G. Vonk: Plakboek (cahier)

Sarcastisch getint plakboek uit het eerste oorlogsjaar, bestaande uit getypte oproepen, open brieven en liedteksten, gestencild of op carbonpapier. In een brief met als aanhef WELWILLENDE MEDEBURGERS!!! staat te lezen: 'Wij allen kennen de diep ingewortelde natuurlijke behoefte aan drang naar meer levensruimte der Duitschers, waar wij overigens alle respect voor hebben. Wij meenen U daarom met klem te moeten verzoeken geen cafés of andere openbare plaatsen of vermakelijkheden te bezoeken, waar wij met eenige grond de aanwezigheid van Duitsche militairen kunnen vermoeden. Mochten zij tijdens onze aanwezigheid binnenkomen, laten wij ons dan onmiddellijk bescheiden terugtrekken, opdat toch vooral niets van de door hen zoo begeerde ruimte verloren gaat. Vooral geldt dit voor bioscopen, omdat hier uitsluitend de door alle Duitschers zoo geliefde en met zorg uitgekozen Duitsche films vertoond worden, waardoor hun opkomst in bijzonder groote getale verwacht mag worden, waarvan belemmering afkeuringswaardig zou zijn.' Over Guus Vonk, de maker van het plakboek, is weinig bekend behalve dat hij in de oorlog ondergedoken heeft gezeten op een kantoor van Albert Heijn in Zaandam. Het 'Lied van de Opbouw' schrijft Vonk in juni 1940: 'Stumpers waren we, slampampers; en we deden alles slecht; kijk de mof, die kan het beter; is ons keer op keer gezegd; de Afsluitdijk, een werk van stumpers; daartoe was ons volk in staat; Rotterdam tot puinhoop maken; dat doen mannen van de daad; Rembrandt, Heijermans, Van Eden; Vondel, Querido en Poot; Oldenbarneveldt, De Groot: slechts een groep uit Hollandssuffers; bouwers uit een vrije staat; wat presteeren Hitlers helden; zij…. de mannen van de daad? Oorlog, moord, sadisme, leugen; armoe, domheid, Jodenhaat.' Een 'open brief' aan NSB’er en fanatieke antisemiet Meinoud Rost van Tonningen heeft de volgende bondige openingsregels: 'N.S.B.er, landverrader; baantjesjager, huichelaar; hielenlikker van den vijand; lijkenschenner, leugenaar.' Sarcastisch getint plakboek uit het eerste oorlogsjaar, bestaande uit getypte oproepen, open brieven en liedteksten, gestencild of op carbonpapier. In een brief met als aanhef WELWILLENDE MEDEBURGERS!!! staat te lezen: 'Wij allen kennen de diep ingewortelde natuurlijke behoefte aan drang naar meer levensruimte der Duitschers, waar wij overigens alle respect voor hebben. Wij meenen U daarom met klem te moeten verzoeken geen cafés of andere openbare plaatsen of vermakelijkheden te bezoeken, waar wij met eenige grond de aanwezigheid van Duitsche militairen kunnen vermoeden. Mochten zij tijdens onze aanwezigheid binnenkomen, laten wij ons dan onmiddellijk bescheiden terugtrekken, opdat toch vooral niets van de door hen zoo begeerde ruimte verloren gaat. Vooral geldt dit voor bioscopen, omdat hier uitsluitend de door alle Duitschers zoo geliefde en met zorg uitgekozen Duitsche films vertoond worden, waardoor hun opkomst in bijzonder groote getale verwacht mag worden, waarvan belemmering afkeuringswaardig zou zijn.' Over Guus Vonk, de maker van het plakboek, is weinig bekend behalve dat hij in de oorlog ondergedoken heeft gezeten op een kantoor van Albert Heijn in Zaandam. Het 'Lied van de Opbouw' schrijft Vonk in juni 1940: 'Stumpers waren we, slampampers; en we deden alles slecht; kijk de mof, die kan het beter; is ons keer op keer gezegd; de Afsluitdijk, een werk van stumpers; daartoe was ons volk in staat; Rotterdam tot puinhoop maken; dat doen mannen van de daad; Rembrandt, Heijermans, Van Eden; Vondel, Querido en Poot; Oldenbarneveldt, De Groot: slechts een groep uit Hollandssuffers; bouwers uit een vrije staat; wat presteeren Hitlers helden; zij…. de mannen van de daad? Oorlog, moord, sadisme, leugen; armoe, domheid, Jodenhaat.' Een 'open brief' aan NSB’er en fanatieke antisemiet Meinoud Rost van Tonningen heeft de volgende bondige openingsregels: 'N.S.B.er, landverrader; baantjesjager, huichelaar; hielenlikker van den vijand; lijkenschenner, leugenaar.'