Arnemuiden, informatieborden 'Slag om de Sloedam'
De informatieborden 'Slag om de Sloedam' in Arnemuiden herinneren aan de strijd die hier in 1940 en 1944 is geleverd tussen de bezetter en de geallieerden. Om de haven van Antwerpen optimaal te kunnen gebruiken, was een vrije doorvaart van de Westerschelde essentieel voor de geallieerden. Maar Zuid-Beveland en Walcheren waren nog steeds bezet, waardoor de bezetter alle bewegingen op de Westerschelde controleerde. De planningsstaf van het hoofdkwartier van Cresars First Canadian Army (Simons en admiraal Ramsay) beschouwde Walcheren als de grootste hindernis bij het openen van de Schelde. De Zeeuwse kust was een sterk uitgebouwd onderdeel van de Atlantikwall. Deze diende de westkust van het Duitse Rijk te vrijwaren van een geallieerde invasie. Op Walcheren bevonden zich zo'n veertig batterijen artillerie, die meestal in betonnen kazematten werden opgesteld. De batterijen werden door een netwerk van kleine bunkers, loopgraven, mortierposities, mitrailleursnesten en versperringen van prikkeldraad omgeven. Daarnaast waren er langs de hele kust mijnenvelden gelegd en hindernissen opgeworpen. De kracht van deze verdedigingsmuur maakte een aanval vanuit zee bijna onmogelijk. De enige verbinding over het land was de Sloedam, een lange toegangsweg vanaf Zuid-Beveland. Omdat deze dam erg belangrijk was, waren door de bezetter zowel aan de Walcherse als Zuidbevelandse kant sterke verdedigingen opgeworpen. Typerend voor deze verdedigingsstelling was de rondomverdediging. Het grootste aandeel Duitse bunkers bevond zich aan de Zuid-Bevelandse kant, waar minstens vijftien bunkers waren gevestigd. Aan de Walcherse zijde bevonden zich tenminste drie bunkers. Men had kennelijk al tijdens de bouw voorzien dat een aanval op Walcheren ook vanuit het oosten viel te verwachten. In 1944 waren er rond de Sloedam meerdere Duitse weerstandskernen aanwezig. Deze weerstandskernen werden door de bezetter 'Widerstandsneste' genoemd. Twee of meer op elkaar afgestemde weerstandskernen heette een 'Stützpunkt'. Zodra een vijand een 'Stützpunkt' was binnengedrongen, moesten de 'Widerstandsneste' zelfstandig kunnen opereren. Het hele gebied rond de Sloedam werd door de bezetter als 'Stützpunkt Scharnhorst' aangeduid, genoemd naar Gerhard Johann David von Scharnhorst. Von Scharnhorst was in vroegere tijden een belangrijk Pruisisch militair. Het 'Stutzpunkt' werd bevolkt door militairen van de 70ste infanteriedivisie. Om de bezetter tot overgave te dwingen, werd door de geallieerden besloten Walcheren middels luchtaanvallen onder water te zetten, gevolgd door een amfibieaanval. Op 2 oktober 1944 werden de bewoners van Zeeland via de BBC en Radio Oranje gewaarschuwd dat er een zware strijd op komst was op de eilanden 'gelegen in de monding van de rivier de Schelde'. Diezelfde waarschuwing was ook te lezen op de pamfletten, die in grote getale op 2 en 3 oktober boven Zeeland werden afgeworpen. De bewoners werden opgeroepen om onmiddellijk te evacueren: 'gaat weg zonder uitstel' en 'verlaat de eilanden'. In de middag van de derde oktober vond het vernietigende bombardement op Westkapelle plaats. De dijk werd over een lengte van 120 meter totaal weggevaagd. Het oude dorp werd vrijwel geheel verwoest, waarbij zo'n 160 mensen om het leven kwamen. Op 7 oktober volgde de vernieling van de Nolledijk bij Vlissingen, waar een gat van 20 meter ontstond. Ook de zeedijk bij Rammekens werd die dag gebombardeerd, waardoor een gigantische gat in de 400 meter lange dijk was ontstaan. Tenslotte moest de zeewering tussen Vrouwenpolder en Veere er op 11 oktober aan geloven. Door deze enorme gaten stroomde het laaggelegen eiland langzaam vol. Alleen de hooggelegen delen van Walcheren, zoals de duinen en de stads- en dorpscentra bleven droog. De daaropvolgende amfibieaanval verliep via drie lijnen: landing in Vlissingen (vanuit Breskens), landing bij Westkapelle (vanuit Oostende) en een aanval op de Sloedam vanuit Zuid-Beveland. Engelsen en Schotten van de Lowland Division landden in Vlissingen bij de Oranjemolen. Na een hevige strijd was de Duitse opperbevelhebber generaal Reinhardt gedwongen zich op 3 november 1944 over te geven. Ondertussen had ook de landing bij Westkapelle plaatsgevonden. Achtereenvolgens werden Westkapelle, Domburg, Grijpskerke en Aagtekerke (op 1 november) en vervolgens Zoutelande, Biggekerke en Meliskerke (op 2 november) bevrijd. Via Ritthem en Souburg (4 november) rukten de bevrijders op naar de geïsoleerde Zeeuwse hoofdstad, die volgepakt zat met vluchtelingen. Middelburg werd op 6 november 1944 bevrijd. De tegenstand die de geallieerden ondervonden op Walcheren, behoorde tot de zwaarste die zij ontmoetten bij landingen op de Europese kust. Onderdelen van de 5de Canadese Infanterie Brigade (de regimenten The Black Watch of Canada, The Calagary Highlanders en het Régiment de Maisonneuve) zetten op 31 oktober 1944 via de Sloedam de aanval in. Zij slaagden er echter niet in een doorbraak via 'the bloody causeway' te forceren. Pas op 2 november lukte het de Schotten van de 52ste infanteriedivisie van de Glasgow Highlanders elders in het Sloegebied de Duitse linies te doorbreken. Op 5 november werden Arnemuiden en Nieuw- en Sint Joosland bevrijd. Sint Laurens en Veere volgden op 7 november. Een dag later werden Serooskerke, Oostkapelle en Vrouwenpolder ook bevrijd. Toen uiteindelijk op 9 november 1944 heel Walcheren was bevrijd, konden de geallieerden de balans opmaken. De verliezen bedroegen 27.633 man (voornamelijk Canadezen en Britten), terwijl er 10.000 krijgsgevangenen werden gemaakt. Na de grote strijd om Walcheren en Zuid-Beveland werd de Nederlandse Prinses Irene Brigade op 14 november 1944 naar Zeeland verplaatst. Toen de brigade op Walcheren aankwam, trof deze een ontredderde bevolking aan. Het eiland stond voor het grootste gedeelte onder water en vele dorpen waren verwoest. Oprichting De plaatsing van de panelen was een initiatief van de heer René Hoebeke uit Nieuw- en Sint Joosland. Hoebeke publiceerde in 2002 een boek over de gevechten tussen de bezetter en de geallieerden. Onthulling De informatieborden zijn onthuld op 5 november 2004 door Schotse oud-strijders.
- Oorlogsmonumenten
- monument
- 2663
- Gedenkmuur
- Geallieerde militairen
Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer