Gemeentelijke herindelingen De gemeente Linden c.a. hield in 1942 op te bestaan. (Groot) Linden werd samengevoegd met de gemeente Beers en Katwijk en Klein Linden kwamen bij Cuijk en St. Agatha. Brabants Historisch Informatie Centrum Gemeentewapen Op 16 juli 1817 verleende de Hoge Raad van Adel aan de jonge gemeente Linden een gemeentewapen met de volgende omschrijving: “Van lazuur [=blauw] beladen met een strik van goud”. Bij de aanvraag van dit wapen is geen nadere argumentatie gegeven, maar waarschijnlijk berust het hele idee van de strik op een (onterechte) associatie van de gemeentenaam Linden met het woord “lint”. Raadhuis Op 23 november 1875 besloot de Lindense gemeenteraad dat er een raadhuis moest komen. Daarover waren alle partijen het wel eens. Maar over de plaats waar het dan moest komen te staan, was men minder eensgezind. Ieder raadslid, of het nu uit Katwijk kwam, uit Klein-Linden of uit Groot-Linden, iedereen wilde het raadhuis in het eigen dorp hebben. Met een stem meerderheid viel op 13 januari 1876 het besluit om het raadhuis in Klein-Linden te bouwen. Beerse Overlaat Bij de Beerse Overlaat mocht de Maas sinds de middeleeuwen in geval van nood overstromen. Bij Beers, tussen Linden en Cuijk en tussen Gassel en Linden waren twee lagere plekken in de oeverwallen. Bij hoog water stroomde het rivierwater over deze oeverwallen. Al in de zestiende eeuw veroorzaakte het “Berzewater” aanzienlijke schade in de regio. Het Bossche stadsbestuur probeerde samen met de dorpen uit het Maasland, het Land van Megen en het Land van Ravenstein de schade te beperken met een stelsel van dwarsdijken vanaf de Maas landinwaarts. Voorbeelden hiervan zijn de Groenendijk tussen Haren en Deursen en de Erfdijk bij Herpen.Toch zorgde de overlaat steeds voor waterproblemen. Voorbeelden van watersnoodjaren zijn: 1820, 1850, 1861, 1880-1882, 1920-1921, 1936-1931, 1933-1936. Historisch overzicht : Linden is bijna een eiland: water rondom. De noordgrens van Linden werd en wordt gevormd door de Maas. In het westen liggen de Kraaijenbergse Plassen en de Heeswijkse Kampen. Katwijk ligt bijna tegen Cuijk in het zuiden. De naam Zeer waarschijnlijk is gaat de naam Linden terug op het Germaanse “lindo” ofwel lindeboom. Er zijn meer nederzettingen met de naam Linden, en ook die ontlenen hun naam aan de boomsoort. Bijlage: burgemeesters : De functie van burgemeester is ingesteld na de inlijving van Nederland bij Frankrijk in 1810. Tot 1813 heette de burgemeester dan ook op zijn Frans maire, van 1813 tot 1820 droeg hij de (oude) titel schout. Linden heeft vanaf 1810 tot aan de opheffing in 1942 acht burgemeester gehad: 1811-1815Laurens Göckelen 1815-1821R. Cuijpers 1821-1832R. Cruijsen 1832-1852Theodorus van Hout 1852-1883*Gerardus van den Bosch 1884-1906Gerardus Vos 1907-1912Albertus Hendrikus de Wildt 1912-1941*J. van de Mortel * tevens burgemeester van de gemeente Cuijk en Sint Agatha. Voor de burgemeesters na de opheffing in 1942 zie Cuijk en Sint-Agatha. Aanwijzingen voor de gebruiker : Verwijzing naar archiefstukken uit dit archief geschiedt door (volledig): Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 7031 Gemeentebestuur Linden, 1811-1942 , inv.nr. ... (verkort): BHIC, 7031 Gemeentebestuur Linden 1811-1942 , inv.nr. ... De dorpen Katwijk en Klein Linden maakten tot de annexatie door Cuijk en Sint Agatha in 1942 deel uit van de gemeente Linden. Katwijk ligt praktisch tegen Cuijk aan. In het westen ligt Klein Linden. Aan de overzijde van de Maas ligt Mook. Bevolking De Katwijkse bevolking was heel beperkt van omvang. Niet meer dan een handvol inwoners woont in dit zeer kleine dorp. Bijzonder in Katwijk en Klein Linden Zo klein als Klein Linden mocht zijn, het werd wel de plaats waar het Lindense raadhuis kwam. Ook het (hulp)postkantoor van Linden stond in de jaren ‘20 van de vorige eeuw in Klein Linden. Klein Linden had zijn eigen lagere school. De afstand naar Linden was te groot om te voet af te leggen, zeker in de wintermaanden. Dan was Linden vaak alleen bereikbaar per boot als gevolg van hoog water of overstromingen. Bevolking Linden telde als gemeente in het midden van de 19e eeuw bijna 500 inwoners en het inwonertal is heel lang rond die 500 blijven schommelen. Bij de opheffing van de gemeente in 1942 telde Linden bijna 550 inwoners. Middelen van bestaan Traditioneel vond de Lindenaar zijn bestaan vooral in de landbouw en dat is in grote trekken nog steeds het geval. Bijzonder in Linden Hoewel Linden een kleine gemeente was, huisvestte het dorp gedurende een korte tijd in de 19e eeuw een seminarie. Tussen 1813 en 1829 zijn er niet minder dan 164 studenten opgeleid tot priester. Later werd deze opleiding overgebracht naar het seminarie in Den Bosch.
- Archieven BHIC
- Archief
- 7031
- Algemeen bestuur en Politiek
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer