H. Wegman: Dagboek (zakagenda)
Dagboek in een zakagendaatje van mulo-leerling Hendrika (Rietje oftewel 'Pop') Wegman, over haar belevenissen tijdens de Hongerwinter, en die van haar huisgezin: ouders Frans en Rie, oudere broer Frans en broertje van zeven, Berdie. Thuis bij het links georiënteerde gezin, woonachtig in de Vierhoutenstraat in Den Haag, heersen nogal wat spanningen: zo neemt Frans jr. deel aan het ondergrondse verzet dat later de Haagse afdeling van de Communistische Partij van Nederland (CPN) zal worden. Zijn vader verwijt hem daarmee het gezin in gevaar te brengen. Zelf werkt Frans sr. als typograaf bij een drukkerij, tot hij "wegens belediging van de directeur" wordt ontslagen. In Den Haag, waar op straat razzia's worden gehouden en woningen worden geïnspecteerd, lopen vader (46 jaar) en zoon (23 jaar) ondertussen de kans te worden opgepakt voor tewerkstelling in Duitsland. Rietje schrijft echter vooral over voedsel, waar naast verwarming een verschrikkelijk gebrek aan is: "Een man komt zeggen dat er een pakketje voor ons in Zoetermeer staat en in een van de pakjes een verrotte fazant zit", schrijft ze in februari 1945. "Paps gaat de pakjes halen. In het pak zat ½ pond boter, 1 liter olie, 12 pond tarwe, 12 pond bruine bonen, 1 kilo Jozo-zout, 1 fazant en 3 pond roggebrood. Onderweg opgescharreld: 11 kilo aardappelen. Naar de Centrale Keuken. Bij Cloetingh 1 fles melk en een stuk stinkkaas". Bij de riskante hongertochten worden gebruiksartikelen en kostbaarheden voor aardappelen en brood geruild: "Pop doet afstand van de poppen en krijgt daarvoor 2 pakken koffiesurrogaat en heerlijke kaas en paps 1 brood. Taptemelk toch gekregen", aldus de zestienjarige Rietje, die steevast in de derde persoon over zichzelf schrijft, waarbij ze zich "Pop" noemt. Zo ook op 22 mei 1945: "Pop heeft met een Hollandse nep-canadees afgesproken. Hij woonde in de Uddelstraat en sprak vloeiend Engels". Dagboek in een zakagendaatje van mulo-leerling Hendrika (Rietje oftewel 'Pop') Wegman, over haar belevenissen tijdens de Hongerwinter, en die van haar huisgezin: ouders Frans en Rie, oudere broer Frans en broertje van zeven, Berdie. Thuis bij het links georiënteerde gezin, woonachtig in de Vierhoutenstraat in Den Haag, heersen nogal wat spanningen: zo neemt Frans jr. deel aan het ondergrondse verzet dat later de Haagse afdeling van de Communistische Partij van Nederland (CPN) zal worden. Zijn vader verwijt hem daarmee het gezin in gevaar te brengen. Zelf werkt Frans sr. als typograaf bij een drukkerij, tot hij "wegens belediging van de directeur" wordt ontslagen. In Den Haag, waar op straat razzia's worden gehouden en woningen worden geïnspecteerd, lopen vader (46 jaar) en zoon (23 jaar) ondertussen de kans te worden opgepakt voor tewerkstelling in Duitsland. Rietje schrijft echter vooral over voedsel, waar naast verwarming een verschrikkelijk gebrek aan is: "Een man komt zeggen dat er een pakketje voor ons in Zoetermeer staat en in een van de pakjes een verrotte fazant zit", schrijft ze in februari 1945. "Paps gaat de pakjes halen. In het pak zat ½ pond boter, 1 liter olie, 12 pond tarwe, 12 pond bruine bonen, 1 kilo Jozo-zout, 1 fazant en 3 pond roggebrood. Onderweg opgescharreld: 11 kilo aardappelen. Naar de Centrale Keuken. Bij Cloetingh 1 fles melk en een stuk stinkkaas". Bij de riskante hongertochten worden gebruiksartikelen en kostbaarheden voor aardappelen en brood geruild: "Pop doet afstand van de poppen en krijgt daarvoor 2 pakken koffiesurrogaat en heerlijke kaas en paps 1 brood. Taptemelk toch gekregen", aldus de zestienjarige Rietje, die steevast in de derde persoon over zichzelf schrijft, waarbij ze zich "Pop" noemt. Zo ook op 22 mei 1945: "Pop heeft met een Hollandse nep-canadees afgesproken. Hij woonde in de Uddelstraat en sprak vloeiend Engels".
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (zakagenda)
- 2072
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer