Maria Pikaar: Dagboek (handgeschreven tekst op los liggende bloknote vellen en 2 transcripten, waarvan één van verbeteringen voorzien)
De auteur werkt als zuster in een tehuis in Zetten. Ze ziet de geallieerde zweefvliegtuigen bij haar in de buurt overkomen en landen. De Duitsers beginnen hun spullen in auto's te laden. Bij een parachutelanding enkele dagen later antwoorden de Duitsers met afweergeschut. De dominee voor wie ze werkt komt vrij. Enkele dagen is er geen vervoer en elektrisch licht. Ze vertelt veel wat er in de omgeving gebeurt, er heerst dagenlang verwarring. Ze slaapt in de kelder. Vanaf begin oktober 1944 begint de evacuatie van de verschillende tehuizen. Er worden groepen Amerikanen in gehuisvest, met wie ze goed kan opschieten en ze krijgt lekkere dingen. Maar soms is bij de komst van een nieuwe groep militairen door de vorige groep het huis geplunderd en zijn er dingen meegenomen. 19 November 1944 wordt bijna de hele bevolking van Zetten in trucks geëvacueerd. Zij blijft achter en slaapt in de kelder van een leegstaand huis. Met de anderen doet ze spelletjes en ze maken lekker eten. Noord Brabant zit vol met evacuees, sommigen moeten door naar Frankrijk. 3 December 1944 evacueert zijzelf vanwege hoog water in open truck naar Nijmegen naar het klooster Albertinum. Op haar zaal slapen ongeveer honderd mensen. Ze helpt in de wasserij, met het eten en zorgt voor de distributie. Ze werkt hard. Ze hoort dat heel Zetten onder water staat. Na vijf weken difterie gaat ze op 21 januari 1945 verder met schrijven. Ze werkt weer bij de distributiedienst. Voor het eerst vieren ze in vrijheid de verjaardag van een lid van het koningshuis. In het Albertinum worden voordrachtsavonden gehouden en verjaardagen gevierd. Dan speelt altijd iemand piano. Er zijn verhalen vertellers. Zondags is er kerkbezoek. Er zijn uren zonder licht, tussen 8 en half 11. Er is warm water. De zolder wordt steeds leger omdat de mensen in vrijgekomen kleine kamertjes worden gehuisvest. Omdat ze van het Militair Gezag geen brieven mogen versturen, doen ze dit stiekem. De auteur werkt als zuster in een tehuis in Zetten. Ze ziet de geallieerde zweefvliegtuigen bij haar in de buurt overkomen en landen. De Duitsers beginnen hun spullen in auto's te laden. Bij een parachutelanding enkele dagen later antwoorden de Duitsers met afweergeschut. De dominee voor wie ze werkt komt vrij. Enkele dagen is er geen vervoer en elektrisch licht. Ze vertelt veel wat er in de omgeving gebeurt, er heerst dagenlang verwarring. Ze slaapt in de kelder. Vanaf begin oktober 1944 begint de evacuatie van de verschillende tehuizen. Er worden groepen Amerikanen in gehuisvest, met wie ze goed kan opschieten en ze krijgt lekkere dingen. Maar soms is bij de komst van een nieuwe groep militairen door de vorige groep het huis geplunderd en zijn er dingen meegenomen. 19 November 1944 wordt bijna de hele bevolking van Zetten in trucks geëvacueerd. Zij blijft achter en slaapt in de kelder van een leegstaand huis. Met de anderen doet ze spelletjes en ze maken lekker eten. Noord Brabant zit vol met evacuees, sommigen moeten door naar Frankrijk. 3 December 1944 evacueert zijzelf vanwege hoog water in open truck naar Nijmegen naar het klooster Albertinum. Op haar zaal slapen ongeveer honderd mensen. Ze helpt in de wasserij, met het eten en zorgt voor de distributie. Ze werkt hard. Ze hoort dat heel Zetten onder water staat. Na vijf weken difterie gaat ze op 21 januari 1945 verder met schrijven. Ze werkt weer bij de distributiedienst. Voor het eerst vieren ze in vrijheid de verjaardag van een lid van het koningshuis. In het Albertinum worden voordrachtsavonden gehouden en verjaardagen gevierd. Dan speelt altijd iemand piano. Er zijn verhalen vertellers. Zondags is er kerkbezoek. Er zijn uren zonder licht, tussen 8 en half 11. Er is warm water. De zolder wordt steeds leger omdat de mensen in vrijgekomen kleine kamertjes worden gehuisvest. Omdat ze van het Militair Gezag geen brieven mogen versturen, doen ze dit stiekem. De auteur was werkzaam bij het Asyl Steenbeek van de Heldringstichting te Zetten. zie ook dagboek 1797, Johanna van Leeuwen en dagboek 1799, Hermien Smit
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (handgeschreven tekst op los liggende bloknote vellen en 2 transcripten, waarvan één van verbeteringen voorzien)
- 1798
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer