Het einde van een Joods psychiatrische instelling en schuilplaats
Lange tijd wordt de Joodse psychiatrische instelling het Apeldoornsche Bosch in Apeldoorn beschouwd als een veilige haven binnen bezet Nederland. Met de aankomst van de Joodse Ordedienst op 20 januari 1943, een soort hulppolitie in Kamp Westerbork, blijkt deze veiligheid een illusie. De volgende dag wordt het Apeldoornsche Bosch ontruimd.
Groeiend aantal bewoners
In 1909 opent het Apeldoornsche Bosch met 235 patiënten. De instelling groeit, tien jaar later is het aantal patiënten al ruim verdubbeld. Met de komst van Duitse vluchtelingen volgt in 1939 een explosieve groei. Het aantal patiënten groeit over het maximum van 762 heen. Door de toenemende anti-joodse maatregelen tijdens de bezetting blijft het Apeldoornsche Bosch groeien.
Het Apeldoornsche Bosch was een Joods-psychiatrische instelling die van 1909 tot 1943 gevestigd was aan de Zutphensestraat in Apeldoorn. In 1933 werd de nabijgelegen dochterinstelling 'Paedagogium Achisomog' geopend, een plek voor Joodse zwakzinnige kinderen.
Meer over Het Apeldoornsche BoschHoop en vrees
Vanaf 1942 mogen Joodse patiënten alleen nog in Joodse instellingen worden opgenomen, en zijn aangewezen op het Apeldoornsche Bosch. Het aantal Joodse personeelsleden groeit doordat het niet-Joodse personeel ontslagen wordt en vervangen wordt door Joods personeel. Joden hopen als personeelslid van het Apeldoornsche Bosch te ontsnappen aan deportatie of zoeken er een schuilplaats als onderduiker.
Anti-Joodse maatregelen zijn maatregelen die tijdens het naziregime tegen de Joden werden ingesteld: o.a. ontneming staatsburgerschap; niet mogen bekleden van openbare ambten; uitsluiting van Joden voor onderwijs en banen; verlies van stemrecht, verbod op huwelijken en seksuele contacten tussen Joden en niet-Joden; in beslag name Joodse bezittingen, verplichte dracht van de Jodenster.
Meer over Anti-joodse maatregelenOrdedienst
Dan verschijnt de Ordedienst. De leden reizen als ‘Kommando Amsterdam’ meerdere keren van Kamp Westerbork naar de hoofdstad om ziekenhuizen en bejaardentehuizen te ontruimen of zelfs mensen thuis op te halen voor deportatie. Op 20 januari 1943 worden de OD’ers opnieuw op pad gestuurd. Dit keer niet naar de hoofdstad, maar naar het Apeldoornsche Bosch.
Door een fout komen de OD’ers een dag te vroeg aan. Er zijn dan nog geen Duitse troepen aanwezig, maar ontsnapping zit er niet in. Hun familie zit ook gevangen in Kamp Westerbork en zal na een ontsnapping met het volgende transport worden gedeporteerd. Wel grijpen de OD’ers de kans om het personeel waarschuwen voor wat er komen gaat. Hierdoor besluit ongeveer de helft van het personeel en een klein deel van de patiënten onder te duiken. Zo’n honderd mensen ontsnappen aan deportatie.
De Joodse Ordedienst was een soort hulppolitie in doorgangskamp Westerbork. Leden ervan hielpen bij de ordehandhaving binnen het kamp en waren verantwoordelijk voor het sluiten van de deuren van de deportatietreinen. Ze werden ook buiten het kamp ingezet om ziekenhuizen of bejaardentehuizen te ontruimen, zoals het Apeldoornsche Bosch. In ruil hiervoor waren zij voorlopig gevrijwaard van deportatie, een belofte die overigens niet altijd nagekomen werd door de kampcommandant.
Meer over Joodse OrdedienstEen film uit 1944, gemaakt door kampgevangene Rudolf Breslauer, over het dagelijks leven in Kamp Westerbork.
Herinneringscentrum Kamp WesterborkOntruiming
In de nacht van 21 op 22 januari 1943 wordt het Apeldoornsche Bosch ontruimd door de OD’ers en eenheden van de SS en de Ordnungspolizei. De patiënten worden eerst hardhandig in vrachtwagens geladen. Deze vrachtwagens rijden naar station Apeldoorn, waar de patiënten in goederenwagens worden gedwongen. Dit is een enorme chaos, aangezien een deel van de patiënten verward, in dwangbuis of zelfs naakt gedeporteerd worden. Om de patiënten te verzorgen reizen vijftig personeelsleden mee. De trein vertrekt met zo’n 1.200 mensen naar Auschwitz-Birkenau. Door de slechte omstandigheden sterven onderweg al veel patiënten.
De Razzia's op Joodse Zorginstellingen vonden voornamelijk vanaf het begin van 1943 plaats. De zorgorganisaties waar Joodse zieken, wezen, ouderen, invaliden en psychiatrische patiënten verbleven, werden door de bezetter leeggehaald. De bewoners werden vervolgens gedeporteerd naar verschillende concentratiekampen. Een klein aantal joodse zorginstellingen werd 'gewoon' gesloten, waarna de inwoners een nieuwe verblijfplaats kregen.
Meer over Razzia's in Joodse zorginstellingenAuschwitz
Wat er bij aankomst gebeurt is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk wordt het personeel geselecteerd om te werken. De patiënten worden direct vermoord, maar over de manier waarop zijn verschillende verhalen. Het meest waarschijnlijk is dat een deel meteen na aankomst wordt doodgeschoten als ze de lijn met bewakers op het perron proberen door te breken, de rest wordt daarna vergast. Volgens een ander verhaal zijn de patiënten in een grote kuil gegooid (bedoeld voor de lijken van vergasten), en daarna levend verbrand.
Auschwitz-Birkenau, ofwel Auschwitz II, gelegen in het op drie kilometer van Auschwitz gelegen Birkenau (Pools: Brzezinka) was het grootste van de drie subkampen van Auschwitz. Auschwitz II was een vernietigingskamp. In de herfst van 1941 begonnen Russische krijgsgevangenen met de bouw van het kamp, vanaf de zomer van 1942 werd het kamp, met vier gaskamers, steeds belangrijker in de grootschalige vernietiging van Joden en Sinti en Roma.
Meer over Auschwitz-Birkenau