Comité Wandeltocht op Schouwen-Duiveland te Zierikzee, 1939-1971

Inleiding Vanaf 1935 werd de Wandeltocht Schouwen-Duiveland georganiseerd. Dit jaarlijks terugkerende evenement voor de wandelsportliefhebbers werd georganiseerd op een zaterdag en zondag, een of twee weken voor Pinksteren. Vertrek- en aankomstpunten waren als regel Zierikzee. Voor de oorlog werden tochten van 30 en 40 kilometer gehouden. Het evenement werd georganiseerd door een comité, dat stond onder leiding van de Zierikzeese leraar scheikunde en groot wandelsportliefhebber dr. J.C. Röhner. Secretaris-penningmeester was M. Doeleman HJzn. Het uitvoerende werk werd voor een belangrijk deel verricht door de Koninklijke Zeelandia te Zierikzee, waarvan Doeleman directeur was. Tijdens de oorlogsjaren 1941-1945 en 1953, het jaar waarin de watersnoodramp plaatsvond, werden geen tochten gehouden. Het aantal kilometers waarover gelopen werd varieerde. In 1940 werd een tocht van 40 kilometer georganiseerd. In 1946 werd weer begonnen met 30 kilometer. Vervolgens werden in 1947 tochten van 40 en 25 kilometer gelopen en een jaar later weer 30 kilometer. In 1949 werden tochten van 25 en 35 kilometer georganiseerd. In 1954 werd een tocht van 25 kilometer gelopen. In 1956 keerde men weer terug tot tochten van 25 en 40 kilometer om vanaf 1958 alleen nog tochten van 25 kilometer te organiseren. Vanaf 1951 werd uitsluitend op de zaterdagen gelopen. De deelnemers ontvingen een diploma en een herinneringskruis. Vanaf 1951 werd gewerkt met cijfers, die de deelnemers konden bevestigen op de linten van de kruisen. Ook werden bekers beschikbaar gesteld voor verenigingen of scholen. In 1970 werd de wandeltocht voor de laatste keer georganiseerd. Hoewel het aantal deelnemers in 1968 en 1969 nog 188 respectievelijk 133 had bedragen was de deelneming daarna zo sterk teruggelopen dat in 1971 besloten werd tot liquidatie van het organiserende comité. Tevergeefs was gepoogd de organisatie aan een andere vereniging over te doen. Het archiefje, dat zich in een ordner bevond, werd bewaard ten kantore van de Koninklijke Zeelandia in de Poststraat te Zierikzee. De heer H.J. Doeleman Mz. schonk dit in juni 1993 aan het Streekarchivariaat. Vanwege de beperkte omvang en de omstandigheid dat geen notulen werden aangetroffen -vermoedelijk zijn deze ook niet opgemaakt- werd besloten geen bescheiden te vernietigen. De correspondentie (inv.nr. 2) was geordend op alfabet. Vanwege de hierin gehanteerde inconsequentie werd deze chronologisch herordend. Het archief omvat 1 doos.