Doek
Ketting en inslag: handgesponnen witte katoen. Techniek: linnenbinding. Een ribbelpatroon ontstaat door regelmatig in een min of meer vaste volgorde een veel dikkere draad (3-draads, S-twijn) als inslag te gebruiken. De volgorde is: 1 dik, 3 normaal, 2 dik, 3 normaal, 1 dik. De totale breedte van deze groep is ongeveer een halve centimeter en wordt om de 1,25 tot 1,75 cm herhaald. De doorgesneden kettingdraden zijn verwerkt in een decoratief gevlochten rand bestaande uit drie driehoeken (puntas geheten), versierd met geometrische motieven, uitgevoerd in een combinatie van enkelvoudig en getwijnd vlechtwerk. De kettingdraden eindigen in korte franjes.
- RV-5946-446
- servilleta
- doek
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
![](https://data.spinque.com/iiif/2/http%3A%2F%2Fcollectie.wereldculturen.nl%2Fcc%2Fimageproxy.ashx%3Fserver%3Dlocalhost%26port%3D17581%26filename%3Dimages%2F%2FImages%2FRV%2FRV-5946-446.jpg/full/full/0/default.jpg)