De Arrestatie van Catrinus Douma vond plaats op 31 januari 1945 tijdens de wekelijkse landbouwbeurs in Middenmeer door de SD. Douma woonde in Slootdorp en was vanaf 1942 een belangrijke organisator van hulp aan onderduikers, illegale voedseltransporten, verzetskrant Trouw en rekrutering van jonge mannen voor de Binnenlandse Strijdkrachten, afdeling Wieringermeer. Op 9 februari 1945 werd de 27-jarige Douma in Zaandam gefusilleerd. Dit was een vergelding voor de liquidatie door het Zaanse verzet van twee verraders. In totaal tien mannen, Todeskandidaten uit de gevangenis aan de Weteringschans, Amsterdam, werden die dag doodgeschoten.