Marteling en moord in Kasteel Groot Engelenburg
Twee dagen voor de bevrijding worden acht mannen gefusilleerd bij het Gelderse Kasteel Groot Engelenburg: zes verzetsmensen en twee overgelopen collaborateurs. De daders zijn SS’ers onder leiding van Andries Pieters.


Collaboratie
Het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) is een van de belangrijkste en meest geraadpleegde archieven over de Tweede Wereldoorlog. Het CABR bevat dossiers van ruim 400.000 mensen die verdacht werden van collaboratie. Niet iedereen van hen is voor een rechter verschenen of veroordeeld.
Op Oorlogsbronnen besteden we met een artikelenreeks aandacht aan dit bijzondere archief.
Jagdkommando
Op 6 april 1945 komt het SS Jagdkommando Zeppelin van Andries Pieters aan in Kasteel Groot Engelenburg om het lokale verzet te bestrijden. De volgende dag worden twee mannen gearresteerd voor het bezit van een radio: garagehouder Wahl en zijn zoon.
Het SS Jagdkommando Zeppelin was een kleine eenheid van grotendeels Nederlandse SS'ers onder leiding van SS-Untersturmführer Andries Pieters met de opdracht het verzet in bezet Nederland te bestrijden. Bij Kasteel Groot Engelenburg in Brummen en later bij Het Witte Huis in Loosdrecht pakten ze mensen op, een deel werd mishandeld en vermoord. Andries Pieters kreeg hiervoor de doodstraf.
Meer over SS Jagdkommando ZeppelinJodenjagers gepakt
De SS’ers weten informatie uit de mannen te halen en pakken de volgende dag drie ondergedoken marechaussee’s op: wachtmeester Maarten Munnik, opperwachtmeester Antoon Johannis Jan den Otter en korporaal Jacob Adriaan Detmar. Maarten is een verzetsman, Antoon en Jacob hebben vooral in treinen en op stations actief op Joden gejaagd, maar duiken aan het einde van de bezetting onder.

Politieverzet
Marechaussee Maarten Munnik woont in Brummen wanneer eind november 1944 jonge Nederlandse politiemensen uit het frontgebied moeten vertrekken. In plaats daarvan duikt hij onder en raakt betrokken bij het verzet. Maarten helpt onderduikers en geeft wapeninstructie. Ook helpt hij geallieerde piloten en militaire informatie de linies door naar bevrijd gebied.




Marteling
De volgende dagen vult de kelder van het kasteel zich met steeds meer mensen die van verzet verdacht worden, met daarbij hun zonen en vrouwen als gijzelaars. Andries en zijn ondergeschikten gebruiken marteling om informatie te verkrijgen. Laurens Beijnen krijgt een spijker van 7 centimeter onder de nagel van zijn grote teen geslagen.

Commandant Binnenlandse Strijdkrachten
Zeefplatenfabrikant Laurens Beijnen weigert zijn fabriek te laten werken voor de Duitsers. Hij duikt onder bij baron van Sytzama en rolde zo in het verzetswerk. Laurens is onderdeel van de Binnenlandse Strijdkrachten en wordt commandant van de omgeving. Waarschijnlijk zorgt verraad voor de arrestatie van Laurens door het SS Jagdkommando.
Laurens Rijnhart Beijnen (Brummen, 23 september 1896 - aldaar, 13 april 1945) was ingenieur en directeur van de zeefplatenfabriek Veco in Eerbeek. Tijdens de Duitse bezetting was hij commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) in de omgeving van Brummen. Op 8 april 1945 werd Beijnen gearresteerd, gemarteld in Kasteel Groot Engelenburg en aldaar geëxecuteerd door het SS commando Pieters. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Laurens Rijnhart Beijnen


Werken voor de Duitsers
Op haar zeventiende trouwt Catharina met haar man Christiaan, ze krijgen drie kinderen. Christiaan wordt gepakt voor zwart handel waardoor Catharina opzoek gaat naar werk om haar gezin te onderhouden. Dit vindt ze bij Duitse instanties. Zo komt Catharina uiteindelijk op Kasteel Groot Engelenburg in de keuken terecht. Hier is ze getuige van de marteling van Laurens. Catharina wordt op 30 april 1946 gearresteerd en uiteindelijk veroordeeld tot 3,5 jaar gevangenis. Ze wordt in januari 1949 vrijgelaten.
Vlak voor de bevrijding doodgeschoten
Bij het naderen van de Canadezen vertrekt de groep SS’ers. De ochtend van hun vertrek halen ze acht mannen uit de kelder: Dirk Anthonij van Vuuren, Jan Egbertus Willem Hendrik Somer, Johannes Galenes Willem Hendrik van Sytzama, Maarten Munnik, Laurens Rijnhart Beijnen, Maarten Put, Antoon Johannis Jan den Otter en Jacob Adriaan Detmar. Ze worden twee aan twee vastgebonden en naar de vlonder van de gracht gebracht. Daar worden ze doodgeschoten. Uren later worden de gevangenen in de kelder bevrijd door omwonenden. Twee dagen later rijden Canadese tanks Brummen binnen.





Laatste doodstraf uitgevoerd
Als vrijwilliger bij het SS-Freiwilligen Legion ‘Niederlande’ vecht Andries aan het Oostfront. Hier raakt hij gewond en zo komt hij uiteindelijk weer in bezet Nederland terecht. Als commandant van het SS Jagtkommando Zeppelin is hij verantwoordelijk voor marteling en de dood van acht mensen in Brummen en na hun vertrek ook voor de dood van een Joodse man in Loosdrecht. Zelfs voor de Duitsers is dit te extreem, hij wordt bevolen te stoppen. Andries gaat gewoon door totdat hij door de Duitsers wordt gearresteerd. Dan capituleert Duitsland en komt Andries uiteindelijk voor de Bijzondere Rechtspleging te staan.
Hij wordt ter dood veroordeeld. Later is dit omgezet naar levenslang, maar ook weer teruggedraaid. Op 21 maart 1952 is Andries Pieters de laatste, tegelijkertijd met de Duitser Wilhelm Artur Albrecht, waarbij de doodstraf in Nederland wordt uitgevoerd.
Andries Jan Pieters (Leksula (Buru, Nederlands-Indië), 1916 - Den Haag, 21 maart 1952) was een oorlogsmisdadiger. Nadat hij aan het oostfront namens de SS-Freiwilligen Legion 'Niederlande' gewond was geraakt keerde hij terug naar Nederland. Hier kreeg Pieters de leiding over een groep van het Jagdverband Nord/West. De gevangenen van deze groep werden op uiterst gewelddadige wijze mishandeld en in soms geëxecuteerd. Pieters werd samen met Artur Albrecht bij de laatste Nederlandse doodstraf geëxecuteerd. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Andries Jan Pieters