Sabbinge, Heinkenszand, Lewedorp, Hoedekenskerke, Nieuwdorp, Colijnsplaat, Kortgene, Oud-Vossemeer, Sint Annaland en Stavenisse. Nog niet aangesloten waren toen Sint Philipsland en Schouwen-Duiveland. Bij de fusie van de ZEGAM met de NV Provinciale Zeeuwsche Electriciteits Maatschappij was alleen Schouwen-Duiveland nog niet door de Gasunie aangesloten op het aardgasnet. Wel had ZEGAM reeds alle voorbereidende maatregelen genomen aldaar aardgas te leveren. Het wachten was nog op het moment dat de Gasunie het gasontvangstation aangesloten zou hebben op het landelijke aardgasnet. Organisatie Tijdens de voorbereiding van de oprichting van de ZEGAM bespraken de provincie en de (gemeentelijke) gasbedrijven een samenwerking met de PZEM. Dit zou dan gebeuren in de vorm van één bestuur met een directeur voor de electriciteit en één voor het gas. Van de zijde van de gasbedrijven werd hiervoor niets gevoeld, omdat men vreesde voor een te groot overwicht en een te grote invloed van de PZEM. De enige samenwerking welke werd bereikt, was die tussen de gemeenten en de provincie (inv.nr 8). Bij de oprichting van de ZEGAM koos men voor een regionale organisatie in de vorm van een naamloze vennootschap. Het kapitaal van de vennootschap bedroeg één miljoen gulden, verdeeld in duizend aandelen van duizend gulden. Aandeelhouders konden slechts zijn de provincie Zeeland en de gemeenten in Zeeland welke de distributie van gas binnen hun gebied aan de vennootschap opdroegen. Van de aandelen was 65% in handen van de Zeeuwse gemeenten, 35% van de provincie Zeeland. In de concept-statuten was aanvankelijk geregeld dat de gemeenten 60% en de provincie 40% van de aandelen in handen zouden krijgen (inv.nr 8). Elk aandeel gaf recht op het uitbrengen van één stem in de algemene vergadering van aandeelhouders. Deze besloot omtrent de bestemming van de winst, overname van gasbedrijven, uitbreiding van het gas-leveringsgebied, sluiten van overeenkomsten tot levering van gas aan de vennootschap en benoemde de leden van de raad van bestuur. Het bestuur van de vennootschap werd gevormd door een raad van bestuur. De belangrijkste taken van de raad van bestuur bestonden uit: de bezoldiging van het personeel, het verkrijgen en vervreemden van onroerende goederen voorzover dit een bedrag van 100.000 gulden niet overschreed, het opmaken en overleggen aan de vergadering van aandeelhouders van de balans en de verlies- en winstrekening. Onder goedkeuring van de vergadering van aandeelhouders stelde de raad van bestuur reglementen voor het personeel, gastarieven, meterhuren en begrotingen vast. De raad van bestuur benoemde uit zijn midden een dagelijks bestuur. Enige taken van dit college waren het uitvoeren van de besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders en van de raad van bestuur, het aangaan van overeenkomsten tot gaslevering aan derden en het benoemen, bevorderen en ontslaan van personeel, met uitzondering van leden van de directie. Onder de raad van bestuur stond een directie. Deze was belast met de leiding van het bedrijf, overeenkomstig door de raad van bestuur te geven richtlijnen. De leden van de directie werden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders uit een door de raad van bestuur opgemaakte voordracht. De directeur gaf leiding aan de feitelijke werkzaamheden. De directie bracht jaarlijks aan de raad van bestuur verslag uit. Het gebied van de ZEGAM was verdeeld in drie districten. District Noord bestond uit Schouwen-Duiveland en Zuid-Beveland, district West was Walcheren en district Zuid omvatte Zeeuwsch-Vlaanderen. De bedrijfsgebouwen van deze districten waren gevestigd in respectievelijk Goes, Vlissingen en Axel. Fusie met PZEM In 1967 onderzocht men wederom de mogelijkheid van een samenwerking of fusie met de PZEM. In eerste instantie zouden de PZEM en de ZEGAM opgeheven en een nieuw energiebedrijf opgericht worden. Het bleek echter voordeliger te zijn een fusie aan te gaan waarbij de ZEGAM geliquideerd en overgedragen werd met alle lusten en lasten aan de PZEM. Op 8 november 1968 besloot de algemene vergadering van aandeelhouders een fusie met de PZEM aan te gaan onder de nieuwe naam 'Provinciale Zeeuwsche Energie Maatschappij'. In 1969 werd overeenstemming bereikt over de ingangsdatum van de fusie, 1 januari 1970. NV Maatschappij tot Gasvoorziening Midden-Zeeland (GMZ) Op 30 december 1955 ontstond door een fusie tussen het Provinciaal Gasbedrijf Zeeland (PGZ) te Vlissingen en het Gemeentelijk Gasbedrijf te Goes de NV Maatschappij tot Gasvoorziening Midden-Zeeland (GMZ). Het doel van de samenwerking was de gasvoorziening op Walcheren en Zuid-Beveland te verbeteren door middel van het inkopen, verkopen en vervoeren van gas en het oprichten, in stand houden en beheren van installaties daartoe. Het was de bedoeling dat ook het gasbedrijf van de gemeente Middelburg zou deelnemen in de vennootschap, maar dit ging niet door. Wel werd in 1955 besloten dat het gasbedrijf van de gemeente Yerseke per 1 januari 1957 zou worden geliquideerd en in de GMZ zou worden opgenomen (zie voor stukken betreffende de gemeentelijke gasfabriek te Yerseke: Gemeente Reimerswaal, archief gemeente Yerseke 1715-1969, inv.nrs 1931-1972). Vanaf 1953 ontvingen het PGZ en de gemeente Goes 'afstandsgas' vanuit Sluiskil. In 1961, één jaar na de vondst van het aardgas in Groningen, werd bij de GMZ de mogelijkheid geopperd over te gaan op dit nieuwe gas. In 1963 werd een aanvang gemaakt met de voorbereidende werkzaamheden voor de overschakeling. In mei 1964 werd te Oostkapelle begonnen met de bouw van een hogedrukgashouder. Na overleg met de andere gasbedrijven in de provincie besloot de GMZ deel te nemen in een regionaal gasbedrijf. Op 14 december 1964 besloot de vergadering van aandeelhouders de vennootschap te ontbinden. Organisatie De NV GMZ was statutair gevestigd te Middelburg, de kantoren bevonden zich in Goes en Vlissingen. Het kapitaal bedroeg 300.000 gulden, verdeeld in dertig aandelen van 10.000 gulden. Op het moment dat de statuten werden vastgesteld, hadden zowel de provincie als de gemeente Goes tien aandelen. De overige tien aandelen waren gereserveerd voor de gemeente Middelburg, opdat deze te zijner tijd op gelijke voet als beide oprichters zou kunnen deelnemen in de vennootschap. Het bestuur van de GMZ was op dezelfde wijze als bij de ZEGAM verdeeld over een algemene vergadering van aandeelhouders, een raad van bestuur en een dagelijks bestuur. Provinciaal Gasbedrijf Zeeland (PGZ) In 1861 werd in Vlissingen een gemeentelijke gasfabriek opgericht, welke kolengas leverde. In 1880 werd de fabriek aan de Britse onderneming Imperial Continental Gas Association verkocht. Deze situatie duurde voort tot 1934. De gemeente stichtte toen samen met de NV Nederlandsch-Indische Gasmaatschappij te Rotterdam de NV Zeeuwsche Gas-maatschappij (Zegam) waarin ieder voor de helft deelnam. Begin jaren veertig wilde het college van Gedeputeerde Staten deelname van de provincie in de gasfabriek te Vlissingen, omdat de onderneming een belangrijk deel van Zeeland bestreek. Onder het gasleveringsgebied vielen Arnemuiden, Domburg, Koudekerke, Nieuw- en Sint Joosland, Oostkapelle, Ritthem, Serooskerke, Sint Laurens, Souburg en Veere. De gemeente Vlissingen ging met dit voorstel akkoord, de NV Nederlands-Indische Gasmij was reeds in 1940 uit de combinatie getreden. Resultaat van de samenwerking met de provincie was de oprichting van het Provinciaal Gasbedrijf Zeeland (PGZ) in 1943. Als toezichthoudend orgaan werd een Commissie van Bijstand ingesteld onder voorzitterschap van een lid van Gedeputeerde Staten (van de Commissie van Bijstand is in het archief van de PGZ het instellingsbesluit van 1943 niet aangetroffen. Dit bevindt zich wel in het archief van het Provinciaal Bestuur; zie Provincie Zeeland, archief Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten 1940-1949, inv.nr 63). De eigen gasfabricage werd overbodig in 1953. Sindsdien ontving men gas vanuit Sluiskil. In 1956 ontstond door een fusie met de gasfabriek te Goes de NV Gas-maatschappij Midden-Zeeland. Gemeentelijk Gasbedrijf Goes In 1860 startte de Utrechtse firma Verloop & Zoon een gasfabriek aan de Westhavendijk te Goes. Al na twee jaar werd het bedrijf verkocht aan de Algemene Neder-landsche Gaz Verlichting en Verwarming Maatschappij te Den Haag. In 1887 nam de gemeente Goes het bedrijf over. In 1914 en 1916 breidde zij het verzorgingsgebied uit met gaslevering aan respectievelijk Wilhelminadorp en Kloetinge. In 1929 werden de gasbedrijven te Kruiningen en Hansweert stilgelegd en de fabriek te Krabbendijke overgenomen. Deze ging onder de naam 'Oosteinde' gas leveren aan Krabbendijke, Kruiningen, Rilland-Bath, Schore en Waarde. Kapelle werd in 1930 op het Goese net aangesloten. De fabriek Oosteinde werd in 1933 gesloten. Sindsdien werd de gaslevering door Goes overgenomen. De gemeenten op Zuid-Beveland werden in 1953 aangesloten op het cokesgasbedrijf te Sluiskil. De fabriek in Goes stopte de eigen gasproduktie in 1954. Met de gasfabriek te Vlissingen richtte zij in 1956 de GMZ op. Lotgevallen van de archieven De archieven van de voorgangers van de ZEGAM waren bij de start van dit regionale gasbedrijf als voorstukken toegevoegd aan het te vormen archief. Toen in 1965 de werkzaamheden van de ZEGAM een aanvang namen, was nog geen geschikt gebouw voorhanden. Dit huisvestingsprobleem werd opgelost doordat het bestuur van de Stichting Verpleeg- en Rusthuizen Midden-Zeeland een leegstaande vleugel van het verpleegtehuis 'Ter Valcke' beschikbaar stelde. Pas eind 1967 werd het hoofdkantoor verplaatst naar Middelburg, in het hoofdgebouw van de PZEM. Hierdoor hoefde een nieuw kantoor niet gebouwd te worden. In 1990 ging de PZEM een fusie aan met de Waterleidingmaatschappij Zeeland onder de naam NV Delta Nutsbedrijven. Uit het archief van de ZEGAM bleken veel tekeningen, eigendomsbewijzen en vergunningen vervreemd en overgebracht, in eerste instantie naar het archief van de PZEM, later naar het archief van de Delta Nutsbedrijven. Deze bescheiden werden nog veelvuldig geraadpleegd. Ook zijn in het archief van de ZEGAM geen jaarrekeningen aangetroffen (ook in de archieven van het Provinciaal Bestuur zijn geen financiële stukken van de ZEGAM aangetroffen). De archieven van de ZEGAM en haar voorgangers zijn in 1996 ter bewerking overgebracht naar het Rijksarchief in Zeeland. In 1996 zijn door de Provincie Zeeland archiefbescheiden van de Zeeuwsche Gasmaatschappij en de Imperial Continental Gas Association overgedragen. Deze hadden aan het archief van het Provinciaal Gasbedrijf Zeeland (PGZ) moeten worden toegevoegd (zie inv.nrs 183-184, 189-190, 192). Na voltooiing van de werkzaamheden, heeft de beheerder van de archieven toegestemd in een blijvende bewaring van de stukken in het Rijksarchief in Zeeland. Verantwoording van de inventarisatie De archiefbescheiden verkeerden in redelijk goede en geordende staat. De archieven van de ZEGAM en GMZ waren vrij goed geordend, voornamelijk via de VNG-code. Dit gold niet voor de overige archieven. Bij het archief van de GMZ werden vier dozen aangetroffen met onder andere eigendomsbewijzen en gasconcessies die uit het archief van de GMZ, PGZ en haar voorgangers gelicht waren. Deze stukken zijn zo goed als mogelijk teruggeplaatst. Verder is de aangetroffen orde in het archief gehandhaafd. In de inventaris is een onderscheid gemaakt naar vier archiefvormers: ZEGAM, GMZ, PGZ en het Gemeentelijk Gasbedrijf Goes. De voorstukken van het PGZ zijn als gedeponeerd archief hierbij beschouwd, omdat in 1943 een ambtenaar van de provinciale griffie deze stukken zo bijeengebracht had (inv.nr 185). De door de Provincie Zeeland in 1996 overgedragen archiefbescheiden zijn toegevoegd aan het gedeponeerde archief van het PGZ. De oude orde van deze stukken is gehandhaafd. Hierdoor sluiten de beschrijvingen van inv.nrs 185 en 190 elkaar niet uit. Het in deze inventaris beschreven archief van het Gemeentelijk Gasbedrijf Goes is het archief van de directeur. Het archief van het bedrijf zelf is aanwezig in het Gemeentearchief Goes. Voor inventarisatie bedroeg de omvang van de archieven 25 meter, na selectie van de voor vernietiging in aanmerking komende stukken resteerde 6 meter. De materiële toestand van de stukken is redelijk. De gegevens voor de beschrijving van de gasbedrijven zijn ontleend aan de jaarverslagen en statuten (inv.nrs 1, 15), de Encyclopedie van Zeeland , deel 1, lemma 'gas', en afkomstig van de heer ir W.J. Akkerman, werkzaam bij Delta Nutsbedrijven. Aanwijzingen voor de gebruiker Daar de Provincie Zeeland deelnam in de ZEGAM en de GMZ, bevinden zich in de archieven van het Provinciaal Bestuur ook stukken betreffende deze bedrijven. Uiteraard bevinden zich in het archief van het Provinciaal Bestuur archiefbescheiden van de PGZ (zie Provincie Zeeland, archief Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten 1940-1949, inv.nrs 61-114). Indien men informatie zoekt omtrent de overige gemeentelijke gasfabrieken waarvan hier geen archieven zijn beschreven, kan men zich wenden tot de archieven van de desbetreffende gemeenten. Voor aanvullende informatie omtrent de gasfabrieken kan men in het Rijksarchief in Zeeland het bestand hinderwetvergunningen raadplegen afkomstig van de Arbeidsinspectie (toegang 358.1). De vergunningen zijn alfabetisch geordend op naam van de gemeenten en daarbinnen op straatnaam. De archieven zijn openbaar. Bij verwijzing naar deze archieven zou bij voorkeur de volgende bronvermelding gebruikt moeten worden: Zeeuws Archief (ZA), archieven Zeeuwse Gasmaatschappij (ZEGAM), inv.nr(s)..., daarna verkort als: ZA, ZEGAM, inv.nr(s)...

Organisatie
Collectie
  • Archieven Zeeuws Archief
Type
  • Archief
Identificatienummer van Zeeuws Archief
  • 435
Trefwoorden
  • Industrie, Handel en Dienstensector
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards