F.C.H. Schlahmilch: Dagboek (cahier en agenda)
Dagboek van F.C.H. Schlahmilch (1903-1968), een sinds mei 1940 gedemobiliseerde marineofficier, werkzaam als ‘adjunct-account bij den Rijks Accountants Dienst’. Hij, echtgenote Hilly en de kinderen Nettie en Frits wonen in Naarden, nadat ze bij een bombardement ‘Den Helder ijlings hebben verlaten’. Te Naarden gaat het gezinsleven in 1941 nog gewoon zijn gang: ‘Nettie haalde vandaag haar zwemdiploma. 2x het bad rond. Borstslag. School. Rugzwemmen zonder armbeweging. 1 minuut watertrappen. Springen van de hooge springplank. Een prestatie voor zoo’n kleuter.’ In mei 1942 worden gedemobiliseerde officieren echter opgeroepen zich te melden. Ze worden naar bijna 50 verschillende krijgsgevangenkampen gedeporteerd. Schlahmilch belandt in een kamp in Stanislau. In januari 1944 wordt hij met andere Nederlandse officieren overgeplaatst naar Kamp Neubrandenburg, een krijgsgevangenkamp in het Duitse Mecklenburg: ‘Moeizaam op weg in een sneeuwbui met onze bagage die hoe langer hoe zwaarder werd. Eindelijk kwamen we bij volslagen duisternis bij de trein waar we in donkere (onverlichte) onverwarmde bagagewagens werden geladen. Die met hangsloten werden gesloten. 38 man werden in onze wagen geborgen allen besneeuwd, bagage vochtig.’ Twee maanden later mislukt een grootschalige ontvluchtingspoging: ‘als gevolg appel. We stonden van kwart voor 7 tot 10 uur, ’s avonds in het donker. Het was winderig en koud. Prachtige sterrenhemel.’ Een typische dag in het kamp is als volgt: ‘Zware donkere luchten. Zeer regenachtig, ontzettend modderig. Den heelen dag in de half donkere barak. Ziet er dan eens te meer als een stal uit. Gelukkig is het binnen niet koud.’ In september 1944 bereikt de krijgsgevangenen het nieuws van de Slag om Arnhem: ‘Gemoederen worden prikkelbaar. 2 dagen geleden smeet hokgenoot v.d. Heide mij 2 maal een kopje naar mijn hoofd (beide mis) omdat ik Duitsche berichten over Arnhem niet zoo somber opvatte als hij.’ In mei 1945 is Schlahmilch weer thuis, ongedeerd Dagboek van F.C.H. Schlahmilch (1903-1968), een sinds mei 1940 gedemobiliseerde marineofficier, werkzaam als ‘adjunct-account bij den Rijks Accountants Dienst’. Hij, echtgenote Hilly en de kinderen Nettie en Frits wonen in Naarden, nadat ze bij een bombardement ‘Den Helder ijlings hebben verlaten’. Te Naarden gaat het gezinsleven in 1941 nog gewoon zijn gang: ‘Nettie haalde vandaag haar zwemdiploma. 2x het bad rond. Borstslag. School. Rugzwemmen zonder armbeweging. 1 minuut watertrappen. Springen van de hooge springplank. Een prestatie voor zoo’n kleuter.’ In mei 1942 worden gedemobiliseerde officieren echter opgeroepen zich te melden. Ze worden naar bijna 50 verschillende krijgsgevangenkampen gedeporteerd. Schlahmilch belandt in een kamp in Stanislau. In januari 1944 wordt hij met andere Nederlandse officieren overgeplaatst naar Kamp Neubrandenburg, een krijgsgevangenkamp in het Duitse Mecklenburg: ‘Moeizaam op weg in een sneeuwbui met onze bagage die hoe langer hoe zwaarder werd. Eindelijk kwamen we bij volslagen duisternis bij de trein waar we in donkere (onverlichte) onverwarmde bagagewagens werden geladen. Die met hangsloten werden gesloten. 38 man werden in onze wagen geborgen allen besneeuwd, bagage vochtig.’ Twee maanden later mislukt een grootschalige ontvluchtingspoging: ‘als gevolg appel. We stonden van kwart voor 7 tot 10 uur, ’s avonds in het donker. Het was winderig en koud. Prachtige sterrenhemel.’ Een typische dag in het kamp is als volgt: ‘Zware donkere luchten. Zeer regenachtig, ontzettend modderig. Den heelen dag in de half donkere barak. Ziet er dan eens te meer als een stal uit. Gelukkig is het binnen niet koud.’ In september 1944 bereikt de krijgsgevangenen het nieuws van de Slag om Arnhem: ‘Gemoederen worden prikkelbaar. 2 dagen geleden smeet hokgenoot v.d. Heide mij 2 maal een kopje naar mijn hoofd (beide mis) omdat ik Duitsche berichten over Arnhem niet zoo somber opvatte als hij.’ In mei 1945 is Schlahmilch weer thuis, ongedeerd De dagboekaantekeningen van 1944 en 1945 zijn geschreven (veelal met potlood) in een agenda van 1943. Bevat foto's en andere persoonlijke stukken.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (cahier en agenda)
- 2058
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer
