Gemeentebestuur van Heemstede (Gemeente Heemstede)

De gemeente Heemstede in de periode 1930-1990: Nadat in het jaar 1927 het noordelijk deel van de gemeente Heemstede als gevolg van annexatie tot het grondgebied van Haarlem ging behoren, werden in Heemstede in snel tempo plannen ontwikkeld voor de bouw van woningen. In de periode 1930-1940 steeg het aantal inwoners dan ook van 14.020 tot 20.400. Ook de na-oorlogse periode werd gekenmerkt door het op grote schaal bouwen van woningen, hetgeen mede tot uitdrukking komt in het grote aantal verkopen van grond door de gemeente aan particulieren en woningbouwverenigingen (zie bijlage 4). Successievelijk werden de terreinen nabij het Oude Slot, de Provinciënwijk, de oost- en westzijde van de Glipperweg, de Geleerdenwijk en de Rivierenwijk bebouwd. Nadat ook de wijken Merlenhoven, Groenenhoven, de bebouwing aan de Prinsenlaan en Prinseneiland waren voltooid, bestonden er nagenoeg geen mogelijkheden meer voor verdere bouw. Geschiedenis van het archief: Het archief van de gemeente Heemstede is in de loop der tijd op verschillende plaatsen ondergebracht geweest. In oudere tijden vergaderden schout en schepenen waarschijnlijk in één of andere herberg of op 't Slot. Daarna was er een Raadkamer (een achterkamertje) in het logement Het Wapen van Heemstede aan het Wilhelminaplein. De secretarie werd bij de secretaris aan huis gehouden. Het oude archief was opgeborgen in een grote kist, die bewaard werd onder de toren van de N.H. kerk. Vanaf 1 mei 1855 kwam het gemeentebestuur bijeen in pand Overlaan, Raadhuisplein 9. Het pand werd aanvankelijk gehuurd maar later gekocht. De secretarie was daar gevestigd, terwijl ook de archieven daar werden ondergebracht. Vóór 1906 werden de archiefstukken in chronologische volgorde in archiefdozen opgeborgen. Bijlagen: Verantwoording van de inventarisatie: Op 20 december 1995 heeft het college van burgemeester en wethouders van Heemstede aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, op grond van art. 60 van het Archiefbesluit, kennis gegeven van het voornemen tot het ordenen en beschrijven van de archiefbescheiden over de periode 1930-1990. Op 10 januari 1996 deelden Gedeputeerde Staten mede geen bezwaar te hebben tegen de voorgenomen ordening en beschrijving onder begeleiding van de provinciaal archiefinspecteur. Sindsdien is in overleg met deze inspecteur, mw. drs. M.L. Loef, uitvoering gegeven aan genoemde werkzaamheden. Alvorens met de inventarisatie van het archief 1930-1990 werd begonnen, is nagegaan of alle tot dat archiefdeel behorende bescheiden in de archiefbewaarplaats aanwezig waren. Dat bleek niet het geval te zijn. Daarom werden bij diensten en afdelingen alle omslagen en losse stukken, voorzover ze voor bewaring in aanmerking kwamen, weggehaald en overgebracht naar de archiefbewaarplaats. Een groot gedeelte van de stukken werd in ongeordende staat aangetroffen. Zo stond op ongeveer tachtig oude archiefdozen vermeld: Nog uit te zoeken stukken. Ook uit de te ordenen stukken in de archiefbewaarplaats was weinig of niets vernietigd. Bovendien bleken de van de afdelingen en diensten afkomstige omslagen veel stukken te bevatten die ook in het secretarie-archief aanwezig waren en dus voor vernietiging in aanmerking kwamen.