Gemeentebestuur van Beverwijk (Gemeente Beverwijk)
Geraadpleegde literatuur: Amsterdam, Herman van; Beverwijk 50. De jaren vijftig; Sassenheim 1995; Lokaal Boek Geschiedenis van Beverwijk1940-1978: Op 1 januari 1940 telde Beverwijk maar 21.272 inwoners, die verdeeld woonden over een oppervlakte van 18,68 km². Het grootste deel van de bevolking vond zijn dagelijkse broodwinning in de tuinbouw of in de weinige lokale industrie. Deze industrie bestond uit een aantal machinefabrieken, conservenfabrieken en chemische bedrijven. Van de eens zo bloeiende sigaren- en tabaksindustrie was in 1940 al niet veel meer over. Verder waren er nog drie grote veilingen waar de geteelde groenten, aardappelen, aardbeien, bloembollen en bloemen uit de omgeving werden verhandeld. De geveilde producten werden naar het achterland vervoerd via het spoorwegstation en de haven aan de Meer. In 1940 was slechts 11% van de beroepsbevolking werkzaam in de land- en tuinbouw. Meer dan de helft van de beroepsbevolking was werkzaam in de "nijverheid". Alleen al bij de Hoogovens waren 1198 mannen werkzaam die in Beverwijk woonden. Veel nieuwbouw van woningen kende Beverwijk nog niet. De meeste arbeiders woonden in het noordelijk, de tuinders in het westelijk en de meer koopkrachtigen in het zuidelijk gedeelte van de stad. In dit gedeelte, het villapark, woonden voornamelijk medici en de leidinggevenden van de nabijgelegen industrie. Uitbreidingsplannen in de omgeving van de Arendsweg, Galgenweg en Oostertuinen, waren wel gereed maar nog niet gerealiseerd. Pas in 1941 werden hier de eerste woningen opgeleverd. Na de Tweede Wereldoorlog namen de economische activiteiten toe. Naast de Hoogovens verschafte de diverse middelgrote en kleine industrie veel bedrijvigheid. Geschiedenis van het archief: In 1926 besloot de gemeente Beverwijk tot de invoering van het registratuurstelsel van de VNG. De archiefbescheiden werden op basis van de basisarchiefcode zaaksgewijs, zoveel mogelijk chronologisch, geordend. Voor 1926 kende men achtereenvolgens het agendastelsel en het rubriekenstelsel. Het archief van 1817-1925 is nog niet geïnventariseerd en de archieven 1926-1933 en 1934-1939 zijn apart geïnventariseerd. Met ingang van 1 januari 1979 werd een nieuwe versie van de basisarchiefcode ingevoerd en dossierordening van voorgaande jaren bleef ongewijzigd en werd als zodanig afgesloten. Verantwoording van de inventarisatie: Het archief is tijdens de inventarisatie in een goede geordende staat aangetroffen. De stukken zijn in mappen opgeborgen en voorzien van een omschrijving met tijdvak en een classificatienummer volgens de Basisarchiefcode van de VNG. De ordening is volgens deze code afgesteld en de dossiers zijn opgenomen in een dossierinventaris. De dossieromschrijvingen zijn beknopt en duidelijk, echter in sommige gevallen te algemeen; alleen het begin- en eindjaar is vermeld. De kwaliteit van de vorming en ordening is goed. De dossiers zijn gesplitst in facet- of deeldossiers. Geschiedenis van de archiefvormer: In 1940 bestond de gemeentelijke organisatie uit vier afdelingen: 1e Algemene Zaken 2e Financiën, Onderwijs- en Personeelszaken 3e Bevolking, Kiesrecht, Burgerlijke stand en Militaire Zaken 4e Sociale Zaken Aantekening van de inventarisatoren: Lijst van burgemeesters, gemeentesecretarissen, wethouders en raadsleden:
- Archieven Noord-Hollands Archief
- Archief
- 2362
- Categorie
- Algemeen bestuur en Politiek
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer