Doek
Ketting en inslag: handgesponnen witte katoen. Techniek: linnenbinding. Een ribbelpatroon ontstaat door regelmatig in een vaste volgorde een veel dikkere draad (3-draads, S-twijn) als inslag te gebruiken. De volgorde is: 1 dik, 3 normaal, 2 dik, 3 (2) normaal, 1 dik. De totale breedte van deze groep varieert van 0,5 tot 0,75 cm en wordt om de 1,5 tot 2 cm herhaald. De doorgesneden kettingdraden zijn verwerkt in een decoratief gevlochten rand - 'palmeado' geheten - die overgaat in hele korte, losse franjes. Het verkregen patroon bestaat uit een combinatie van enkelvoudig en getwijnd vlechtwerk. Het bovenste motief wordt 'semilla de melon' genoemd, het andere 'flor de guayaba'.
- RV-5946-435
- servilleta
- doek
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
![](https://data.spinque.com/iiif/2/http%3A%2F%2Fcollectie.wereldculturen.nl%2Fcc%2Fimageproxy.ashx%3Fserver%3Dlocalhost%26port%3D17581%26filename%3Dimages%2F%2FImages%2FRV%2FRV-5946-435.jpg/full/full/0/default.jpg)