Op 6 januari 1944 waren de verzetsdeelnemers die het bijkantoor van het Gewestelijk Arbeidsbureau Den Helder op 22 juni 1943 hadden overvallen in Den Haag berecht. IJsbrand Sperling werd verdacht van hulp aan de overvallers en tot 15 jaar tuchthuis veroordeeld. Hermanus Matheus Kok, Krijn Vreugdenhil en Jan Ludema werden ter dood veroordeeld en op 7 januari 1944 op de Waalsdorpervlakte geëxecuteerd. De doodstraf van Van Herwijnen werd ter plekke omgezet tot 15 jaar tuchthuis.