Verzetsherdenkingskruis afkomstig uit de nalatenschap van Ernst Sillem (Baarn, 14 juli 1923 - Carpen...

Verzetsherdenkingskruis afkomstig uit de nalatenschap van Ernst Sillem (Baarn, 14 juli 1923 - Carpentras [Frankrijk] 17 oktober 2020). Verzetsdeelnemer. -Verzetsherdenkingskruis. Kruis heeft gelijke armen met reliëf bewerking: op de kruising een brandend zwaard met aan weerszijde op de armen de tekst: ‘De Tyranny Verdrijven’. Aan de bovenzijde een kroon, en aan de onderzijde de jaartallen 1940-1945. Aan de achterzijde van het kruis op de kruising een Hollandse Leeuw met bos pijlen en geheven armen en bovenaan het jaartal 1980. Aan het kruis een zwart-rood-wit-blauw-oranje lint met veiligheidsspeld. -Bij het Verzetsherdenkingskruis horende baton, in de kleuren van het zwart-rood-wit-blauw-oranje lint van het verzetsherdenkingskruis. Ernst Sillem werd in 1923 in Baarn geboren als oudste zoon, in een gezin van vijf kinderen (2 broers en 2 zussen), van vader Albert Hieronimus Sillem (1897-1974) en moeder Anna Herculine Alexandrine Beels (1896-1995). In het eerste oorlogsjaar zat Ernst in de eindexamenklas van het Baarnsch Lyceum, samen met zijn vriend Geert Jaap Gilles (‘Jaap’) van Mesdag (1922-2015). Nadat de Duitsers Nederland waren binnengevallen kwamen Ernst en Jaap in verzet. Dit begon met het binnengaan van een Duitse opslagplaats waar ze munitie wegnamen. Hiervan maakten ze een bom om de opslagplaats op te blazen. Maar dit plan mislukte omdat de opslagplaats voortijdig werd ontruimd. Daarna brak Ernst in de nacht van 23 januari 1941 in bij het Baarnsch Lyceum, waar hij met inkt anti-Duitse leuzen op de muren schreef. Het daaropvolgende politieonderzoek naar de dader liep op niets uit. Na zijn eindexamen ging Ernst studeren aan de Rijks Hogere Landbouwschool in Deventer. Maar het liefst wilde hij samen met Jaap naar Engeland om in militaire dienst te gaan. In de nacht van 31 augustus op 1 september 1942 vertrokken Ernst en Jaap met een vouwkano vanuit Goeree-Overflakkee (Zuid-Holland) richting Engeland. Door noodweer kwamen ze echter in de problemen, en werden na een noodsignaal opgepikt door een schip van de Kriegsmarine. Ze werden naar Rotterdam gebracht en gearresteerd. Ernst en Jaap werden opgesloten in de gevangenis aan het Haagseveer in Rotterdam, en ondervraagd door de Sicherheitsdienst (SD). Na twee weken werden ze naar Kamp Amersfoort (Polizeiliches Durchangslager Amersfoort) gestuurd. In januari 1943 werd dit kamp ontruimd, en gingen Ernst en Jaap op 17 januari op transport naar Kamp Vught (Konzentrationslager Herzogenbusch). Eind juni of begin juli 1943 werden Ernst en Jaap als ‘Nacht und Nebel’ gevangenen op transport gezet naar het Duitse concentratiekamp Natzweiler-Struthof, in de Elzas. Hier bleven ze totdat ze op 5 september 1944, met andere gevangenen, op transport gezet naar concentratiekamp Dachau. Ernst verbleef afwisselend in Dachau en het buitenkamp Dachau-Allach totdat Dachau op 29 april 1945 door de Amerikanen werd bevrijd. Op 27 mei 1945 begon Ernst aan de reis terug naar Nederland. Na de oorlog werd aan Ernst Sillem hem het Nacht-und-Nebel-Herdenkingskruis, van de Stichting Vriendenkring van oud-Natzweilers 1940-1945, en het Verzetsherdenkingskruis toegekend. Zie ook VMA 19392 voor het archief van Ernst Sillem, en VMA 19393 voor foto's van Ernst Sillem.