A.van Campen: Dagboek (handgeschreven tekst in 2 cahiers)

De auteur is burgemeester van Dinteloord en neemt tegenover de bezetters een welwillende en rustige houding aan. Hij hecht aan orde en gezag. Hij voert de door de Duitsers opgedragen maatregelen uit en werkt mee aan vorderingen, de arbeidsinzet en de winterhulp. De bezittingen van de bestaande politieke partijen worden in beslag genomen en hij verbiedt de nevenorganisaties van de RK kerk. Met de beginselen van de NSB is hij het eens en hij wordt in 1942 lid. Hij arresteert en straft zwarthandelaren, smokkelaars en mensen met een anti-Duitse houding, waarbij hij evengoed NSB-leden aanpakt. Hij merkt dat hij steeds meer gemeden wordt door familie en vrienden. De oorlogvoering in het buitenland en Nederland volgt hij en hij geeft commentaar hierop. Bij zijn 25 jarige ambtsjubileum krijgt hij bezoek van Mussert. Maart 1943 worden de kerkklokken door de Duitsers weggehaald. In dezelfde tijd is de artsenstaking. Er komen evacués uit Zeeland en in de eigen omgeving dreigen ook inundaties. De bevolking moet tankgrachten graven voor de Duitsers. Na de invasie in 1944, als de geallieerden naar het noorden optrekken, wordt de toestand onzeker en verward, het besturen valt hem moeilijk. Hij vindt het een angstige en gespannen tijd. De Duitsers vorderen fietsen. Ze hebben Armenieërs in dienst. Er komen vliegtuigen over die bombarderen en branden veroorzaken. In ieder huis zitten soldaten, maar er wordt niet gevochten. De auteur is burgemeester van Dinteloord en neemt tegenover de bezetters een welwillende en rustige houding aan. Hij hecht aan orde en gezag. Hij voert de door de Duitsers opgedragen maatregelen uit en werkt mee aan vorderingen, de arbeidsinzet en de winterhulp. De bezittingen van de bestaande politieke partijen worden in beslag genomen en hij verbiedt de nevenorganisaties van de RK kerk. Met de beginselen van de NSB is hij het eens en hij wordt in 1942 lid. Hij arresteert en straft zwarthandelaren, smokkelaars en mensen met een anti-Duitse houding, waarbij hij evengoed NSB-leden aanpakt. Hij merkt dat hij steeds meer gemeden wordt door familie en vrienden. De oorlogvoering in het buitenland en Nederland volgt hij en hij geeft commentaar hierop. Bij zijn 25 jarige ambtsjubileum krijgt hij bezoek van Mussert. Maart 1943 worden de kerkklokken door de Duitsers weggehaald. In dezelfde tijd is de artsenstaking. Er komen evacués uit Zeeland en in de eigen omgeving dreigen ook inundaties. De bevolking moet tankgrachten graven voor de Duitsers. Na de invasie in 1944, als de geallieerden naar het noorden optrekken, wordt de toestand onzeker en verward, het besturen valt hem moeilijk. Hij vindt het een angstige en gespannen tijd. De Duitsers vorderen fietsen. Ze hebben Armenieërs in dienst. Er komen vliegtuigen over die bombarderen en branden veroorzaken. In ieder huis zitten soldaten, maar er wordt niet gevochten.