Ontsnapt aan executie. De Vrouwenmars van Westerbork
In de lente van 1945 rukken de Geallieerde bevrijders snel op in het oosten en noorden van Nederland. Er heerst toenemende paniek bij de Duitse bezetter. Wanneer de Canadezen Kamp Westerbork naderen begint op 11 april een onzekere tocht voor 116 vrouwelijke politieke gevangenen: de Vrouwenmars van Westerbork.
Gevangen verzetsvrouwen
De vrouwelijke politieke gevangenen zitten vast voor verzetswerk en zijn vanuit verschillende gevangenissen, zoals de Koning Willem III Kazerne in Apeldoorn, het Huis van Bewaring in Doetinchem, Zwolle en Groningen, terechtgekomen in Kamp Westerbork. Hier worden hun haren afgeknipt en dragen ze een blauw overall met hun nummer op de rug. Ze komen terecht in de strafbarakken en worden bewaakt door Duitse grenswachters. De groep leeft gescheiden van de achtergebleven Joodse gevangenen in het kamp.
De Vrouwenmars van Westerbork vond plaats tussen 11 en 14 april 1945. 116 vrouwelijke politieke gevangenen werden vanuit Westerbork te voet weggevoerd om te voorkomen dat ze in handen vielen van de naderende Canadezen. De eindbestemming was onduidelijk. De vrouwen liepen via Assen naar Groningen en vanuit daar richting Visvliet. Daar werden ze op 14 april 1945 bevrijd. Het bevel om de vrouwen dood te schieten werd niet uitgevoerd. Alle vrouwen overleefden de mars.
Meer over Vrouwenmars van WesterborkNaderende bevrijders
Op 11 april 1945 zijn de Canadezen tientallen kilometers van het kamp verwijderd. De Duitsers willen niet dat de 116 vrouwelijke politieke gevangenen in handen van de Canadezen vallen. Daarom vertrekken ze onder begeleiding van een groot aantal Duitse soldaten die avond om 11 uur te voet. Er gaan verschillende geruchten over de bestemming: de gevangenis van Leeuwarden, Groningen of toch via de Afsluitdijk naar het Oranjehotel in Scheveningen?
Het Oranjehotel was de bijnaam van de (Deutsches) Polizeigefängnis in het huis van bewaring in Scheveningen. Hier zaten tijdens de Tweede Wereldoorlog veel Nederlandse verzetsmensen, maar ook zwarthandelaren, dieven en illegale slachters zaten er gevangen. Het Oranjehotel was daarnaast een doorvoerplaats voor Joodse gevangenen.
Meer over OranjehotelJacqueline Theodora Kuyck (Amsterdam, 21 februari 1892, Garderen, 10 juni 1973) was een verzetsvrouw. Ze verborg verzetsmensen en hun wapens in een onderduikhol bij haar huis. Vanuit daar pleegden de mannen sabotage acties. Ze werd in oktober 1944 gearresteerd en zat vijf maanden opgesloten in de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn. Daarna werd ze opgesloten in Kamp Westerbork en nam deel aan de Vrouwenmars van Westerbork. Op 13 april 1945 werd ze bevrijd. Bron: WO2Net Biografieën.
Meer over Jacqueline Theodora KuyckHet front nadert
Een van hen is verzetsvrouw Jacqueline Theodora Kuyck. Nadat ze vijf maanden opgesloten zit in de Koning Willem III kazerne in Apeldoorn nadert het front en worden de gevangenen verplaatst. De vrouwelijke politieke gevangenen uit Apeldoorn gaan op 21 maart 1945 samen met de Joodse gevangenen naar Kamp Westerbork.
De groep loopt alleen binnen spertijd en zoekt overdag onderdak. Na 25 kilometer stopt de groep in Peelo en rust uit. De volgende dag gaan ze richting Groningen en trekken de stad door, de gevangenis voorbij. De vrouwen zijn uitgeput waardoor de mars langzaam verloopt. Zij die er het ergste aan toe zijn worden op karren vervoerd. De dreigende geallieerde vliegtuigen verlagen het tempo nog verder. Vlak buiten Groningen wordt wederom onderdak gezocht op een boerderij.
Bevel niet uitgevoerd
Op 13 april 1945 laten de Duitse bewakers de vrouwen achter en trekken zelf verder. Het bevel om de politieke gevangenen dood te schieten wordt niet uitgevoerd. Een half uur na hun vertrek zijn de rollen volledig omgedraaid: de mannen stuiten op Canadese troepen en worden krijgsgevangen genomen.
Grijpskerk
De boer die de groep gedwongen opvangt op zijn boerderij in Pieterzijl is niet blij met de vrouwen. De vrouwen trekken zelfstandig naar Grijpskerk, waar de volgende dag hun echte bevrijding volgt als de Canadezen binnentrekken. Om te voorkomen dat ze worden aangezien voor collaborateurs trekken de vrouwen hun blauwe overall met nummer op de rug weer aan. Na de Canadezen volgt hoog bezoek voor de vrouwen. Prins Bernhard trekt door het bevrijde noorden en ontmoet de vrouwen in Grijpskerk.
Kapotte snaar
Jacqueline keert onder begeleiding van leden van de Binnenlandse Strijdkrachten terug in haar woonplaats Garderen. Ze heeft moeite om het leven weer op te pakken. De lichamelijke littekens helen, maar de psychische gevolgen blijven voelbaar.