Een Bunsho is een district met een hoofdkantoor en provinciale commandant waar de kampen in Nederlands-Indië vanaf 1 maart 1944 door de Japanse bezetter waren onderverdeeld. Bunsho’s werden vervolgens weer onderverdeeld in enkele onderdistricten of bukensho’s waaronder één of meerdere kampen vielen. Enkele grote eilanden, zoals Java, Sumatra, Borneo en Celebes, werden in verschillende bunsho’s opgesplitst, ...

Bunsho III (burgerkampen) was een district voor burgerkampen op Midden- en Oost-Java. Onder bunsho III vielen de burgerkampen in de bushenko’s Semarang, Ambarawa/Banjoebiroe, Solo en Moentilan. Binnen bunsho III werden kampen doorlopend genummerd van Kamp 1 tot en met Kamp 13.

Bunsho II (burgerkampen) was een district voor burgerkampen op West-Java. Onder bunsho II vielen burgerkampen in de bushenko’s Bandoeng en Tjimahi. Binnen bunsho II werden kampen doorlopend genummerd van Kamp 1 tot en met Kamp 6.

Krijgsgevangenkamp ADEK functioneerde van 3 februari 1944 tot 15 mei 1944. Er zaten 1100 krijgsgevangenen.

Bunsho I (burgerkampen) was een district voor burgerkampen op West-Java. Onder bunsho I vielen burgerkampen in de bushenko’s Batavia-1, Batavia-2, Buitenzorg en Tangerang. Binnen bunsho I werden kampen doorlopend genummerd van Kamp 1 tot en met Kamp 9.

Mannenkamp Tjikoedapateuh functioneerde van 15 januari 1945 tot 23 augustus 1945. Er zaten 10038 mannen en jongens gevangen, waarvan zeker 268 omkwamen.

Burgerkamp Kareës functioneerde van 4 december 1942 tot 21 december 1944. Er zaten 5690 oude en zieke mannen, jongens, vrouwen en kinderen gevangen, waarvan 105 omkwamen.

Vrouwenkamp Kampong Makassar functioneerde van 3 januari 1945 tot 23 augustus 1945. Er zaten 3600 vrouwen en kinderen gevangen, waarvan zeker 36 omkwamen.

Vrouwenkamp Kedoengbadak functioneerde van 3 maart 1944 tot 12 oktober 1944 en vervolgens van 28 november 1944 tot 16 maart 1945. Er zaten 1265 vrouwen en kinderen gevangen.

Vrouwenkamp Halmaheira functioneerde van 3 februari 1944 tot 23 augustus 1945. Er zaten 3830 vrouwen, kinderen en enkele oude mannen gevangen, waarvan 300 omkwamen. Zeker 8 vrouwen werden slachtoffer van dwangprostitutie.

Vrouwenkamp Bangkong functioneerde van 11 juni 1943 tot 13 september 1944. Er zaten 1180 vrouwen en kinderen gevangen, waarvan zeker 11 omkwamen.

Vrouwenkamp Tjideng functioneerde van augustus 1942 tot 23 augustus 1945. Er zaten 11337 vrouwen en kinderen en een kleine groep oude mannen en geestelijken gevangen, waarvan zeker 434 omkwamen.

Krijgsgevangenkamp Kampong Makassar functioneerde van april 1942 tot 7 januari 1945. Er zaten 2700 krijgsgevangenen vast. In eerste instantie zaten hier enkel Australische krijgsgevangenen, maar vanaf januari 1943 werd het kamp een doorgangskamp voor krijgsgevangenen uit Oost-Java.

Vrouwenkamp Struiswijk functioneerde van oktober 1942 tot november 1943. Er zaten 100 Britse en Amerikaanse vrouwen en kinderen gevangen. Vervolgens functioneerde Vrouwenkamp Struiswijk van 6 november 1944 tot 23 augustus 1945. Er zaten in deze periode 1450 vrouwen en kinderen gevangen.

Vrouwenkamp Grogol functioneerde van 1 juli 1943 tot 29 augustus 1944. Er zaten 900 vrouwen en kinderen gevangen, waarvan zeker 8 omkwamen. Van 28 november 1944 tot 18 april 1945 zaten er 1776 vrouwen en kinderen gevangen.

Mannenkamp Grogol functioneerde van 29 augustus 1944 tot 28 november 1944. Er zaten 1085 mannen en jongens gevangen.

Jongenskamp Bangkong functioneerde van 13 september 1944 tot 24 augustus 1945. Er zaten 1710 jongens en oude mannen gevangen, waarvan zeker 419 omkwamen.