Waaijenburgpolder, 1908-1965

Inleiding Ligging:Gemeente Middelburg (tot de herindeling in 1966 in de voormalige gemeente Nieuw- en St. Joosland) Kadastrale grootte:14.9714 ha. Belastbare oppervlakte:14.5814 ha. Bedijkt:1668. In 1661 werd door de thesauriers van Middelburg een plan gemaakt om 42 gemeten schor, gelegen ten noorden van de Middelburgsche polder, in te dijken. Het plan werd niet uitgevoerd. Enkele jaren later, in 1668, ging het stadsbestuur met de opnieuw ingediende plannen akkoord en werd het schor bedijkt volgens het zelfde octrooi en met dezelfde vrijdommen die de Middelburgsche polder had gekregen. De bedijking was vooral van belang om de monding van het havenkanaal naar Middelburg op diepte te kunnen houden. De dijken waren van geringe afmeting, waardoor het poldertje in de eerste plaats diende als houwer (spuikom). De polder heeft zijn naam ontleend aan de naam van het Pondhuis gelegen in de noordwestelijke hoek van de polder. De sluis van de polder was belangrijk voor de uitwatering van de polders Middelburgsche, Molen, Oud- en Nieuw Sint Joosland en Johanna naar het Arnemuidse Gat. Na de ingebruikname van het gemaal Ritthem in 1936 wordt het polderwater daar naar toe afgevoerd. Voor de inventarisatie besloeg het archief een lengte van 0,10 meter. Na inventarisatie en selectie tot vernietiging bleef er 0,05 meter over. Walraven en Polderdijk, Nieuw- en Sint Joosland, blz. 272-275. Wilderom, Tussen Afsluitdammen en Deltadijken III, blz. 93, 94. Encyclopedie van Zeeland deel III, blz. 261.