Waterloos, polder, 1650-1979
In 1634 kwamen ingelanden van zeven poldertjes in het gebied tussen de Zevenhuizervaart, het Zweiland, het Spijkerboor, de Zever en de Waterloos (de verbinding tussen de Koppoel en de Kleipoel) met elkaar overeen om hun poldertjes te verenigen tot één polder. Tegen de voorgenomen vereniging van poldertjes werd bezwaar gemaakt. Op 6 juni 1635 deden dijkgraaf en hoogheemraden uitspraak in het geschil, nadat de verzoekers van de vereniging en de opposanten een akkoord hadden bereikt. Een consent in de gebruikelijke vorm ontbreekt, maar misschien moet deze uitspraak als het consent beschouwd worden. Op 1 maart 1636 namen dijkgraaf en hoogheemraden een besluit naar aanleiding van een vraag van de molen- of poldermeesters van de 'nieuwe geacoordeerde ende geconsenteerde Sevenhuijser ofte Waterlooser polder' hoe de oppervlakte van hun polder vastgesteld moest worden. De polder, die in 1667 en 1669 met enkele morgens vergroot werd, werd in het oosten begrensd door de Waterloos en de Koppoel, in het zuiden door de Zomersloot, in het westen door de Zevenhuizervaart en het Zweiland, in het noorden door het Spijkerboor en de Sever en in het noordoosten door de Diepenhoek. Het grootste deel van de polder behoorde tot het ambacht Alkemade, een klein gedeelte in het noordwesten van de polder, langs het Zweiland, maakte deel uit van Warmond. In het kader van de concentratie van polders binnen het hoogheemraadschap van Rijnland werd de polder op 1 januari 1979 opgeheven en opgenomen in het nieuw gevormde waterschap De Oude Veenen.
- Waterloos, polder
- Hoogheemraadschap van Rijnland
- Archief
- Archief 2.5.37
- Openbare orde en veiligheid
- Nederlands bestuur in Nederland
- Openbare orde en veiligheid - overig
- Nederlands bestuur tijdens WOII
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer