De Joodse Ordedienst was een soort hulppolitie in doorgangskamp Westerbork. Leden ervan hielpen bij de ordehandhaving binnen het kamp en waren verantwoordelijk voor het sluiten van de deuren van de deportatietreinen. Ze werden ook buiten het kamp ingezet om ziekenhuizen of bejaardentehuizen te ontruimen, zoals het Apeldoornsche Bosch. In ruil hiervoor waren zij voorlopig gevrijwaard van deportatie, een belofte die overigens niet altijd nagekomen werd door de kampcommandant.