C.J.van Buuren: Dagboek (handgeschreven tekst in dik cahier (geen kaft))
De auteur woont met zijn vrouw en zoontje in Amsterdam. Hij werkt op kantoor (bij de V.B.A.?). Als de oorlog uitbreekt, gaan voedsel en textiel op de bon en wordt de Duitse tijd ingevoerd. Het gehele dagboek vertelt hij over de voedselvoorziening (voedseltekort, rantsoeneringen, nauwkeurig prijsverhogingen en distributiegegevens) en luchtalarm, overvliegende vliegtuigen en bombardementen, waardoor ze vaak wakker ligggen. Er komt een uitgaansverbod na 22.00 uur en een legitimatieplicht. Hij ondertekent de Ariërverklaring. Op zijn kantoor worden joodse collega's ontslagen. Januari 1941 worden de radio-omroepverenigingen opgeheven. Na de februaristaking wordt de gemeenteraad ontbonden. Er komen steeds meer distributiemaatregelen voor melk, schoenen, eieren, brood. De slager heeft vaak geen vlees en fruit is duur. Koper, tin, lood en nikkel moeten ingeleverd worden en tramlijnen worden opgeheven. De ster voor joden wordt verplicht en hij maakt razzia's op joden mee, als hij werkt in een jodenbuurt. De Duitsers vorderen fietsen en gijzelen Nederlanders. Duitse propagandapamfletten worden uitgeworpen. Als ambtenaar is hij onmisbaar en komt niet in aanmerking voor arbeidsinzet. Als zijn joodse benedenburen worden weggehaald en hun woning is leeggehaald (waarvan hij getuige is) huurt hij het gehele huis. Hij levert zijn radiotoestel in en moet tot zijn ergernis voor het formulier betalen. Hij ziet in zijn woonomgeving veel joden weggehaald worden. Van een "vriend" krijgt voedsel. De auteur woont met zijn vrouw en zoontje in Amsterdam. Hij werkt op kantoor (bij de V.B.A.?). Als de oorlog uitbreekt, gaan voedsel en textiel op de bon en wordt de Duitse tijd ingevoerd. Het gehele dagboek vertelt hij over de voedselvoorziening (voedseltekort, rantsoeneringen, nauwkeurig prijsverhogingen en distributiegegevens) en luchtalarm, overvliegende vliegtuigen en bombardementen, waardoor ze vaak wakker ligggen. Er komt een uitgaansverbod na 22.00 uur en een legitimatieplicht. Hij ondertekent de Ariërverklaring. Op zijn kantoor worden joodse collega's ontslagen. Januari 1941 worden de radio-omroepverenigingen opgeheven. Na de februaristaking wordt de gemeenteraad ontbonden. Er komen steeds meer distributiemaatregelen voor melk, schoenen, eieren, brood. De slager heeft vaak geen vlees en fruit is duur. Koper, tin, lood en nikkel moeten ingeleverd worden en tramlijnen worden opgeheven. De ster voor joden wordt verplicht en hij maakt razzia's op joden mee, als hij werkt in een jodenbuurt. De Duitsers vorderen fietsen en gijzelen Nederlanders. Duitse propagandapamfletten worden uitgeworpen. Als ambtenaar is hij onmisbaar en komt niet in aanmerking voor arbeidsinzet. Als zijn joodse benedenburen worden weggehaald en hun woning is leeggehaald (waarvan hij getuige is) huurt hij het gehele huis. Hij levert zijn radiotoestel in en moet tot zijn ergernis voor het formulier betalen. Hij ziet in zijn woonomgeving veel joden weggehaald worden. Van een "vriend" krijgt voedsel. In het dagboek: strookjes met stempeltjes erop: Hoofdbureau van Politie, Amsterdam. Bureau J.Z.
- Collectie 244: Europese dagboeken en egodocumenten
- Dagboek (handgeschreven tekst in dik cahier (geen kaft))
- 1230
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer