De Weinreb-affaire ging over de controversiële rol van Friedrich Weinreb tijdens de Tweede Wereldoorlog. Weinreb regelde tegen betaling bij de Joodse Raad tijdelijk uitstel van deportatie voor Joden. Op 11 september 1942 werd Weinreb door de Sicherheitsdienst (SD) gearresteerd, maar pleegde celspionage en verraad en kwam weer vrij. Enkele maanden na de vrijlating van zijn vrouw en kinderen uit Westerbork dook hij in 1944 onder. In 1948 werd Weinreb veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf wegens oplichting, celspionage en verraad, maar werd in december van dat jaar gratie verleend.