Directie van het Provinciaal Ziekenhuis Duin en Bosch te Castricum (Bakkum)

Geraadpleegde literatuur uit het archief van Duin en Bosch: Lustrumwijzer 1909-1984 Wegwijzer voor het personeel z.d. Wegwijzer voor patiënten z.d. Jaarverslagen Verantwoording van de bewerking: Na een grove selectie van dit archief in het Hoofdgebouw van het Provinciaal Ziekenhuis Duin en Bosch in 2002, is er 45 m1 directiearchief overgebleven dat voor bewerking in aanmerking kwam. Deze 45 m1 waren verpakt in dozen die meestal slechts gedeeltelijk gevuld waren. Na selectie en vernietiging is 6,5 m1 overgebleven en beschreven. De selectie werd uitgevoerd aan de hand van de 'Selectielijst voor archiefbescheiden van provinciale organen 2000'. De oude ordening van het archief is zoveel mogelijk gehandhaafd. In het archief zijn veel hiaten. Documenten waarvan de tekst al bijna vervaagd was of dreigde te vervagen, zijn gekopieerd. Nietjes, paperclips, plastic en andere hechtmaterialen, elastieken, plastic mapjes en ringbanden zijn uit het te bewerken archief verwijderd. De archiefbescheiden zijn in zuurvrije omslagen en in zuurvrije dozen verpakt. Sommige beschrijvingen komen ook voor in eerder afgeronde deelarchieven. Bij deze beschrijvingen wordt verwezen naar andere inventarissen van de archieven van het Provinciaal Bestuur, zoals: Inventarisnummer 2 'Toezicht op de Provinciale Ziekenhuizen', Inventarisnummer 3 'Commissie-archieven Nutsbedrijven en Provinciale Ziekenhuizen', Inventarisnummer 5 'Aktenbestanden' Geschiedenis van het Provinciaal Ziekenhuis Duin en Bosch: De geschiedenis van Duin en Bosch gaat terug tot het begin van de 20-ste eeuw. In 1904 werd begonnen met de bouw van Duin en Bosch en in 1909 waren de paviljoens, drie voor vrouwen en drie voor mannen, en de bijbehorende gebouwen gereed. De zes paviljoens boden plaats aan 732 patiënten (Koninklijk Besluit 16 oktober 1909, Staatsblad 340). Bij de bouw van Duin en Bosch is gekozen voor een spreiding van verpleging van patiënten, om rustige patiënten meer bewegingsvrijheid te bieden. Tijdens de voorbereiding van de bouw van een tweede provinciaal ziekenhuis was de stijging van het aantal aanvragen om plaatsing van patiënten in Amsterdam verontrustend. In het Wilhelminagasthuis bevonden zich in 1904 82 patiënten die voor plaatsing in een provinciaal ziekenhuis in aanmerking kwamen. Voor tijdelijke huisvesting werd toen gekozen voor het juist ontruimde jongensweeshuis aan de Zwanenburgwal te Amsterdam. Bij Koninklijk Besluit van 26 augustus 1904 werd toestemming verleend het gebouw tot 31 december 1908 te gebruiken voor de verpleging van patiënten. Begin mei 1909 vertrokken de adjunct-directrice met enig personeel en enkele patiënten van het gesticht aan de Zwanenburgwal te Amsterdam naar Castricum. Algemeen: De Provincie had al in 1849 de verpleging van psychiatrische patiënten ter hand genomen. Dit gebeurde in 'Meerenberg' te Santpoort, het latere Provinciaal Ziekenhuis Santpoort (PZS). Pas 35 jaar later, in de Krankzinnigenwet van 27 april 1884, Staatsblad 96, werd vastgesteld dat de provincies in ons land de zorg hadden voor hun psychiatrische patiënten. De provincie Noord-Holland besloot als enige provincie over te gaan tot het stichten van psychiatrische ziekenhuizen. Naast PZS werd in 1909 Provinciaal Ziekenhuis Duin en Bosch te Bakkum opgericht, en in 1923 werd het Provinciaal Ziekenhuis in Medemblik in gebruik genomen. De positie van het ziekenhuis in provinciaal verband: Het Provinciaal Ziekenhuis Duin en Bosch was tot de verzelfstandiging in 1994 een geïntegreerd onderdeel van de provinciale organisatie. Het algemeen bestuur berustte bij Provinciale Staten (PS), die het beleid in grote lijnen bepaalden. Het dagelijks bestuur en het financieel beheer berustten bij Gedeputeerde Staten (GS). De dagelijkse bedrijfsvoering werd door het bestuur opgedragen aan de directies met inachtneming van een aantal bepalingen. Het ziekenhuis werd samen met de andere provinciale ziekenhuizen onder toezicht en verantwoordelijkheid van GS bestuurd door een college, dat de titel voerde 'Commissie van Bestuur voor de Provinciale Ziekenhuizen'. De commissie bestond, met inbegrip van de voorzitter, uit ten minste negen leden. Door de commissie werden pas besluiten genomen nadat de daarbij betrokken directeuren in de gelegenheid waren gesteld om hun oordeel terzake kenbaar te maken. De heer A.W. Michels was sinds 1 juli 1935 voorzitter van beide Commissies van Bestuur. Met ingang van 1 januari 1936 werden de beide Commissies van Bestuur tot één commissie samengevoegd, om eenheid in het beheer van de Provinciale Ziekenhuizen te verkrijgen. Met inwerkingtreding op 1 juni 1966, tevens de vervaldatum van het 'Algemeen Reglement Provinciale Ziekenhuizen 1953', werd de Commissie van Bestuur opgeheven. In haar plaats kwam de nieuwe 'Commissie van Advies en Bijstand voor de Provinciale Ziekenhuizen' als adviesorgaan voor het college van GS. Deze commissie had de taak om aan GS, op hun verzoek, advies en bijstand te verlenen en inlichtingen te verstrekken over zaken van de ziekenhuizen en het pensioenfonds der Provinciale Ziekenhuizen.