Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Jacobpolder, 1869-1958

1869 - 1958

Inleiding De Jacobpolder, groot 234.94.15 ha met 216.69.14 ha belastbare oppervlakte Provinciale almanak voor Zeeland, 1958, p 493. werd in 1856 aangewonnen ter weerszijden van de aldaar over de schorren liggende veerdam - ook provinciale weg genoemd - ten behoeve van het sinds 1755 bestaande overzetveer van de Noord-Kraayertpolder op St. Joosland Voor het hierna volgende zie: A. Walraven en F.P. Polderdijks Geschiedenis en plaatsbeschrijving van de gemeente Nieuw- en St. Joosland (1896), p 45-46 en de achterin dit werk zich bevindende kaart. . Dit veer, in 1755 door de ambachtsheer van 's-Heer Arendskerke na overeenkomst met de postmeesters van Vlissingen en Vere gesticht, behoorde sedert 1823 aan de provincie, die het in pacht uitgaf. Tot het einde van de 18e eeuw werd hier tevens tweemaal per week de post van Middelburg naar Holland overgezet, in 1823 is dit al tweemaal per dag. Toen omstreeks 1840 tussen Middelburg en Goes een dilligencedienst werd opgericht, nam ook het reizigersverkeer over het Sloe toe. Een zandbank die tussen de veerdammen oprees maakte echter de overvaart bij laagwater al moeilijk en langdurig. Het veer verdween in 1871 met de aanleg van de Sloedam ten behoeve van de spoorweg. De bedijking van de Jacobpolder ging als volgt in zijn werk De hiernavolgende gegevens zijn ontleend aan een dossier betreffende de verkoop ter indijking van de schorren van de latere Jacobpolder, dat deel uitmaakt van dat gedeelte van het familiearchief de Perponcher, dat zich op het administratiekantoor J.Q.C. Lenshoek, Marktveld 20 te Kloetinge bevindt. . Op 30 april 1856 werden de aldaar liggende schorren door de ambachtsgerechtigden van 's-Heer Arendskerke, nadat deze op 17 december 1855 octrooi tot bedijking hadden gekregen, onder voorwaarde van bedijking verkocht aan een uit Brugge afkomstige gemeenschap van eigenaren bestaande uit C. Breijdel de Broek, L. Gilliodts, G. Gilliodts en E. van der Hofstadt-du Jardin. De ambachtsge-rechtigden waren op dat moment een 19-tal personen en erfgenamen van personen, waarvan de gezamenlijke erven van een tweetal leden van de familie de Perponcher, verschillende leden van de familie van Citters, mr. J.F. Bijleveld en de erven van mr. A.W.L. Martinus Heldewier tezamen de voornaamste gerechtigden waren. Bij de verkoop was de provinciale weg (veerdam), welke door de te bedijken schorren liep niet inbegrepen. Bovendien behielden de verkopers aan zich ten behoeve van het ambacht 's-Heer Arendskerke de eigendom van de nieuw te leggen dijk met de voorgronden, buitenberm, binnenberm en de helft van de bermsloot, benevens het recht van naamgeving van de nieuwe polder. Wel mochten de kopers vrijelijk beschikken over de schorgronden, benodigd voor de aanleg van de dijk. Behalve de plicht tot bedijking rustten op de kopers o.a. nog de volgende voorwaarden: zij zouden doortocht moeten verlenen aan het opperwater van de Nieuwe West-Kraayertpolder, volgens de regeling door de verkopers met deze polder getroffen, zij zouden de gemeente 's-Heer Arendskerke in het gebruik moeten laten van de dijksputten als spuiboezem voor het op diepte houden van de haven van de Zuid-Kraayert, eveneens volgens een door de verkopers met die gemeente getroffen regeling, en tenslotte zouden de kopers gelegenheid moeten geven tot uitwatering door de door hen in te dijken polder aan later in te dijken polders. De eigenaren C. Breijdel de Broek c.s. verkochten in 1862 de pas ingepolderde schorren aan Felix Guillaume Wittouok, grondeigenaar te Sint Pieter Leeuwen, ook in België De hiernavolgende gegevens zijn ontleend aan de kadastrale leggersvan de gemeente 's-Heer Arendskerke. . In 1888 verkocht laatstgenoemde het grootste gedeelte van de polder weer door aan Eduard Remy, industrieel te Leuven. Het bezit bleef in zijn familie tot 1912, toen het door verkoop overging in handen van een viertal zeeuwen: C.M. van Nieuwenhuijzen, P.K. van Nieuwenhuijzen, H. van Gorsel en W.S. de Vlieger, waarvan de nazaten ook nu nog ingelanden van de polder zjjn. De indeling van deze inventaris spreekt grotendeeld voor zichzelf en behoeft slechts op een enkel punt enige toelichting. Vanaf 7 juni 1887 is in de afdeling "bestuur in het algemeen" een nieuwe onderafdeling begonnen, omdat vanaf die datum ter gelegenheid van het optreden van een nieuwe ontvangergriffier een notulenboek en een agenda, tevens brievenboek, aangelegd werden. Van de administratie vóór 7 juni 1887 zijn slechts weinig archiefbestanddelen overgebleven. Het bestuur van de polder werd in het kader van de polderconcentratie op Zuid-Beveland per 1 januari 1959 opgeheven, op welke datum het nieuwe waterschap De brede watering van Zuid-Beveland in werking trad.

Organisatie
Collectie
  • Archieven Zeeuws Archief
Type
  • Archief
Identificatienummer van Zeeuws Archief
  • 3130
Trefwoorden
  • Verkeer en Waterstaat
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
De Oorlogsbronnen.nl nieuwsbrief bevat een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
WO2NETMinisterie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards