Christina Maria s'Jacob-des Bouvrie: Dagboek met bijlagen (3 zeer grote dikke cahiers met handgeschreven tekst en brieven)
Bij de Duitse inval in mei 1940 woont de auteur in Wassenaar met haar gezin met kleine kinderen. Ze vertelt nauwkeurig over de politieke ontwikkelingen en over het dagelijks leven. Niets ontgaat haar, ze heeft veel kennissen en ze verkeert in kringen, waardoor ze veel informatie krijgt. Textiel is op de bon en groenten zijn er niet.Tijdens etentjes praat men alleen over de distributie en de politiek. Kleren laat ze vermaken en bij nieuwe aankopen levert ze de lege verpakking in. Het hotel, waar ze de vakantie doorbrengen, krijgt hun voedselbonnen. De kinderjuf is mee. Haar zilver is opgeborgen. Duinwandelingen zijn verboden. Ze vertelt dat vanaf juli 1942 iedere nacht een trein met 800 Joden naar Westerbork rijdt om door te gaan naar Polen. Ze vraagt zich af wat er daar met hen gebeurt. Een Engelandvaarder wordt ter dood veroordeeld. De fietsenvordering veroorzaakt paniek in heel het land. Logees moeten bij de politie opgegeven worden. Een dienstbode bij hen thuis wordt betrapt op diefstal. Bij sabotage worden gijzelaars opgepakt of doodgeschoten. In de zomer (1942) maken ze zeiltochten met hun nieuwgekochte boot. Ze stuurt pakjes naar opgepakte officieren in Stanislau (Polen). Telefoon hebben ze niet meer. In Rotterdam maakt ze van dichtbij een ontploffing mee. Ze hoort veel via haar man die werkt in Rotterdam. Er komt een boete als ze teveel gas gebruiken. In de tuin verbouwt ze groente. Van bombardementen vertelt ze de plaats en het aantal slachtoffers. Evacuatie van de kuststrook dreigt. Ze brengt een deel van haar bezittingen in Leiden onder. Door papiergebrek is de krant dun en wc-papier duur. Kerkklokken worden gevorderd. Januari 1943 verhuizen ze binnen Wassenaar. Opslagplaatsen voor levensmiddelen in Nederland worden bewaakt. Het Rembrandtpleintheater in Amsterdam brandt af. Er worden studentenrazzia's gehouden en er zijn aanslagen op Duitsers. Er is vals geld in omloop. Bij de Duitse inval in mei 1940 woont de auteur in Wassenaar met haar gezin met kleine kinderen. Ze vertelt nauwkeurig over de politieke ontwikkelingen en over het dagelijks leven. Niets ontgaat haar, ze heeft veel kennissen en ze verkeert in kringen, waardoor ze veel informatie krijgt. Textiel is op de bon en groenten zijn er niet.Tijdens etentjes praat men alleen over de distributie en de politiek. Kleren laat ze vermaken en bij nieuwe aankopen levert ze de lege verpakking in. Het hotel, waar ze de vakantie doorbrengen, krijgt hun voedselbonnen. De kinderjuf is mee. Haar zilver is opgeborgen. Duinwandelingen zijn verboden. Ze vertelt dat vanaf juli 1942 iedere nacht een trein met 800 Joden naar Westerbork rijdt om door te gaan naar Polen. Ze vraagt zich af wat er daar met hen gebeurt. Een Engelandvaarder wordt ter dood veroordeeld. De fietsenvordering veroorzaakt paniek in heel het land. Logees moeten bij de politie opgegeven worden. Een dienstbode bij hen thuis wordt betrapt op diefstal. Bij sabotage worden gijzelaars opgepakt of doodgeschoten. In de zomer (1942) maken ze zeiltochten met hun nieuwgekochte boot. Ze stuurt pakjes naar opgepakte officieren in Stanislau (Polen). Telefoon hebben ze niet meer. In Rotterdam maakt ze van dichtbij een ontploffing mee. Ze hoort veel via haar man die werkt in Rotterdam. Er komt een boete als ze teveel gas gebruiken. In de tuin verbouwt ze groente. Van bombardementen vertelt ze de plaats en het aantal slachtoffers. Evacuatie van de kuststrook dreigt. Ze brengt een deel van haar bezittingen in Leiden onder. Door papiergebrek is de krant dun en wc-papier duur. Kerkklokken worden gevorderd. Januari 1943 verhuizen ze binnen Wassenaar. Opslagplaatsen voor levensmiddelen in Nederland worden bewaakt. Het Rembrandtpleintheater in Amsterdam brandt af. Er worden studentenrazzia's gehouden en er zijn aanslagen op Duitsers. Er is vals geld in omloop. Geschreven in een door de auteur bijgehouden "herinneringen boek" van het 33 jarig bestaan in 1932 van de Leidse universiteit.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek met bijlagen (3 zeer grote dikke cahiers met handgeschreven tekst en brieven)
- 1621
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
