Paleis het Loo
Paleis het Loo fungeerde tijdens de bezetting als Erholungsheim en oorlogshospitaal. Daarnaast waren er in de zijvleugels van het paleis circa zeshonderd soldaten ingekwartierd. De Duitsers namen bij de vordering meubilair en kunstwerken in beslag en voerden dit deels af naar Duitsland en Frankrijk. Duitse bouwkundigen hadden aanvankelijk grote verbouwplannen met het paleis, maar deze plannen vonden uiteindelijk geen doorgang. In de vertrekken van Koningin Wilhelmina verbleven SS officieren, die roestplekken in haar badkamer achterlieten. In de koninklijke stallen waren Waffen-SS troepen gelegerd. Op 4 november 1944 werd het noordelijke paviljoen van deze stallen gebombardeerd door Britse jachtvliegtuigen. Het werd volledig vernietigd. Bij het paleis was ter voorbereiding op dergelijke luchtaanvallen een grote bunker gebouwd, waar gewonde soldaten met bed en al ingereden konden worden. Het paleis was een trekpleister voor zowel de Duitse als Nederlandse nazi-top. Er vonden regelmatig jachtwedstrijden plaats op de kroondomeinen nabij Paleis het Loo. Hierbij waren onder meer Seyss-Inquart, Rauter en commandant van de Waffen-SS, Karel Maria Demelhuber aanwezig. Toen SS voorman Henk Feldmeijer bij een geallieerde luchtaanval op 22 februari 1945 in Raalte omkwam kreeg hij een staatsbegrafenis in de bossen bij paleis Het Loo. Rauter sprak en de gehele NSB/SS top was hierbij aanwezig. Op 5 mei 1945 vertrok prins Bernhard vanaf Paleis het Loo naar Wageningen om daar de capitulatieonderhandelingen bij te wonen.